Huwelijk Karel en Ibele (2009)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 182 niet laden

Beste Ibele en Karel,
beste familieleden, vrienden en bekenden van dit jonge koppel.

Wat is het toch dat mensen drijft en steeds weer op weg doet gaan
naar zichzelf,
naar een ander mens
naar een helft die bij hem of haar past,
naar het geluk achter de horizon,
naar een land aan de overkant..?

Een liedje van Huub Oosterhuis zegt daar heel mooie dingen over:

‘Om warmte gaan wij een leven,
gaan wij over de zee
vliegen wij langs de hemel
om iemand gaan wij een leven
met licht en met donker mee.
Vogeltje van de bergen,
waar gaat de tocht naar toe ?
Om warmte wil ik zwerven
en komen naar iemand toe...

Om zachtheid gaan wij een leven,
gaan wij onder de nacht
kruipen wij onder de hemel
om woorden gaan wij een leven
om lachen en zoenen zacht.
Mensje, daar in de verte
waar snelt je voetstap heen ?
Waar zachtheid is te vinden
dààr snellen mijn voeten heen...

Om liefde gaan wij een leven,
sterven dood na dood
wagen de verste wegen
om jou, op hoop van zegen,
mijn liefde, mijn reisgenoot.
Dalen van zwarte aarde,
bergen van hemels-blauw,
om alles ga ik dit leven,
om alles of niets met jou...

Ja, dat zal het wel zijn, natuurlijk: om warmte, om zachtheid en om liefde gaan wij een leven; om alles of om niets, op leven en dood, en altijd op hoop van zegen wagen wij de verste wegen en sterven wij dood na dood...

Ibele en Karel, ik wens het jullie van harte toe: dat je bij jouw liefste warmte mag vinden en zachtheid en liefde. Omdat hij of zij het is, omdat hij of zij jou zo lief is. En dan gewoon de weg gaan, de lange, eindeloze weg; het onzekere nemen voor het zekere; het onzekere van de toekomst, een nieuwe wereld met zijn twee voor het zekere van deze oude, koude wereld alleen... De weg gaan, de weg van dapper geloof, volhardende hoop, duurzame liefde. En waar je uitkomt, je zult wel zien...
Maar ik hoop en wens en bid dat jullie bij alle onzekerheden gaan-de-weg steeds zekerder mogen worden van de weg, en van Hem, die meegaande God die jullie bij elkaar heeft gebracht...

Trek dus maar altijd verder weg.
Kijk steeds uit naar nieuwe horizonten.
Maar ga je weg nooit alleen.
Zoek steeds weer naar je man, je vrouw,
die goede reisgezel, die lieve tochtgenoot
die je gaan-de-weg steeds liever worden zal,
liever nog dan een broer of zus,
een mens waarmee je delen kan;
je liefste, waarop je bouwen mag.
Riskeer het maar op weg te gaan.
Waag het maar, vertrouw er op, geloof...

Neem ook je rugzak mee
of je valies vol dromen.
Vul die met het hoogstnodige:
steek er een kaarsje in, een lichtpuntje
voor wanneer het donkert in je leven.
Een waakvlammetje bij de diepste pijn
die soms je deel zal zijn.
Een kleine bron van warmte
voor de liefste mens die met je gaat.
Riskeer het maar op weg te gaan.
Waag het maar, vertrouw er op, geloof...

En bovenop je rugzak
of vastgebonden aan je valies vol dromen
bind je maar best je tent.
Span die dan elke avond uit in Gods wijde natuur.
Het is de ruimte van jullie geborgenheid,
waar je op adem kunt komen,
waar je elkaar kunt koesteren, bewaren en behoeden.
Vul elke dag je logboek in,
schrijf elkaar stille brieven
van verlangen en van hoop.
Ontvang in jullie tent gastvrij
als wie een reisgenoot voor jullie wil zijn.
En breek dan elke ochtend maar weer op,
ga rustig verder, zonder veel ballast, vrank en vrij.
Riskeer het maar op weg te gaan.
Waag het maar, vertrouw er op, geloof...

En laat de Man van Nazareth jullie gids zijn.
Hij gaat je voor. Hij wenkt je
en roept steeds weer vanuit Zijn verte.
Volg Zijn spoor. Ga gaan-de-weg Zijn weg.
Riskeer het maar Zijn weg te gaan.
Waag het maar, vertrouw er op, geloof...

Lieve mensen hier in deze kerk.
Veel liefde de dag van vandaag blijft te dicht bij huis, draait rond in een veel te klein kringetje. Liefde loopt dan gevaar al snel te vervallen in een sfeer van bezitten en bezeten worden, van ‘hebben is hebben, en krijgen is de kunst...'

Het is een typische vraag van vele jonge mensen op vandaag: hoe ver kan en hoe ver mag de liefde gaan?
Ach, liefde moèt ver gaan, of ze gaat ten onder.
Liefde die kortzichtig is, is niet waard van liefde genoemd te worden.
Dat is eigen-liefde, bezitterigheid; dat is berekening en becijfering, dat is verstikkende en versmachtende krampachtigheid...

Karel en Ibele,
mag ik jullie toewensen dat jullie liefde zo sterk zou zijn, zo breed en mild, dat nooit aan jullie deur een mens in nood, een vriend in eenzaamheid of verdriet tevergeefs zou aankloppen? En dat jullie vooral verder zouden willen zoeken en op weg gaan naar de zwaksten, de kleinsten, de ‘doodgewoonsten' onder de mensenkinderen, omdat je weet: ieder mens is kind van God, gemaakt om te leven en leven te vinden in overvloed...
Blijf samen de dood tegenhouden, Ibele en Karel.
Blijf kansen geven aan wie geen kansen krijgen.
Blijf geven en uitdelen zonder berekening van alles wat jullie zo rijkelijk hebben meegekregen van het leven.
En blijf geloven dat jullie een unieke roeping hebben:
groeien in trouw aan jezelf
aan elkaar
aan zeer veel mensen...

En vooral hoop en wens ik dat - naarmate jullie liefde voort mag gaan en mag groeien - jullie steeds meer kunnen voelen en zien en geloven dat je elkander respecteert en hoog acht. 
Want, zoals de dichter zegt:
‘Liefde is een begin - er komt altijd
iets achter, iets verder, een nog niet;
het hart heeft altijd meer dan
het zeggen kan... (Gabriël Smit)

En zo worden leven en liefhebben steeds geheimer; er wordt minder gezwegen - stilte wordt minder tekort...
Dat stilte steeds minder tekort wordt tussen jullie, Karel en Ibele, dat wens ik jullie vandaag ook toe!

Dan een woordje tot de ouders van het bruidspaar.

Lieve ouders,
Dit is vandaag ook een moment van afscheid voor jullie.
Opvoeden is: je kinderen van je weg leren beminnen, zegt Luc Versteylen.
Opvoeden is: leren loslaten, ruimte geven.
Maar, zoals men in het Frans zo mooi weet te zeggen: ‘Partir, c'est mourir un peu...'
Ik zou jullie vandaag eveneens van harte willen bedanken, lieve ouders.
Voor Karel en Ibele, jullie kinderen.
Omdat je hen de ruimte hebt gegeven om te groeien tot wat ze geworden zijn.
En natuurlijk verliezen jullie vandaag jullie kinderen een beetje. Maar terzelfdertijd winnen jullie ook heel wat: je krijgt er aan weerskanten voorgoed een toffe schoondochter en schoonzoon bij.
Blijf er goed voor zorgen, alsjeblieft. Hou ze verder vast en laat ze verder los. En zij zullen ook voor jullie blijven zorgen - dat weet ik heel zeker...

Het doet me denken aan een oud verhaal, een vergeten gedicht. Een vader en een zoon staan aan de oever van het water, elk met hun eigen gedachten. Er ligt een roeibootje. Opeens zegt de zoon: ‘Daar wil ik heengaan, naar de overkant.' En de vader zegt: ‘Zou je dat wel doen? Het kan gaan waaien, stormen, kun je dat wel?'
‘Ja', zegt de zoon, ‘ik wil het proberen'. ‘Maar zal ik dan niet met je meegaan? Het kan koud worden. Je zult je eenzaam voelen. En als het donker wordt, is het dan niet beter dat ik bij je ben?'
‘Neen', zegt de zoon. ‘Ik wil weten of het kan. Ik wil het proberen. Maar weet je, als ik terugkom, wil je dan hier zijn, op deze oever? Wil je hier op me wachten..?'

Probeer maar verder rustig en vastbesloten op jullie kinderen te wachten, lieve ouders. Dat zal voor hen een grote zekerheid zijn op al hun wegen.

Tot slot nog dit, Ibele en Karel,

Zo overrompelend, zo onverklaarbaar en geheim-vol, zo weldadig en veilig is het als liefde tussen mensen gebeurt, dat die liefde in de Bijbel vereenzelvigd wordt met de Naam van God zelf.
God is Liefde! Zijn Naam is: ‘Ik-zal-er-zijn-voor-jou'...
Probeer dan maar in jullie huwelijk die vriendelijke Naam van God te verbuigen en te vervoegen in alle wijzen en in alle tijden. Onvermoeibaar en telkens opnieuw, maar nooit in de voltooid verleden tijd Je zult er wel bij varen.

Lieve trouwers,
zullen jullie voorzichtig zijn?
Met je eigen hart? Met dat van je liefste? En met het kostbare, kwetsbare geluk dat jullie nu samen in handen dragen?

Ik bid dan voor jullie
om een knapzak geloof,
een veldfles hoop,
en een rantsoen goede moed voor onderweg.
En dat jullie altijd iets van het morgenlicht in jullie ogen mogen hebben,
iets van warmte en tederheid in jullie hart,
iets van zachte mildheid in jullie handen,
iets van Jezus van Nazareth in jullie denken en doen.

Wij alle hier aanwezig beloven van onze kant dat we voor jullie zullen bidden.
Vandaag al, in deze huwelijksmis. En nog heel dikwijls daarna.

God zegene en beware jullie. A dieu! Vaya con Dios! Grüss Gott!
Hij make jullie tot een zegen, een bron van genade
voor mekaar,
voor ons allen,
en voor zeer veel andere mensen. Amen.