3° Zondag Advent A (2010)

Bij ons in huis hangen aan de muur twee posters van Loesje. Op de een staat: "Wanneer ik 's avonds naar de sterren kijk knipoogt er altijd eentje terug". En op de ander staat: "Het was zo donker dat ik overal lichtpuntjes zag". Over duisternis hebben we niet te klagen: de nachten worden steeds langer. Maar wanneer nemen we de tijd om naar de sterren te kijken? Misschien in de zomervakantie, als we voor het slapen gaan nog even voor onze tent of caravan staan. Maar als het in de koude decembermaand al vroeg donker wordt doen we snel veel lampen aan.

Er zijn mensen die al een kerstboom kopen als de Sint het land nog niet verlaten heeft. Zelf wacht ik daar nog minstens een week mee. Tot die tijd zijn er alleen wat extra waxinelichtjes. En juist minder lampen aan, zodat je die lichtjes beter ziet. Want de Advent mag een tijd van inkeer zijn, van verstilling. Ik herinner me een meditatiecursus. De deelnemers, en dus ook ikzelf, zaten met geloken ogen in een kring, op lange bankjes of kussens. Stiekem keek ik af en toe rond. Het viel me op dat na verloop van tijd de gezichten ernstiger werden. Ook bij mezelf moet dat zo zijn geweest. Het was eigenlijk geen ernst; het was eerder ontspanning. De eeuwige glimlach gleed van onze gezichten, de eeuwige façade van "het gaat goed met mij". Je kunt dat afleggen. Er komt een bepaalde rust, waardoor je meer naar binnen kunt kijken. Ik merk het ook wel eens in een vergadering: als je een meditatief moment aan het begin hebt wordt het gesprek anders: rustiger, eerlijker, directer, met meer echte aandacht.

De Advent is zo'n tijd van ontspanning, van door het raam naar de duisternis buiten kijken, en ook meer ruimte maken om naar binnen te keren. Als je meer naar binnen bent gekeerd kun je allerlei beelden en gevoelens op die donkere ruit projecteren. Je wordt je misschien meer bewust van wat er op een dieper niveau in je speelt. Advent is: die ontmoeting met jezelf aan gaan. Niet wegvluchten als er iets naar boven komt wat moeilijk is. Het is durven kijken naar licht én donker, om je heen maar ook diep in jezelf.

Op de poster van Loesje stond: "Het was zo donker dat ik overal lichtpuntjes zag". We hoorden een tekst van de profeet Jesaja. Hij leefde in een voor zijn volk duistere en onzekere tijd. Jesaja durft er goed naar te kijken. Hij ziet na verloop van tijd allerlei lichtpuntjes. Hij hoort een innerlijke stem die ze aankondigt: de steppe zal bloeien, blinden zullen zien, doven zullen horen, de lamme zal springen als een hert. Jubelen zal de tong van de stomme. Allemaal lichtpuntjes, fonkelende sterren, nog heel ver weg maar onmiskenbaar aanwezig.

Jesaja schrijft deze tekst in de tijd na de ballingschap. De mensen hadden snel verbetering verwacht, maar het duurt allemaal zo lang. Hun geduld en hun zelfvertrouwen wordt op de proef gesteld. Juist in zulke situaties krijgen mensen soms visioenen. Zoals Jesaja. Visioenen, diepe intuïties die naar boven komen, zijn een geschenk van God om iemand een innerlijk houvast te geven. Kracht om het nog even vol te houden. Visioenen werken echt. Ze geven echt houvast. Ze voorkomen verbittering en houden het vuur van de hoop brandend. Het visioen zegt immers: eens zal het goed komen.

En als het verlangen dan eindelijk vervuld wordt, dan is de dankbaarheid heel groot. Zo was het bij Johannes de Doper. Hij leefde in een tijd dat het joodse volk zuchtte onder de Romeinse bezetting en intens verlangde naar een verlosser, naar de komst van de Messias. De leerlingen van Jezus zeggen tegen Johannes: staar je niet blind op wat moeilijk is. Heb oog voor al het goede dat er gebeurt. Kijk eens goed wat Jezus tot stand gebracht heeft: blinden zien en lammen lopen, melaatsen genezen en doven horen, doden staan op en aan armen wordt de blijde boodschap verkondigd.

Laten we in deze mooie tijd van de Advent de moed hebben om naar binnen te keren. Als we dan de duistere kanten van ons gemoed tegen komen en die eerlijk onder ogen zien, dan zou het goed kunnen dat ook dat andere gebeurt: dat we geleidelijk aan te midden van het donker ook lichtpuntjes zien die we des te meer gaan waarderen. Als het licht niet meer vanzelfsprekend is kan ze ons ook ontroeren en echt van binnen raken. De Messias die met Kerstmis geboren wordt komt juist naar het duister van onze wereld om daar verlossing te brengen. Moge Hij welkom zijn in onze harten. Amen.