Kerstnachtmis (2012)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 419 niet laden

Voetbalkicks. Daar denk ík aan in deze Kerstnacht van 2012 waar de profeet Jesaja in de eerste lezing die wij hoorden spreekt over "dreunend stampende laarzen". We moeten ons in de aard van het Kerstfeest in de kerk, dierbare gasten en parochianen, we moeten ons daarin niet vergissen. Wij leven in een harde, wrede, gewelddadige wereld. En dat was in de dagen van Jezus' geboorte, omstreeks het jaar nul, en ook in die van Jesaja, zeven-acht eeuwen eerder; in hun dagen was dat niet anders. In de bijbelpassages die wij hebben gehoord, daarin horen wij dat terug: "Dreunend stampende laarzen en met bloed doordrenkte mantels" daar spreekt Jesaja over. En dan denk ík in deze Kerstnacht 2012 dus aan zondag 2 december, de eerste zondag van de Advent, het begin van onze tijd in de kerk van toeleven naar, van wachten op en verlangen naar de geboorte van en naar het opnieuw komen van Christus. Op die zondag staken wij hier in de kerk de eerste kaars aan op onze grote adventskrans. En juist op diezelfde zondag werd de grensrechter Richard Nieuwenhuizen, 41 jaar oud, op het voetbalveld van zijn eigen club Buitenboys in Almere in elkaar getrapt door vijftien-zestienjarige spelers van het bezoekende Nieuw Sloten B1. En de dag er op kwam er een einde aan het aardse leven van Richard. "Nooit meer, "Jongen ga jij eens lekker naar je bed". Nooit meer, "Is die wekker wel gezet?" Nooit meer, "Ben je al wakker grote maat?" Nooit meer, "Schiet op jongen we moeten gaan." Nooit meer, "Pap heb jij mijn kicksen ergens zien staan?" (...) Nooit meer een papa langs de lijn. Hij staat er niet meer, waar zou hij zijn? Alleen nog daar een streep van krijt, je grootste fan ben je nu kwijt. De vreugde is nu voorgoed geweken. De vlag is nu voorgoed gestreken. Nooit meer: "Pap, pak jij die vlag?" " – Woorden die de zoon van Richard, Alain, sprak tijdens de uitvaart in Almere.

Dreunend stampende kicksen en een met bloed doordrenkt shirt. Maar: "die worden verbrand en verteerd door het vuur" zegt Jesaja de profeet, want: "een kind wordt geboren, een zoon wordt ons gegeven." Wij mogen geloven, dierbare gasten en parochianen, dat het Jezus is in wie de profetie van Jesaja vervuld is. Híj is dat kind, Híj is die zoon ons gegeven. En Híj, Jezus, die zoon, die zou dus korte metten maken met al dat geweld en met al dat bloedvergieten?

Jesaja spreekt over een "volk dat ronddwaalt in het donker". Hij spreekt over "hen die wonen in een land vol duisternis". Ja, dan kun je zeker ook aan het tegenwoordige Nederland denken, bijvoorbeeld in verband met het voetbalgeweld, maar ook in verband met alle mensen die zonder baan, met veel minder geld dan vroeger en met misschien ook nog een grote hypotheekschuld somber thuiszitten. Voor al die mensen betekent deze Kerstnacht dus: licht! "Het volk (...) ziet een helder licht." "Een stralend licht gaat op." "Uitbundig laat U hen juichen en U overstelpt hen met vreugde; zij verheugen zich voor uw aanschijn zoals er vreugde is bij de oogst en gejuich bij het verdelen van de buit." Misschien mogen wij denken aan de vreugde na een goeie voetbalwedstrijd of na de Olympische prestaties van een Ranomi Kromowidjojo en Epke Zonderland. Weet u nog: afgelopen zomer in Londen? Ja, dat was vreugde, die stralende Epke en Ranomi. Zo'n soort uitzinnig gejuich, uitzinnige vreugde, daar moeten we aan denken – óók en nog veel meer vanwege wie Jezus is en vanwege wat Hij betekent voor onze wereld. Jesaja zegt daarover: "De heerschappij rust op zijn schouders; men noemt hem wonder van beleid, goddelijke held, vader voor eeuwig, vredevorst. Groot is de macht en eindeloos de vrede voor de troon van David, voor zijn koninkrijk; hij zal het stichten en onderhouden door recht en gerechtigheid vanaf nu voor altijd." Zoals gezegd veelgeliefden: wij mogen geloven dat die profetie van Jesaja is vervuld in Jezus. Waar Jesaja het over heeft, dat zit dus allemaal in Jezus. Hij is dus niet zómaar een baby – als die al zouden bestaan, "zomaar babies"...

Want, veelgeliefden, is voor elke echte moeder en voor elke echte vader hun kind niet alles en het mooiste wat er bestaat? U weet: in de kerk worden regelmatig kinderen gedoopt en trouwens ook volwassenen. U kunt zich daarvoor bij mij aanmelden. Maar als er een kind gedoopt wordt, wíe wordt er dan eigenlijk gedoopt? De indrukwekkende en onvergetelijke pater van Kilsdonk, gedurende tientallen jaren studentenpastor hier in Amsterdam en mijn belangrijkste pastorale leermeester; pater Van Kilsdonk heeft ooit gezegd: Bij de doop van hun kind worden een vader en moeder "gedoopt in (...) ouderschap. Ik zeg vaak tegen hen", aldus pater Van Kilsdonk: "Jullie weten nog niets van dit kind. Jullie hebben nog nooit zoiets moois gezien als dit kind. Maar... het wordt jullie rechter. Je zult door niemand zo beoordeeld worden als door dit kind en door God. Als ouders vragen om hun kind te dopen, zeg ik: Ja, maar jullie weten niet wat je vraagt... Je zult ervan schrikken. Dan zeggen ze: Ervan schrikken? Maar het is zo'n lief kind! Ik herhaal: je zult ervan schrikken, Je schrikt niet van een abstracte God. Die doet niets. Maar wat God doet in dat kind! Als jullie niet trouw zijn aan dit kind, door bijvoorbeeld lichtzinnig te scheiden, zal God je in dit kind oordelen. In een kind zit een verschrikkelijk oordeel."[1] Tot zover pater Van Kilsdonk.

In Jezus Chrístus, heden geboren, oordeelt God over de wereld. Zodadelijk zullen wij daarover in het Credo, de geloofsbelijdenis zingen/spreken: Et iterum venturus est cum gloria judicare vivos et mortuus – Hij zal opnieuw komen, Jezus, "om te oordelen over de levenden en de doden." Dat oordeel, dierbare gasten en parochianen; dat oordeel van God gaat dus niet buiten het oordeel van mensen om. God oordeelt met en in Jezus. Maar misschien heeft pater Van Kilsdonk wel gelijk en oordeelt God wel in elk mensenkind. Die voetballers van Nieuw Sloten B1 die de dood van de grensrechter Richard Nieuwenhuizen op hun geweten hebben, die ontmoeten in zijn zoon Alain óók misschien wel hun rechter van godswege. Ja, daar zit iets in, in die gedachte. Zal Alain ooit in staat zijn om de moordenaars van zijn vader te vergeven? Van de vraag of hij, of Alain dat zal kunnen, daarvan hangt óók af of God dat kan.

Over de betekenis van Jezus spreekt ook de brief aan Titus, de tweede lezing in deze Kerstnacht: "(...) de genade van God is verschenen, de bron van redding voor alle mensen, die ons leert af te zien van goddeloosheid (...) en bezonnen, rechtvaardig en vroom te leven in deze wereld. (...) Hij heeft zichzelf voor ons gegeven om ons van alle ongerechtigheid te verlossen, ons te reinigen en ons tot zijn eigen volk te maken, vol ijver voor goede werken." Wat hier wordt uitgetekend, dierbare gasten en parochianen, dat is wat ik "de weg terug" zou willen noemen. Jezus is de bron van redding voor alle mensen omdat Hij de weg terug naar God wijst. De voetballers van Nieuw Sloten B1 maar ook wijzelf, wij moeten leren "af te zien van goddeloosheid" en leren "bezonnen, rechtvaardig en vroom te leven in deze wereld." We moeten verlost worden "van alle ongerechtigheid", gereinigd worden en "vol ijver voor goede werken" worden. Nou, dat is geen geringe opgave natuurlijk, niet voor de jongens van Nieuw Sloten B1 vermoedelijk en ook niet voor ons. Het is een levenslange opdracht waaraan je moet blijven werken en waarbij je nooit kun zeggen: ik ben er – want dan weet je zeker dat je er nog niet bent... Jezus wijst ons wat dit betreft de weg. Of sterker nog: Hij ís de weg. Hij is de weg terug naar God. Jesaja zegt: "een zoon wordt ons gegeven". En de schrijver van de brief aan de Hebreeën zegt: "Onze redder Jezus Christus heeft zichzelf voor ons gegeven." Het leven van de grensrechter Richard Nieuwenhuizen is hem ontnomen. Maar Jezus heeft bewust zijn leven gegéven. Het resultaat is hetzelfde zou je kunnen zeggen: allebei dood. Maar nee, juist omdat Jezus zichzelf gegéven heeft en daarmee ervan getuigde dat hij bóven leven en dood stond, juist daarom is en blijft Jezus die "bron van redding voor alle mensen" – of ze nu in leven of reeds gestorven zijn die mensen. Jezus, de inhoud van Zijn leven waar Hij voor stond en nog altijd voor staat, is bron van redding voor Richard Nieuwenhuizen en voor zijn zoon Alain. Jezus is bron van redding voor Nieuw Sloten B1 en voor de Buitenboys B3. Jezus is bron van redding voor elk van ons – als wij Hem tenminste toestaan om dat te zijn, als wij dat dus willen met andere woorden, want dat is onze vrijheid. Je kunt kiezen: voor Hem of tegen Hem. En hoe jouw leven is, wat er vervolgens met en in jouw leven gebeurt en ook nadat je dit aardse leven hebt verlaten, dat hangt daarmee samen om niet te zeggen: dat hangt daarvan af zelfs, want, ja, Hij, Jezus is gekomen om te oordelen de levenden en de doden.

De dag voordat Richard Nieuwenhuizen zo grof en wreed in elkaar werd getrapt presenteerde ikzelf in de Sint-Olavkapel aan de Zeedijk, een onderdeel tegenwoordig van het Barbizon Palacehotel aan de Prins Hendrikkade, een boek van pater van Kilsdonk waar ik jaren aan gewerkt heb. Het heet Dag jongen van licht en het gaat om een verzameling van toespraken die de pater heeft gehouden bij de uitvaarten van homoseksuele mannen. Ik voelde mij geroepen om ervoor te zorgen dat het boek in kwestie er kwam omdat ik ervan overtuigd ben dat de dood een bron van leven is voor de kerk – óók door de wijze waarop pater Van Kilsdonk over hen gesproken heeft, de dood van die homoseksuele mannen, in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw gestorven aan de gevolgen van aids.

Dag jongen van licht. Die titel is goed en sluit ook aan bij wat wij heden vieren. Met die woorden "Dag jongen van licht" kunnen wij ook het Kerstkind begroeten. En we mogen in die begroeting tegelijk een uitnodiging horen om die jongen of ook het meisje, de vrouw of de man van licht, en om Hem, het kind in de kribbe, te herkennen in elk mens. Richard van Nieuwenhuizen, de omgekomen grensrechter uit Almere is en blijft: een man van licht, geborgen in God zo mogen wij geloven. Zijn zoon Alain is: een jongen van licht. En zelfs de jongens van Nieuw Sloten B1 zijn het ten diepste: jongens van licht, of, om het met de woorden van pater Van Kilsdonk te zeggen, jongens "van meer licht dan donker, veel meer van liefde dan van conflict"[2].Het licht in elk mens en in onze wereld is het belangrijkste en heeft gewonnen. Het is de overwinning van God in Jezus Christus die wij in de nacht van Pasen maar ook reeds in deze Kerstnacht vieren. Bidden wij dat Zijn licht de duisternis die ook in mensen, in ons, en in onze wereld is steeds weer mag overwinnen. Amen.