Bidden (2007)

Wie een beetje culturele belangstelling heeft zal vast en zeker eens een keertje een kerk binnen lopen, of een synagoge, of een tempel, of een stupa of een moskee. In sommige van die gebedshuizen is veel te zien in andere vrijwel niets. Ze zijn geen van alle bedoeld voor de cultuurzoeker al is die er soms wel te vinden. Het zijn allemaal gebedshuizen ofschoon er dikwijls weinig gebeden wordt, want om te kunnen bidden moet het stil zijn en stilte kan aardig verstoord worden door een predikant, een koor of orgel of gewoon door mensen die alleen maar zitten en rond kijken en toch is bidden hetgeen er vooral te doen is. De titel “gebedshuis” klopt dus eigenlijk zelden of nooit. Er wordt daar misschien wel een aanzet gegeven voor bidden ergens anders, thuis, in een bos, in je bed, ergens op een bankje, een eenzame plaats of een berg.

Wat gebeurt daar dan? Daar proberen mensen tot zichzelf te komen, in zichzelf te keren. Ook de lichaamshouding kan daar een bijdrage aan leveren, door te knielen, het hoofd gebogen, de handen gevouwen, de ogen gesloten of anderszins. Tijd en stilte is nodig om ruimte te scheppen voor intens en terugkerend gebed. Allerlei gebeurtenissen kunnen een aanleiding zijn om daar naar op zoek te gaan.

Als je kind iets overkomt of als je zelf van de dokter te horen krijgt dat je nog maar een beperkte tijd te leven hebt of als je de baan verliest waar je zo trots op was, dan kun je dat niet zo een twee drie verwerken. Tegenslagen kun je blijven dragen als een onafwendbare last of met rust en stilte verwerken in de loop van dagen, weken of maanden. Het kan aanleiding zijn tot bidden.

Het is heel menselijk om gebed te beginnen met een vraag, want we hebben zo veel vragen, maar het is niet verstandig om dan zelf het antwoord te bedenken op die vraag. Dat past niet in de mentale gebedshouding. Wie blijft bidden met open vragen, zal uiteindelijk het antwoord vinden in de eigen vragen, diep in het eigen hart. In de diepte antwoordt de Allerhoogste. Je verandert zelf. In plaats van iemand die vraagt wordt je omgevormd tot iemand, die luistert en hoort wat er van jou wordt gevraagd.

Niet alleen degene die een tegenslag heeft te verduren, is gebaat met aanhoudend gebed, ook degene die voor een onoverzichtelijke taak staat en degene die twijfelt aan de eigen inzet. Die betekenis mogen we zeker geven aan het gebed op de berg, waar Jezus zich afvroeg of hij zich kon opwerpen als de Messias waarop het volk zat te wachten en als hij dat zou doen, welke inhoud hij dan aan zijn boodschap zou geven.

Voor ons is de inhoud vaak datgene wat ons overkomt. De inhoud kan zijn: grote dankbaarheid om de voorspoed, het onvoorspelbare succes, het goede wat ons zomaar toevalt.

Jezus koos een plek weg van de drukte, op het ene moment in de woestijn, dan weer in een tuin, een hof van olijven, of zoals vandaag, op een berg. Het samenzijn met velen in een kerk is niet per se zo’n goede plek daarvoor, maar af en toe proberen we ook hier het even stil te maken in onszelf “om Gods nabijheid toe te laten, want dat is op zich al een goede vorm van gebed, nog vóór er een woord aan te pas komt. Maar dan nog is het slechts een aanzet tot bidden op de eigen stille plek. Zoals Jezus elders zegt: Sluit ramen en deuren, in plaats van veel vertoon naar buiten in een grote groep of op de hoek van de straat, “want Vader God die in het verborgene hoort en ziet zal er zijn voor wie Hem toelaat”.

Vandaag alweer geen oproep om op te springen en tot actie over te gaan, maar wel om de oproep mee naar buiten te nemen, naar huis, naar de stilte om daar de tegenslag en het succes, eenzaamheid en vriendschap, verdriet en vreugde, boosheid of onzekerheid over wat te doen, zorgen  en zoveel meer te delen met Degene “die er altijd is”, die er altijd bij wil zijn  , want zo is zijn naam: Allah voor de moslim, Jaweh voor de jood en Vader God voor de christen.