Pagina 5 van 9
Vorige week in Tobit & Co: Tobias is, samen met zijn reisgezel Azarias, die in werkelijkheid de engel Rafaël is, in opdracht van zijn blinde vader Tobit, onderweg naar Rages in Medië om een grote som geld op te halen. Onderweg hebben ze een grote vis gedood en de lever, het hart en de gal eruitgenomen. Ze stoppen in Ekbatana waar Sara woont, een verwante van Tobias, met wie hij wil trouwen. Zij wordt echter geplaagd door een demon die elke huwelijkskandidaat vermoordt tijdens de huwelijksnacht.
Ze kwamen in Ekbatana aan en gingen naar de woning van Raguël. Sara kwam hun tegemoet. Nadat ze elkaar hadden begroet, nodigde zij hen uit om binnen te komen. Raguël zei tegen zijn vrouw Edna: ‘Wat lijkt die jongeman toch op mijn neef Tobit!’ Daarom vroeg hij hun: ‘Waar komen jullie vandaan, broeders?’ Ze zeiden: ‘Wij zijn van de stam Naftali en leven in ballingschap in Nineve.’ ‘Kennen jullie dan onze bloedverwant Tobit?’ Zij antwoordden: ‘Jazeker.’ ‘Maakt hij het goed?’ Zij antwoordden: ‘Hij is nog in leven en maakt het goed.’ Tobias voegde eraan toe: ‘Hij is mijn vader.’ Toen sprong Raguël op, liefkoosde hem, weende en prees hem gelukkig: ‘Dan ben je de zoon van een nobel en voortreffelijk man.’ Maar toen hij hoorde dat Tobit blind geworden was, werd hij bedroefd en weende. Ook zijn vrouw Edna en zijn dochter Sara weenden. Tobias en Rafaël werden met grote hartelijkheid in huis genomen. Men slachtte een schaap en zette hun een welvoorziene tafel voor. Tobias zei tegen Rafaël: ‘Broeder Azarias, spreek waarover je onderweg sprak. De zaak moet voltooid worden.’ Rafaël deelde Raguël mee wat ze besproken hadden. Daarop richtte deze zich tot Tobias met de woorden: ‘Eet en drink en laat het je goed smaken. Het komt jou immers toe om mijn kind tot vrouw te krijgen. Maar ik moet je wel de waarheid vertellen. Ik heb mijn kind al aan zeven mannen gegeven. Maar in de nacht dat ze naar haar toe wilden gaan, zijn ze om het leven gekomen. Maar kom, doe je nu tegoed.’ Maar Tobias antwoordde: ‘Ik zal hier niets meer van gebruiken voordat de zaak besloten is.’ Daarop zei Raguël: ‘Neem haar dan nu tot vrouw, overeenkomstig de gebruiken. Jij bent aan haar verwant, zij behoort aan jou. Moge de barmhartige God jullie een mooie toekomst geven.’ Toen riep hij zijn dochter Sara, nam haar bij de hand en gaf haar aan Tobias tot vrouw, met de woorden: ‘Hier is mijn dochter, neem haar volgens de Wet van Mozes tot vrouw en ga met haar naar je vader.’ En hij zegende hen. En nadat hij ook zijn vrouw Edna erbij geroepen had, nam hij een blad papier en maakte de huwelijksovereenkomst op, die zij met hun zegel bekrachtigden. Toen begonnen ze aan de maaltijd. Daarna riep Raguël zijn vrouw Edna en zei tegen haar: ‘Zuster, maak de andere kamer gereed en breng Sara daar binnen.’ Ze deed wat hij gevraagd had. Toen ze Sara in de kamer bracht begon het meisje te wenen, maar Edna droogde de tranen van haar dochter en zei: ‘Wees flink, mijn kind. De Heer van hemel en aarde zal je in plaats van al je verdriet zijn genade tonen. Wees flink, mijn dochter.’
Volgende week in Tobit & Co: Zal Tobias de demon kunnen overwinnen? Zal het een bruiloft worden of een begrafenis?