1e zondag van de vasten C (2013)

Een stukje geschiedenis. Er is een gezegde: “cuius regio, illius religio”. Dit is de Latijnse versie van een rechtsregel uit de Godsdienstvrede van Augsburg van 1555. Vrij vertaald betekent dit: “In wiens land men leeft, diens godsdienst men heeft”. In het toenmalige Duitse Rijk bepaalde de landsvorst de godsdienst. Hij moest beslissen of in zijn gebied de katholieke of de lutherse godsdienst (en later ook het Calvinisme) werd aangehangen. Onderdanen bezaten alleen het recht om hun onroerend goed prijs te geven, het land te verlaten en zich elders te vestigen.

Dat principe werd bijna honderd jaar later, toen in 1648 de Tachtigjarige Oorlog en de Dertigjarige Oorlog werden beëindigd, als algemene regel aanvaard binnen de Europese staten. Tijden lang heeft dit principe de kerkelijke situatie in meerdere Europese gebieden bepaald.

Dit kwam in mij op toen ik nadacht over de berichtgeving over onze paus, de afgelopen week. Het onfatsoen, de eenzijdigheid en verdraaiing van feiten waren gaandeweg voor iedereen zichtbaar, ook voor niet gelovigen en mensen die niets met kerk of paus van doen hebben.

Er is nog een gezegde: “Wiens brood men eet, diens woord men spreekt”. Als je voor je boterham van iemand afhankelijk bent, praat je hem snel naar de mond. Onze media roepen om het hardst dat ze onafhankelijk zijn. Maar wie de berichtgeving analyseert, komt al snel tot de conclusie dat de media niet onafhankelijk zijn en evenmin neutraal of objectief. Maar, luidt dan de vraag, wie is dan die landheer, wiens geloof men heeft of wie is de broodheer, wiens woord men spreekt? Wie heeft de macht over de media, dat deze dingen in ons verneder-landje zich zo hebben ontwikkeld?

Het zou niet verkeerd zijn om naar de poppetjes te kijken, want het zijn op een of andere manier toch altijd mensen die achter de schermen aan de touwtjes trekken. Maar dat mag een echt onafhankelijke onderzoeksjournalist doen, als die nog gevonden wordt. Hier in de preek gaat het om iets anders. Het gaat om ons. Hebben wij het geloof van onze Landheer en spreken wij het Woord van Hem die ons zijn Brood geeft?

Op deze eerste zondag van de veertigdagentijd, lezen we over de bekoringen van Jezus in de woestijn. Wie of wat bepaalt zijn keuzes? Is het de honger naar het aardse brood dat bepaalt waarvoor Hij zijn bijzondere talenten inzet? Zijn het de doelen die de middelen heiligen om Gods Koninkrijk te vestigen; kiest Hij voor de macht om daarmee de waarheid te verkondigen en iedereen, vrijwillig of niet, onder zijn bestuur te brengen? Kiest Hij voor een onlogisch en een spectaculair geloof, waarin God alles oplost en je opvangt als je van de tempelkoepel afspringt? Het zijn bekoringen die in elke tijd in een nieuwe gedaante tevoorschijn komen. Zoals Hij ze heeft overwonnen, zo moeten ook wij ze overwinnen.

Want ook in onze tijd lijken de oude gezegdes op te gaan. Hoeveel mensen denken echt onafhankelijk? Er is een nieuwe heerser die feitelijk een oude heerser is, dat is de heersende mening, dat is het politiek correcte denken, de groepsdruk, de sociale controle. Wie in een democratie de macht wil grijpen moet de media beheersen. Wanneer commerciële doelen de belangrijkste media bepalen, dan bepalen ze op de duur het denken en de mentale richting waarin een land zich beweegt.

Deze veertigdagentijd mag een tijd zijn waarin we ons bezinnen op onze vrijheid, onze mentale vrijheid en onze godsdienstvrijheid. We mogen ook nadenken wat het ons mag kosten om het woord te spreken van onze echte Broodheer, Hij die zichzelf geeft als ons Brood ten leven. We mogen nadenken welke prijs Hij heeft betaald om die vrijheid te verwerven. We mogen nadenken en kijken hoe Hij omging met onwaarheid, met de leugengeest van alle tijden, hoe Hij tegen de heersende machten inging en opkwam voor Gods Waarheid.

Na 1555 was er ruimte voor één godsdienst per land, er was nog geen godsdienstvrijheid. In het Communisme was zelfs geen ruimte meer voor Godsdienst. Dat was het ook niet onder het Nazisme. Onze moderne maatschappij vertoont soms zulke totalitaire trekken, er is schijn-vrijheid-van-meningsuiting, die geldt slechts zolang je meepraat met de heersende mening. Zodra iemand van enig statuur zoals onze paus iets anders verkondigt wordt hij door onze media neergesabeld en belachelijk gemaakt. Alles wordt in het werk gesteld om hem uit te schakelen.

Dat gebeurde ook bij Jezus, want zo werkt het altijd. De heersers veranderen, de structuren en de namen veranderen, maar de processen blijven hetzelfde.

In deze veertigdagentijd mogen we ons bezinnen op onze geestelijke vrijheid. Daarvoor is het nodig om te zorgen dat de media niet als een ongeremde stroom onze huiskamers binnenkomen. We kunnen betere bronnen aanboren die ons beter van dienst zijn. Meer stilte in ons leven, om dichter bij de Bron te komen, die ons het Woord en het Brood van het Leven geeft. Amen.