Maria is groot omdat zij menselijk dienstbaar was.
Zij trok het bergland in, naar Juda,
om er haar nicht Elisabeth te helpen die een kindje verwachtte.
Maria stond dus klaar om te helpen.
Zij wachtte niet af tot men het haar vroeg. Zij nam zelf het initiatief.
Zij voorzag dat er nood was en zij snelde ter hulp.

Wij mogen goed beseffen
dat Maria ook nu klaar staat om ons te helpen.
Zij voelt onze noden heel goed aan, zoals elke moeder.
Zie wat zij vooral doet als wij kijken naar haar beeld:
zij glimlacht en zij toont ons haar Kind.

Als wij durven opkijken naar Maria's milde glimlach,
dan geneest die vlug de bitterheid en de wanhoop
die ons hart soms dreigt te overspoelen,
en dan komt er vrede en rustig vertrouwen,
ook als wij zwak of klein geweest zijn.
Het is vooral in crisismomenten
dat een mens zijn moeder niet kan missen.
Wij hebben een Moeder aan wie wij alles mogen vertellen,
ook ons diepste wezen, een Moeder wiens glimlach
een wondere rust kan brengen in ons gemoed,
zelfs op de meest dramatische ogenblikken van ons leven.

En als wij kijken naar haar gebaar,
dan beseffen wij vlug dat wij niet mogen doen
zoals verwende kinderen die steeds méér vragen, voor onszelf.
Want met een teder gebaar toont Maria ons steeds haar Kind.
Zij verwijst ons telkens opnieuw naar Jezus,
als om te zeggen: "Hij is belangrijker!
Kijk en luister naar Hem en doe wat Hij vraagt!"
Maria drukt dus uit dat zij de belangstelling
niet op zichzelf wil richten.
Eigenlijk stuurt zij ons op onze beurt het bergland in,
d.w.z. naar de plaats waar zwakkeren en kleinen in nood zijn,
opdat wij daar vandaag nog ter hulp zouden snellen, in Jezus' naam.

Ja, wij mogen veel vragen aan Maria.
Maar laten wij, kijkend naar haar glimlach en haar gebaar,
er steeds aan toevoegen: "Moeder,
geef ons vooral een hart dat dienstbaar blijft voor anderen."

Maria is ook groot omdat zij geloofde.
"Geloven" betekent: uit vrije wil aanvaarden
dat God Zijn middelen gebruikt
om in ons leven Zijn plan te voltrekken.
De Heer gebruikt soms zeer eigenaardige wegen om ons te brengen
waar Hij ons eigenlijk nodig heeft.
Maria ondervond dit herhaaldelijk vanaf de dag van haar ja-woord
tot het uur van het kruis en de verheerlijking van haar Zoon.
Maar zij antwoordde steeds opnieuw:
"Zie de dienstmaagd van de Heer. Mij geschiede naar Uw woord!"

Zo leert Maria ons geloven.
Zij leert ons aanvaarden dat God ook in ons leven
Zijn eigen middelen en wegen kiest
om ons te brengen waar Hij ons nodig heeft.
Zij leert ons Gods vingerwijzingen
aan te voelen in hetgeen wij beleven.
Zij verwijst ons naar haar Kind, vooral op de dagen dat wij
zouden vergeten dat wij ons zonder schrik mogen toevertrouwen
aan alles wat Hij, de Liefde, eigenlijk van ons verlangt.

Als wij iets vragen aan Maria,
laten wij er dan steeds aan toevoegen:
"Moeder, geef ons vooral ook een hart dat gelooft in de Liefde!"

Omwille van haar grote dienstbaarheid en haar groot geloof
wordt deze jonge vrouw vandaag gevierd
als de verheerlijkte Koningin van de hemel.
De "hemel", dat is "Gods toekomst die ons opwacht".
Maria lacht ons toe vanuit Gods toekomst
waar wij worden verwacht.
"Verheerlijkt", dat wil zeggen:
dat het goddelijk leven in haar reeds verrezen, reeds voltooid is.
Wij durven vandaag in geloof opkijken naar haar,
als naar het beeld van wat de hele mensheid te wachten staat:
de totale vereniging met Gods liefde.

Vandaag vereren wij onze verheerlijkte Moeder
en wij vragen haar, naast alles wat wij nodig hebben, vooral:
"Maria, geef ons een dienstbaar en een gelovig hart,
dat vanuit zwakheid, zonde en dood,
nu reeds wat meer verrijzen mag tot uw goddelijk, liefdevol leven."