Naar sterren staren (1998)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden

VERLIEFD IN DE WOESTIJN


Abraham kijkt omhoog. De nacht is donker. Hij ziet de hemel ongeveer zoals wij die zien; nou ja, met onze leken-ogen, want hetzelfde is ze niet. De sterrenhemel die we waarnemen is eigenlijk een wonderlijke reis door de tijd. Dat besefte Abraham niet. De sterren zijn erg ver weg. De dichtstbijzijnde staat op 37.000 miljard kilometers afstand. Een lichtstraal heeft er vier jaar voor nodig om die afstand af te leggen. En dat is de dichtstbijzijnde ster. Van andere lichtpuntjes die ik tegelijk zie is het licht soms meer dan honderdduizend jaar onderweg, om maar eens iets te noemen. Sommige lichtjes zijn geen sterren maar complete sterrenstelsels. Al dat licht van ver komt op dit moment hier bij elkaar.
We zien een hemel die er nooit is geweest, een gekromde reis door de tijd maakt een mens, telkens weer als hij naar boven kijkt.
"Kun je ze tellen?" klinkt het in Abrahams hoofd. Nee, dus. Op een koude avond in de woestijn zijn er te veel sterren te zien. Niet te tellen. Te dicht bij elkaar, en je kunt er geen vinger bijhouden; je raakt de tel kwijt nog voor je bij twintig bent. En je gaat er steeds meer zien, naarmate je langer kijkt. Nee, ze zijn niet te tellen.
Abraham is trouwens ook al zo oud. De dood dringt zich steeds nadrukkelijker aan hem op. Hij ziet de sterren niet meer scherp. Het is meer zijn herinnering aan de nachten dat hij verliefd in de woestijn te dromen lag.

ABRAHAM ZOEKT TOEKOMST

Abraham is somber. Hij ziet geen toekomst. De gedachte aan een God die een mens na de dood opneemt en leven doet is ver van hem. Toekomst is nageslacht. De woestijnen, steppen en zelfs de rivierbeddingen zijn nog niet overbevolkt. Abraham wil voortleven en zoekt nageslacht. Hij was met Sara getrouwd, met een half-zus. Er was iets in zijn moraal dat hem gebood om een bloedzuiver nageslacht te verwekken. Vandaar, maar ja, incest was zonde, dus Abraham, in een onmogelijk dilemma, accepteert zijn lot van kinderloosheid. Maar vannacht onder de sterren droomt hij van een nageslacht zo verkwistend als zaad, zo talrijk als de sterren aan de hemel.
Ik weet niet of het door dit verhaal van Abraham komt dat het oude volksgeloof vertelde dat sterren de zielen zijn van ongeboren kinderen. Of misschien dacht Abraham wel dat de lichtjes aan de hemel evenzoveel wensen waren om vlees en bloed te worden, zíjn vlees en bloed. Miljoenen mensen hebben naar de hemel gekeken en iets gemompeld of gefluisterd of uitgeroepen. Ze zagen lichtjes, maar begrepen niet wat ze zagen. Waren het gaatjes in een koepel? Allemaal even ver? Waren het vuren van de goden? Zielen van mensen? Ze wisten het niet. Maar altijd bleek het veel en veel meer te zijn dan men dacht. Veel en veel wonderlijker dan men vermoedde. Veel en veel meer vragen oproepend dan beantwoordend.
De Duitse geëngageerde theologe Dorothee Sölle vertelde: "Mijn kleindochter was vijf. Ik had iets over vroeger verteld en toen vroeg ze: 'Waar was ík toen dat gebeurde?' Ik zei: 'Jij was toen nog niet geboren.' Zij werd boos en zei: 'Ja maar, ik moet toch ergens geweest zijn.' 'Jij was nog verborgen', zei ik. Zij dacht hierover na en zei toen: 'Ja natuurlijk, ik was nog verborgen in God.' De bijbel zegt dat God liefde is. Wij waren verborgen in de liefde. En nou bestaan wij, om dat stukje God in onszelf aan het licht te brengen. Dat is de zin van het leven. Dat maakt ons eeuwig.

VRIENDSCHAP MET DE STERREN

Abraham kijkt naar de sterren. Hij zag ongeveer dezelfde hemel als ik. Hij voelde een diepe zwarte troost. De hemelkoepel relativeerde zijn eigen bestaan en gaf er tegelijk een immense waardering aan. De hemelkoepel was een beeld van God. En hij sloot er vriendschap mee. Dat wil zeggen. Hij bezegelde een verbond zoals nomaden dat deden. Hij sneed kadavers middendoor. En de hemel van haar kant schoot met vuur uit den hoge daar doorheen. Abraham sloot een verbond met de sterren. Zo zie ik Abraham. Hij tuurt naar boven. Hij ziet stilte, en fonkelende sterren. Hij kan ze niet tellen. De hemel is te groot. Ieder later onderzoek zou meer raadsels dan antwoorden opleveren. Abraham wordt getroost en hij glimlacht. Hij zal voortleven. Zij nageslacht zal zo talrijk zijn als de sterren. Een omnipotent gevoel vervangt zijn impotentie. De sterren beloven dat het goed komt! Ze onthullen zwijgend dat er veel nog verborgen is in Gods liefde.
De drie apostelen die Jezus zagen lijden in de hof van olijven, die er ingeslapen waren, die drie zien ook meer dan Jezus'lijden. Ze zien er doorheen, ze zien erachter, ze zien wat verborgen is in Gods liefde. De sterren troosten ons en soms maken ze ons kwaad. Ze troosten omdat ze zwijgen, niet veroordelen, maar genadig toezien. Ze maken ons kwaad omdat ze zwijgen en wachten, omdat ze meer tijd hebben dan wij. God, wat een wonder!

VISIOEN VAN FRIET MET MAYONAISE

Lieve kinderen. Weet je wat een visioen is? Een visioen dat is iets dat je ziet terwijl het niet te zien is. Het is er niet. Maar toch zie je het! Zal ik jullie eens een visioen geven. Let op. Ga eens recht op je stoel zitten. Doe je ogen dicht. Nou moet je heel rustig ademen en nergens aan denken. Nou stel je voor: ik kom binnen met een grote kom met frieten! Mooie goud-bruine frieten. De damp kringelt omhoog. De pot met mayonaise staat erbij...!!! Stop, wakker worden. Ogen open. Dat was nou een visioen. Sommige kinderen krijgen het water al in de mond. Zo kunt je een visioen hebben als je ergens heel erge zin in hebt. Abraham wilde heel erg graag vader worden. Petrus wilde heel erg graag dat het goed ging met Jezus. Een kind ziet oma ziek in bed en ze heeft een visioen dat oma weer beter is en in haar huis op hem wacht. En een ander kind ziet zijn dode opa opgebaard en het ziet dat opa thuis is in het licht van God. Sommige visioenen laten ons meer zien dan we met onze ogen zien. Daarom heeft God ons fantasie gegeven. Om te geloven!