Feest O.L.V.Rozenkrans (2012)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 419 niet laden
Gelezen: Uit het boek der Handelingen van de apostelen (1, 12-14), de brief van de H. apostel Paulus aan de Galaten (4, 4-7) en uit het Lucas-evangelie (1, 26-38).

"Natuurlijk hebben wij een beetje tijd voor u. Dat geeft ons tevens de gelegenheid om wat, helaas minder positieve, ontwikkelingen bij ons met u te delen", - schreef een tijdje geleden Willem mij in een e-mail. Ik zag de bui al hangen. Hij kwam in zijn eentje langs. En inderdaad: Vorig jaar was het al even wat moeizamer gegaan tussen hem en Dahpne. Laat ik die twee even zo noemen: Daphne en Willem. Een paar maanden geleden nu was ze ermee voor de draad gekomen: Ze wil niet met hem verder. En daarbij komt: Er is iemand anders in haar leven gekomen, iemand die ze heeft leren kennen op de sportschool, een man die zelf ook getrouwd is en een paar kinderen heeft. In het contact met hem voelt ze wat ze met Willem nu al een tijd mist. Dat speelt dus ook een rol.

Snikkend vertelde Willem het mij. Natuurlijk had ik zeer met hem te doen. Ik herinner mij nog levendig hun huwelijksdag, de vrolijke viering in dat kleine afgeladen kerkje ergens in het oosten des lands. Ik heb dat huwelijk zelf ingezegend en uitvoerig en zorgvuldig met hen voorbereid. U weet het: "Wat God verbonden heeft, dat zal de mens niet scheiden."[1] Ze hebben ook deelgenomen aan een huwelijkscursus. En ik heb ook hun kindje gedoopt, een jongentje, Friso, van nu een paar jaar oud. Ik moet u zeggen, dierbare gasten en parochianen van deze feestvierende Rozenkransparochie: ik voelde mij door dit bericht waar Willem mee kwam volkomen lamgeslagen. En in mijn herinnering kwamen naar boven, woorden die de onvergetelijke pater Jan van Kilsdonk S.J. (1917-2008), die zestig jaar lang in onze stad gewoond en gewerkt heeft ooit sprak in verband met ouderschap en doop. Ik citeer zijn woorden:

"Iedereen stelt vast dat er bij uitvaarten en bij huwelijken en zelfs bij de doop ineens veel jonge mensen (in de kerk) komen. Je zou dan misduidend kunnen zeggen: ze komen voor de sensatie. Maar er is bijna altijd sprake van een wat dieper idee. Zij voelen dat er echt iets gebeurt. (...) Ook bij de doop van een kind is dat (...) zo. Het kind wordt besprenkeld en gezalfd, maar wie wordt er nu eigenlijk gedoopt? De vader en de moeder worden gedoopt in dat ouderschap. Ik zeg vaak tegen hen: Jullie weten nog niets van dit kind. Jullie hebben nog nooit zoiets moois gezien als dit kind. Maar... het wordt jullie rechter. Je zult door niemand zo beoordeeld worden als door dit kind en door God. Als ouders vragen om hun kind te dopen, zeg ik: Ja, maar jullie weten niet wat je vraagt... Je zult ervan schrikken. Dan zeggen ze: Ervan schrikken? Maar het is zo'n lief kind! Ik herhaal: je zult ervan schrikken, Je schrikt niet van een abstracte God. Die doet niets. Maar wat God doet in dat kind! Als jullie niet trouw zijn aan dit kind, door bijvoorbeeld lichtzinnig te scheiden, zal God je in dit kind oordelen. In een kind zit een verschrikkelijk oordeel."[2]

Het woord 'oordeel' is gevallen. Misschien denkt u wel: nou-nou, moet dat nou? Daar heb je die kerk weer die er altijd als de kippen bij is om mensen te oordelen, ja te véroordelen. Inderdaad, zo is het veelgeliefden, die naam hebben wij. En toch, luister goed: Ík wil dat niet doen. Ik wíl Daphne niet veroordelen. Ik heb haar niet gesproken. Ik weet dus niet wat er voor haar allemaal meespeelt in die ingrijpende beslissing om haar huwelijksbelofte niet gestand te doen en om afscheid te nemen, als echtgenoot, van Willem. Nee, veelgeliefden, ik oordeel of veroordeel haar niet. Dat is niet aan mij of aan u. Een ander z'n boeken zijn duister te lezen. Zo is dat. Dus: geen oordeel over Daphne. Maar wel een vraag aan haar...

Een vraag die ik vandaag bij gelegenheid van dit Rozenkransfeest stél in het licht van die altijd weer ontroerende, ja aangrijpende evangelietekst van de engel Gabriël die bij Maria binnenkomt en die haar de blijde boodschap brengt van het kind Jezus dat in haar van Godswege wordt verwekt. Je kunt je afvragen, veelgeliefden, wat was er het eerst? Begon het met die boodschap van de engel? Of begon het met die raadselachtige verwekking bij Maria van dat kind? Zonder twijfel suggereert onze evangelietekst het eerste, maar toch... Onwillekeurig denk je ook aan al die vrouwen, meisjes soms nog, bij wie dit soort dingen niet altijd geheel volgens het boekje van bijvoorbeeld hun ouders gaat. Vader of moeder wórden, gewenst of ongewenst, is voor mensen die niet onvruchtbaar of verminderd vruchtbaar zijn zoals bekend op zich geen kunst, maar... vader of moeder zijn...

Die zwangerschap van Maria kwam voor haar als een volstrekte verrassing. "Zij raakte geheel in verwarring", zo staat er, vanwege wat de engel haar zei. Kijk even omhoog naar onze geweldige annunciatie van René van Tol, 'Maria als balletdanseres' noem ik het werk altijd. Het is precies dát moment dat wordt afgebeeld: het moment van het leven dat ons soms brengt waarvoor wij niet hebben gekozen.

"Kies je in vrijheid voor een huwelijk met die ander?" Hoe vaak heb ik de vraag niet aan mensen gesteld – onder vier ogen; waar die ánder dus níet bij is... De kerk acht het van het hoogste belang dat een beslissing van iemand om zich aan een ander in de echt te verbinden, om zich écht te verbinden; de kerk acht het van het hoogste belang dat die beslissing echt een geheel vríje beslissing is, zonder druk of dwang van wie dan ook. En toch veelgeliefden leert ons het leven dat mensen soms, geregeld, vaak, niet weten wat ze doen, zelfs niet als ze met elkaar trouwen. Als Jezus aan het kruis hangt zegt Hij in hetzelfde Lucas-evangelie waaruit wij ook vandaag hebben horen voorlezen precies dát: "Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen." Mensen, wij, vinden het soms moeilijk om trouw te blijven aan wie en waarvoor we zelf in vrijheid hebben gekozen. In onszelf kunnen wij geconfronteerd worden met een dergelijk onvermogen.

Maar Maria zegt 'ja' tegen een kind en tegen omstandigheden waarvoor zij níet zelf heeft gekozen. Maar in dat kind en in die omstandigheden spreekt Gód zo wordt haar te verstaan gegeven en zo gelooft zij ook. "Ik ben de dienares van de Heer; laat met mij gebeuren wat u gezegd hebt" is Maria's antwoord aan de engel. Het zijn grote en majesteitelijke woorden veelgeliefden, woorden die voor de christelijke cultuur van Europa van niet te overschatten invloed en waarde zijn geweest. "Mij geschiede naar uw woord." Toe maar. Wat een vertrouwen. Wat een overgave. De kerk nodigt ons uit om die woorden in het kader van het gebed dat wij het Angelus oftewel 'Engel des Heren' noemen in elk geval driemaal daags te bidden, bijvoorbeeld om negen uur 's morgens, om twaalf uur, - midden op de dag - , en dan ook weer om zes uur 's avonds en als je dan nog wakker bent ook om twaalf uur 's nachts, op het middernachtelijk uur, speciaal ook 'van oud op nieuw' – om biddend van het oude jaar het nieuwe in te gaan. Het "ja" van Maria tegen de blijde boodschap die de engel haar brengt is voor ons dé beslissende gebeurtenis van de hele geschiedenis van het mensdom. Hier in de kerk bidden wij sinds een paar jaar het Engel des Heren na de dagelijkse middagmis van half één.

Veelgeliefden, wat is dat voor een suggestie? Eentje uit de ouwe doos, toch? Dat kun je toch niet serieus menen dat je denkt dat wij dat werkelijk zélf zouden doen? Nou, veelgeliefden, ik zou niet weten waarom niet. Wie het doet, wie dagelijks 'Het Engel des Heren' op gezette tijden bidt, die heeft een ander leven, die ontvangt daarmee een krachtig medicijn. Het kost je maar een paar minuten. Maar hoe kostbaar kunnen die minuten niet zijn, - minuten waarin je aansluiting zoekt bij die biddende kring van mensen die we tegenkwamen in de eerste lezing vandaag uit het boek der Handelingen van de Apostelen: "Zij bleven trouw en eensgezind in het gebed, samen met de vrouwen, met Maria, de moeder van Jezus, en zijn broers." Het Engel des Heren bidden, dat is het gezelschap zoeken ván, dat is je verbinden mét Maria, met de engel, met Jezus, met God. Hetzelfde, maar dan langduriger, gebeurt, dierbare parochianen en gasten, in het bidden van de rozenkrans.

Gisteravond ben ik met mijn overbuurvrouw Trudi naar de film geweest, in EYE, het nieuwe filmmuseum aan het IJ. Het was een film die daar gedraaid werd in het kader van de zogenaamde Boeddhadag van de BOS, de Boeddhististische Omroep Stichting. Yangsi – reincarnation is only the beginning zo heette de film. Ene Mark Elliot is de maker. De film speelt in het milieu van Tibetaanse monniken. Voortdurend zie je die ook in de weer met gebedssnoeren. Die worden 'mala' genoemd. Daarbij 'chanten' de monniken. Ze murmelen, prevelen mantra's, gebedsformules. Ook westerlingen zie je het doen in de film, want zoals u weet: ook aan onze kant van de wereld is voor het boeddhisme veel belangstelling. Nou, denk je dan, als mensen gemotiveerd kunnen raken om zo'n 'mala' te hanteren en daarmee te bidden, waarom dan niet opnieuw leren bidden met behulp van de rozenkrans? Wie het doet, wie het leert, wie regelmatig de kralen van de rozenkrans door z'n vingers laat glijden, die kan gaan ervaren dat niet jij die rozenkrans vasthoudt maar dat die rozenkrans jou vasthoudt. Dat de hemel, dat Maria, dat Jezus, dat God jou vasthoudt in en met die rozenkrans. Daarin kan een mens steun vinden en vrede. En 'een gezin dat bidt blijft bij elkaar' heeft paus Johannes Paulus II gezegd.[3] Dat bidden ook in onze wereld daarmee geen overbodige luxe is moge duidelijk zijn. Amen.