×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 477 niet laden
Deze dag neemt ons mee naar de wortels van de Kerk van Rome. De twee bekendste en voornaamste apostelen hebben in de stad Rome het evangelie verkondigd en hebben daar de marteldood ondergaan. Deze twee apostelen zijn twee boegbeelden van de Kerk door wie blijkt dat de kerk enerzijds is ontstaan uit het Joodse volk en anderzijds bestemd is voor alle volkeren op aarde.
De christenen van Rome hebben altijd de graven van deze twee apostelen gekoesterd als krachtbron. Hun gelovig voorbeeld en hun moedige sterven wordt op deze dag herdacht. In Rome is deze dag bijzonder omdat de aartsbisschop-metropolieten die het afgelopen jaar benoemd zijn hun onderscheidingsteken, het pallium vandaag uit handen van de paus ontvangen. Zij zijn de leiders van hun kerkprovincie en met dit pallium wordt de eenheid van de kerkprovincie het de kerk van Rome uitgedrukt.
Vandaag begint ook het Paulusjaar dat door paus Benedictus is uitgeroepen om de 2000e geboortedag van de apostel Paulus te vieren. Een aanleiding om zijn brieven weer eens te lezen.
Mogen wij vandaag ook ervaren hoe onze kerkelijke betrokkenheid grenzen van taal en natie en ras overstijgt en ons verbindt met Christus zelf. Het is die verbondenheid die leven geeft.

Van wie kun je leren geloven? Voor de meeste mensen is het geloof van de ouders het eerste referentiepunt: zij voeren kinderen binnen in de gemeenschap van de kerk, naar de vieringen van de sacramenten en ze reiken hun een eigen gebedsleven aan. Naast je ouders komen we als gelovige mensen ook andere inspirerende mensen tegen die door hun leven levende voorbeelden kunnen zijn van een leven volgens het evangelie van Jezus Christus. Mensen die concrete voorbeelden zijn van een evangelisch leven en die ons inspireren om op onze beurt dat geloven inhoud te geven.
De kerk zelf grijpt terug op de ervaring van de apostelen om haar geloof te verdiepen en steeds weer terug te gaan tot die apostolische oorsprong. We noemen onze kerk in de geloofsbelijdenis een apostolische kerk. Dat betekent dat de ervaringen en de geschriften van de apostelen uitgangspunt zijn om ons geloof onder woorden te brengen.
In de eerste eeuwen verspreidde het christendom zich razendsnel door het Romeinse rijk. De energieke en onvermoeibare Paulus nam het voortouw, maar ook de meeste andere apostelen verlieten de stad Jeruzalem om elders het evangelie te verkondigen. De christelijke gemeenten die in de steden ontstonden, beriepen zich op hun apostolische oorsprong om hun verbondenheid met het evangelie uit te drukken. De apostelen werden opgevolgd door nieuwe kerkleiders: bisschoppen die hun gezag ontleenden aan de apostelen. De apostelen gaven de opdracht die ze van Christus hadden ontvangen, op hun beurt door aan deze bisschoppen om het op hun beurt door te geven aan hun plaatselijke kerk.
De apostelen laten in hun eigen leven zien op welke manier het geloof wortel heeft geschoten en gestalte heeft gekregen. Van een aantal apostelen kunnen we dat in het evangelie of in de handelingen lezen. Het woord van Christus dat hen roept verandert hun hele bestaan: van visser, tollenaar, geleerde worden zij rondtrekkende geloofsverkondigers. Bovendien horen we hoe het geloof van de ene mens wordt doorgegeven tot de andere.
De briefwisseling tussen Paulus en zijn leerling Timoteüs waar we vandaag een klein stukje uit lezen, laat een innige vriendschap zien tussen twee mensen die met elkaar de bevlogenheid voor het evangelie delen en waar Paulus, die het einde van zijn leven ziet naderen, zijn erfdeel overdraagt aan zijn leerling. Het vervult hem van vertrouwen dat dit erfdeel bij hem in goede handen is. Het is een kostbaar erfgoed, omdat het om de persoonlijke beleving van het evangelie van Christus gaat. Geloofsoverdracht is gebaseerd op de persoonlijke relatie die Paulus en Timoteüs met elkaar hebben: leraar en leerling worden broeders van elkaar, ze worden huisgenoten van hetzelfde geloof.
Apostoliciteit van de kerk is gebaseerd op het persoonlijke geloofsgetuigenis van mensen van vlees en bloed, mensen die als het ware vanuit éénzelfde bron drinken: het ene evangelie van Jezus Christus. Vanaf het begin zochten de kerkelijke gemeenschappen die her en der waren ontstaan hun eenheid en hun verbondenheid. Zij vonden deze steeds weer bij de personen van de apostelen. Gemeenschappen die zo her en der verspreid zijn, lopen het risico hun eigen weg te gaan en hun eigen waarheid te maken. Ze beperken traditie tot hun eigen traditie en tot hun eigen persoonlijke ervaringen. Nog steeds is dat het spanningsveld waar de kerk van vandaag mee te maken heeft: om je eigen kerkelijke identiteit te beperken tot je eigen plaatselijke en tijdelijke ervaringen. De kerkelijke apostolische gemeenschappen keren telkens weer terug naar hun apostel die bij hen het geloof als eerste heeft verkondigd en blijven op die manier verbonden met de kerk als geheel.
Door het apostolische karakter van de kerk te belijden, blijven we verbonden met de traditie van twintig eeuwen en met een wereldwijde identiteit als katholieke kerkgemeenschap. Op die manier blijven we als kerk van vandaag, als kerk die hier en nu het evangelie verkondigt en gestalte geeft, ingebed in de grote en brede traditie waarin de apostelen ons zijn voorgegaan. Mogen Petrus en Paulus ons steeds weer inspireren om ons eigen gelovig leven te laten voeden door de traditie waarin we staan. Misschien dat we dit Paulusjaar kunnen aangrijpen die verbondenheid te verdiepen.
Amen