Afscheidsviering van parochie

Ik heb de behoefte vandaag iets langer te preken, omdat ik u nog zoveel zou willen zeggen. Heb ik dan in tien jaar nog niet kunnen zeggen wat ik nodig vond? In theorie heb ik natuurlijk alle gelegenheid gehad, maar een mens blijft groeien en wensen en zoeken en proberen.

Als ik u nu iets mee wil geven, heeft dat naturlijk te maken met mijn afscheid. Een opmerking die een van onze vrijwilligers jaren geleden al maakte was dat pastoors komen en gaan, maar dat de parochianen blijven. In het verleden hebben jullie inderdaad met name heel wat kapelaans zien komen en gaan, in de wilde zestiger jaren ging het soms wel heel snel. Wat dat aangaat bleven de pastoors meestal toch wat langer. Met deze bijzonderheid, dat ze na hun emeritaat ook hier bleven wonen, zelfs 'oud dekens' bleven hier wonen. Toen ik hier 1 November 1994 kwam, woonden hier oud deken en pastoor Wim Nicolaas, oud pastoor Schrama, oud deken Wiegering en oud pastoor Verkley. Van twee van hen hebben we in deze jaren afscheid moeten nemen.

Nu is er een jongere pastoor die nog een andere benoeming krijgt. En dat doorbreekt enigszins de gang van zaken van de laatste jaren. Maar er is ook een ander tijdperk aangebroken, Poeldijk heeft straks sinds 1648 geen eigen inwonend pastoor meer. Toen, in die jaren was het een keerpunt in de geschiedenis van de Rooms Katholieke gelovigen in het Westland. Maar net als drie en een halve eeuw geleden lijken we ook nu voor een soort keerpunt te staan. We leven in een tijd waarin geloof en gelovig leven niet meer vanzelf gaan. Maar vergelijk dat eens met de jaren voor 1648. Rondreizende priesters ondersteunden de gelovigen die verspreid ergens in schuilkerken bij elkaar kwamen. Of vergelijk het met de missielanden, waar missionarissen eens in de maand in een gemeenschap komen om daar te dopen, biecht te horen, de zieken te zalven, bruidparen te huwen, te bidden voor de overledenen en de Eucharistie te vieren.

Wanneer je door de eeuwen kijkt, zie je dikwijls tijden van worstelen en proberen, van tegenslag en teruggang. Ik las laatst een preek van paus Gregorius de Grote. Hij leefde in zesde eeuw te Rome. Over zijn bestuur schreef hij: