Pinksteren C - 2013

Zusters en broeders,

In het evangelie hoorden we hoe Jezus na zijn verrijzenis plotseling aan zijn apostelen verschijnt. Het was de avond van de eerste dag van de week, en dat was de dag waarop Maria Magdalena, Petrus en Johannes ’s morgens hadden gezien dat het graf leeg was waarin Jezus was begraven. Leeg, want Jezus was verrezen. Nu verschijnt Hij aan zijn apostelen, en zijn eerste woorden zijn ‘Vrede zij u.’ Een paar dagen voordien heeft Hij hen zien vluchten toen de hogepriesters Hem gevangen lieten nemen, Petrus heeft Hem drie keer verraden, en geen enkele van de apostelen heeft geprobeerd te verhinderen dat Hij ter dood werd veroordeeld, gemarteld en gekruisigd. Voor al die vreselijke dingen stond Hij helemaal alleen, Hij moet zich verraden en verlaten hebben gevoeld, en toch zijn zijn eerste woorden: Vrede zij u.

Vrede, dat is dus wat God ons wenst en wat Hij ons ook geeft. Hij laat ons nooit in de steek, Hij zorgt voor vrede, voor rust, voor barmhartigheid. En vrede is niet zomaar iets, nee, het is een noodzaak, want zonder vrede is geluk niet mogelijk. Die vrede wil de Heer ons geven, maar we moeten ze natuurlijk zelf willen. Daarom voegt Jezus eraan toe: ‘Ontvang de heilige Geest.  Als je iemands zonden vergeeft, dan zijn ze vergeven; vergeef je ze niet, dan zijn ze niet vergeven.’

Kunnen vergeven, dat is de basis van de vrede. Zonder vergeven is vrede onmogelijk. Soms krijgen wij, krijgen mensen te maken met dingen die pijn doen, die kwetsen, die onrecht aandoen. Dingen die wij niet zoeken, en die we toch ontmoeten, omdat ze aangedaan worden. Zoals het lijden en de dood Jezus werden aangedaan. En toch kon Hij vrede wensen, omdat Hij kon vergeven. Dat kunnen wij ook als we zijn weg willen gaan, en zijn weg, dat is de weg van liefde, van barmhartigheid, van gerechtigheid. Daarom geeft Hij ons zijn Geest, en in de eerste lezing zien we de directe werking van die Geest. We zien zijn Geest in de apostelen, die ineens niet meer bang en niet meer laf zijn, maar die zonder schroom vertellen over Gods grote daden. En die grote daden hebben ze leren kennen in en door Jezus. En de werking van de Geest zien we ook in de Parten, Meden, Elamieten, en nog zoveel anderen. Hoewel ze afkomstig zijn uit ik weet niet hoeveel verschillende volkeren, verstaan ze toch allemaal de apostelen. Ook dat is de Geest: Hij doet mensen elkaar verstaan, en dat is niet vanzelfsprekend. Niet onder volkeren, niet onder rassen, niet onder talen, niet onder godsdiensten. We zien dat in de wereld, in onze maatschappij, in ons land. Volkeren bestrijden elkaar, verschillende meningen leiden naar burgeroorlogen, rijkdom vernietigt armoede en gebrek. Ook godsdienst leidt niet vanzelf tot begrip en wederzijdse aanvaarding. We merken dat in onze Kerk: vaak is er onbegrip tussen modern en conservatief, tussen vroeger en nu, tussen nu en later. We merken het nog meer in een andere godsdienst, die geteisterd wordt door Taliban, Al Quaeda, Hamas en nog zoveel meer, wat in die godsdienst leidt naar wederzijdse uitroeiing, terrorisme, wreedheid, onbegrip.

Zusters en broeders, we hebben op dit Pinksterfeest veel te leren. Zoeken naar vrede, luisteren naar elkaar, elkaar willen begrijpen, elkaar willen vergeven. Zoals Jezus ons heeft voorgeleefd, en zoals Hij ons door zijn Geest nog altijd voorleeft. Vrede, vreugde, begrip, barmhartigheid, zo was Jezus. Hij vergaf alles wat Hem werd aangedaan, en Hij vergaf ook alle mensen wat ze fout deden. Maar Hij keurde het daarom niet goed. Dat moeten ook wij dus niet doen. ‘Als je zonden niet vergeeft, dan zijn  ze niet vergeven’, zei Jezus. Met andere woorden, kwaad blijft kwaad, ook voor de Geest, ook voor God. Wat God, wat Jezus ons vraagt, is dat we willen vergeven, niet dat we het kwade willen goedkeuren. Want kwaad blijft kwaad, en het gaat recht in tegen Gods geboden, die Jezus heeft samengevat in één enkel gebod: ‘Bemin God bovenal en uw naaste gelijk uzelf.’ Dat is de diepte van zijn Geest: dat Hij ons daartoe aanzet. Mogen wij Pinksteren zo ervaren, en moge Gods Geest over ons komen, zodat we kunnen leven in liefde, in vrede en in vreugde. Amen.