De paus van Palmzondag?

De opvolger voor Benedictus leidt (lijdt) zijn eerste week in Rome. De keuze van zijn naam Franciscus is nog sterker dan het Yes we can van Obama. Hij begint een nieuw rij. Zelfs al zou hij maar enkele maanden paus zijn, dan zal een tweede en derde hem daarin navolgen.

Zal hij naar het sint Pietersplein optrekken, gezeten op een ezel? Adrianus VI (1459-1523) heeft het hem voorgedaan. Toen deze zijn pauskeuze vernam, kon hij pas na een lange bootreis de omgeving van Rome bereiken. Het schip legde aan in Ostia. Er waren geen paarden ter beschikking en Adrianus trok dan maar Romewaarts gezeten op een ezel. In Rome heerste de pest.

Paus Franciscus Jorge Mario Bergoglio heeft een voorkeur voor het openbaar vervoer. Zijn vader werkte bij het spoorwezen. De avond na zijn verkiezing tot paus stond een limousine klaar. Paus Franciscus gebruikte deze niet en stapte samen met de kardinalen in de bus naar hun verblijf in het Marthahuis.

 Wanneer kardinaal Mercier (1851-1926) per wagen vanuit Mechelen naar Brussel kwam, herinnerde een journalist eraan dat Christus op een ezel Jeruzalem binnenkwam. Waarop de kardinaal zou gezegd hebben: “Mocht ik met een ezel gekomen zijn, je zou me beschuldigen dat ik negentien eeuwen ten achter ben.” De ezel van Palmzondag zegt ons althans dat de Heer niet zo gesteld is op de kracht van paarden. Franciscus, de Poverello van Assisi, heeft zelfs wat te veel gevergd van zijn broeder ezel, waarmee hij dan zijn eigen lichaam beschouwde.

Met de keuze van de naam Franciscus is onmiddellijk de liefde verbonden die Franciscus (1181-1226) had voor Vrouwe Armoede, zijn zorg voor de zieken en zijn ontmoeting met de melaatse. Hij bouwde aan het kerkje van San Damiano, maar leerde al gauw dat de Heer van hem ander metselwerk verlangde.

Franciscus is tevens de man van La Verna, een plek toen hij het moeilijk had met zijn stichting. Hij kreeg daar de stigmata en was sindsdien nog meer verbonden met de gewonde Christus.

Bij zijn eerste woorden en gebaren op het Sint Pietersplein was duidelijk dat paus Franciscus rekent op de verbondenheid en medewerking van velen. Wij gaan samen de Goede Week in en stellen ons onder de wet van het kruis op weg naar Pasen. Wij trachten de theologie van het kruis en deze van de heerlijkheid te verbinden en niet eenzijdig voor een van beide te kiezen.

Palmzondag is de dag van de kortstondige jubel. Op de intrede in Jeruzalem volgt de tempelreiniging. Jezus voelde vlug de tegenkanting aan die hij daar opriep. Lucas heeft drie hoofdstukken over de Goede Week. Hoofdstuk 22 begint met het verraad van Judas, een van de twaalf. Die aanvaardde de som geld, die de tegenstanders van Jezus hem aanboden.

De Goede Week brengt ons in de bovenzaal en bij de kern van de eucharistie. In de liturgie zijn we dicht bij Jezus (SC 5). “De liturgie is het hoogtepunt waarnaar de Kerk in al haar handelen streeft en tevens de bron waaruit al haar kracht voortvloeit” (SC 10).

Jezus spreekt die avond over de dienstbaarheid. “De belangrijkste van jullie moet de minste worden en de leider de dienaar” (Lc. 22,26). Van paus Franciscus is bekend dat hij de armen nabij is en op heel treffende wijze Witte Donderdag vierde, zeker die keer toen hij Aidspatiënten de voeten waste.

Het is Lucas die ons Petrusteksten aanreikt, zowel deze over de ontrouw van Petrus als de opdracht om als een bekeerd man zijn broeders en zusters te steunen (Lc. 22,31-34). Lucas laat ons de doodsangst van Jezus aanvoelen en brengt ons bij de doodsangst van gevangenen op zoveel plekken in de wereld, vroeger en nu, in Argentinië, Brazilië, in de goulags en concentratiekampen. Hij brengt ons bij de doodsangst van mishandelde psychiatrische patiënten. In Dachau werd tijdens het eucharistisch congres van 1960 de kapel van de doodsangst ingewijd.

De Goede Week doorloopt de vele staties op de kruisweg van Jezus. Lucas maakt ons tot een Simon van Cyrene om het kruis achter Jezus aan te dragen. Hij plaatst ons bij de wenende vrouwen, die Jezus nabij zijn en van hem troost ontvangen. Jezus hangt tussen twee moordenaars. Hij verlaat ons met woorden van vergeving en overgave. De Goede Week eindigt bij een geopend graf en bij Jezus de verrezen, die met zijn leerlingen op weg blijft.

Paus Franciscus was 32 toen hij in december 1969 priester werd gewijd. De conciliesessies waren toen voorbij. Had hij bij de concilievaders gehoord; dan zou hij wellicht tijdens het concilie deelgenomen hebben aan de werkgroep over de armen, een groep waartoe de Doornikse bisschop Himmer behoorde, de Oosterse bisschop Hakim en de Braziliaanse bisschop Helder Camara. Een groep van 40 bisschoppen ondertekende op 16 november 1965 een pakt in de catacomben van Domitala. In de constitutie over de Kerk verklaarden de concilievaders aansluitend bij het woord van Jezus in Nazareth dat “de Kerk met liefde allen omringt die door menselijke zwakheid getroffen zijn; meer nog in de armen en lijdenden erkent zij het evenbeeld van haar arme en lijdende Stichter; zij spant zich in om hun ellende te lenigen en Christus zelf is het die zij in hen wil dienen” (L.G. 8). Paus Franciscus zal dit conciliewoord verlevendigen. Wij mogen hem daarbij niet alleen laten