Beste vrienden,

Pontius Pilatus heeft zelfs in zijn stoutste dromen niet kunnen voorzien dat wij hier vandaag bijeen zijn, dat wij – tweeduizend jaar na de gebeurtenissen op Golgotha en duizenden kilometers ervandaan, nog altijd aan dat kruis denken dat op zijn bevel werd opgericht! 

Het teken van het Kruis heeft in de wereld een zegetocht zonder voorgaande gemaakt, en in onze dagen is het zo ver verbreid en zo vanzelfsprekend geworden dat we de vele voorstellingen ervan in ons dagelijks leven al niet meer opmerken.    

Dan kan het wel eens goed zijn wanneer we op een kruisbeeld stoten dat anders is dan het gewone. Zo is mij dat gebeurd op een uitstap tijdens het verlof. In de Romaanse crypte van het Munster van Breisach, een stadje gelegen aan de Rijn, tussen het Franse Colmar en het Duitse Freiburg. In die Crypte hangt een kruisbeeld dat helemaal buiten het normale kader valt. Het heeft een heel bijzondere vorm, en dat is niet zo omdat de kunstenaar dat zo heeft bedacht. Oorspronkelijk was het ook een heel normaal kruisbeeld dat midden op de markt stond. De bijzondere vorm heeft het gekregen door de hagel aan granaten die het stadje Breisach in de laatste dagen van de oorlog voor 85% met de grond gelijk heeft gemaakt. Het kruisbeeld heeft daarbij zijn beide armen ingeboet. En zo heeft men het dan in de Crypte opgehangen: een gedenkteken, een waarschuwing tegen oorlog en geweld: een kruisbeeld zonder armen. Zoals het er nu hangt komen er zeer veel mensen naar kijken en dat wat vreemd aandoende kruisbeeld kan ons ook een heleboel zeggen:  

Daar hangt Jezus nu,  zonder armen, zonder die handen waarmee Hij tijdens zijn leven zo veel heeft verwezenlijkt. Met die handen brak Hij het brood en deelde Hij het uit aan zijn leerlingen. Denken we aan al de ontelbare mensen die door zijn handen werden genezen, de doofstommen, de lammen en de melaatsen; Herinner u de handen die Hij heeft uitgestoken naar ons mensen, naar de zondaars en naar al diegenen die bij Hem wilden horen en die Hij als leerlingen heeft opgenomen. Wat zou Christus zonder die handen hebben uitgericht? Met die handen heeft Hij aan de mensen getoond dat Hij hen aanvaardt en in zijn kring opneemt, met die handen heeft Hij de mensen geheeld en heeft Hij hen te eten gegeven. Met die Handen heeft Hij ons verlost.

En het zijn juist die handen die er nu niet meer zijn. Juist die handen ontbreken aan dit kruisbeeld.  En ik vind dat dat een beeld is dat in onze moderne tijd helemaal opgaat. Als we er dieper over nadenken, dan komen we tot de vaststelling dat die handen niet alleen aan dat kruisbeeld ontbreken, die helende handen van Christus, die ontbreken vandaag werkelijk!   

Christus heeft in onze tijd geen handen meer die, zoals toen, echt zichtbaar en tastbaar zijn. Hij heeft vandaag geen armen meer die ik kan zien en aanraken. .  Christus is verrezen, Hij leeft, maar Hij leeft heel anders dan tweeduizend jaar geleden. En Hij werkt ook heel anders dan toen Hij nog als mens onder ons verbleef.  

Wanneer Jezus vandaag ergens ingrijpt, dan doet Hij dat niet meer met zijn handen. Jezus werkt vandaag door mensen, en in het bijzonder door mensen die in Hem geloven. Hij werkt door zijn Kerk en daarom heeft Hij ook de handen van de Kerk nodig.  

Maar, wiens handen zijn dat dan? Wiens handen worden bedoeld wanneer het om “de handen van de Kerk” gaat?  Wanneer je de Media en de openbare mening mag geloven, dan zou je kunnen denken dat hier de handen van de Bisschoppen en de Pastores worden bedoeld, want daar denk je toch vooral aan wanneer je in het algemeen over de Kerk spreekt.  

Maar, zijn die werkelijk de Kerk? Het werd me duidelijk wanneer ik enige tijd geleden een stukje las over een pater redemptorist die in een Zuid- Amerikaanse grootstad op zoek was naar een bepaalde parochie. Hij stopte aan een benzinestation en vroeg: “Verontschuldigt u mij, maar weet u hier de Sint Franciscus parochie”?   De man antwoordde: “De Sint Franciscusparochie? Och ja, die komt vanavond bij elkaar in de 50e straat in nummer 6.“ 

Die komt bij elkaar! U kan zelf eens uittesten wat je bij ons op een dergelijke vraag als antwoord zou krijgen; “De kerk staat ginder” zou men waarschijnlijk zeggen; Of: ”De pastorie is ginder naast de kerk, maar daar is op dit ogenblik niemand!”

Wie van ons zou er op het idee komen dat iemand die een parochie zoekt, niet gewoon de pastoor of een verantwoordelijke zou willen zien? Wie van ons beseft nog echt dat onze parochies, dat onze kerk niet bestaat uit een ambt of nog veel minder uit een gebouw, maar dat onze Kerk gevormd wordt door mensen!  De Kerk, dat zijn wij! En daar moeten we aan denken wanneer we weer eens op die Kerk afgeven. Onze kerk en onze parochies zullen pas dan terug werkelijk tot leven komen wanneer wij allemaal terug beginnen met datgene waar jezus voor geleefd heeft, wat Hij ons geleerd heeft en wat Hij heeft gedaan, wanneer ieder van ons de zaak van Christus terug tot de zijne maakt, wanneer wij er terug mee beginnen om Hem door onze handen te laten werken!

Op ons komt het aan, op ieder van ons afzonderlijk!

Er zijn al een heleboel mensen die dat hebben ontdekt. Mensen die er op hun werkplek voor uitkomen dat ze Christen zijn en die de christelijke waarden ook echt voorleven. Mensen die als echtpaar proberen om samen vanuit hun geloof te leven en niet direct op te geven bij de eerste moeilijkheid. Jongeren die in de jeugdbeweging of als misdienaar tot uiting brengen dat ze zich voor Jezus en zijn boodschap willen inzetten. Mannen en vrouwen die als mantelzorger bij hun zieke verwanten, of door hun inzet in de buurt de zaken in Jezus’ zin aanpakken waar het nodig is.  Mensen die niet voortdurend zeggen wat anderen nog zouden moeten doen, maar die het zelf aanpakken, die hun handen aan Christus lenen, zodat Hij door hen kan werken.  

Ik wens u allen, en ook mezelf, dat wij steeds meer tot zulke mensen zouden uitgroeien. Ik wens ons allen toe dat we alsmaar sterker zouden aanvoelen dat Jezus Christus ieder individu onder ons nodig heeft. Want: 

Christus heeft geen handen,
alleen onze handen,
om zijn werk vandaag te verrichten.

Hij heeft geen voeten,
alleen onze voeten,
om mensen op Zijn weg te zetten.

Christus heeft geen lippen,
alleen onze lippen,
om mensen over Hem te vertellen.

Hij heeft geen hulp,
alleen onze hulp,
om mensen aan zijn zijde te brengen.

Wij zijn de enige Bijbel,
die door de mensen nog gelezen wordt.
Wij zijn Gods laatste boodschap,
geschreven in woord en daad.

Amen.