Wie ben ik?

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

Met een vraag als deze kun je vandaag op alle zenders hoog scoren. Mensen willen weten wie ze zijn en wat ze waard zijn. Ze vragen het aan de kijkers. Ze willen hun belangrijkheid testen en weten wat de anderen van hen denken. Dat is allerminst een facultatieve vraag. Voor vele mensen in onze media is dat ontzettend belangrijk. Val je bij dit examen door de mand, dan ben je niemand. En dat is blijkbaar heel, heel erg.

Nu is het merkwaardig dat ook Jezus zijn score lijkt te willen meten. Hij vraagt wat de mensen over Hem denken. Het lijkt eventjes een populariteitstest. Geen zinnig mens gelooft natuurlijk dat het daarover gaat. Zoiets kun je onmogelijk van Jezus verwachten. Jezus speelt hier geen spelletje met de media van zijn tijd. Hij speelt zelfs helemaal geen spel. Hij wil ook zijn populariteit niet testen. Hij heeft een andere zorg. Hij wil weten of Hij met zijn leerlingen verder kan. Hij wil even testen of de mensen die met Hem dwepen, wel betrouwbaar zijn. Het is alsof Hij hier eventjes omkijkt en uitkijkt om te weten of ze wel echt meegaan. Hij is daar namelijk niet zeker van. Zijn hun verwachtingen en Zijn verwachtingen wel op hetzelfde gericht? Staat Hij alleen met zijn project? Gaan ze echt wel op dezelfde weg? En zo ja, doen ze het van harte? Tussen Jezus en de volgelingen is er blijkbaar zoiets als een schemerzone. Is dat schemerdonker of schemerlicht? Dat wil Jezus weten. Zonder die zekerheid kan Hij met zijn leerlingen niet verder. Is Hij werkelijk hun voorganger? Zijn zij werkelijk volgelingen die volgen? Daarover gaat zijn vraag.

Hij stelt die vraag ook pedagogisch zeer goed. Hij begint met de buitenkant. Hij vraagt eerst wat ‘men' over Hem denkt. Nu, iedereen weet dat men met ‘men-antwoorden' nergens aankomt, tenzij in het nietszeggende men-land. In het Rijk Gods sta je en kom je met ‘men' niet ver. Jezus wil dus deze grens overschrijden. Hij wil geen onzijdigheid, geen vaagheid, geen neutraliteit. Hij wil weten of ze echt hebben begrepen. Met algemene en vage beloften en verre eden is het Rijk Gods niet gediend. Hij wil dus iets meer weten. Hij wil weten of ze zijn hartslag hebben begrepen. Of ze echt binnengetreden zijn in zijn, ziel. Met minder is Hij niet tevreden. Met faciliteiten en compromissen kan Hij niet verder.

Petrus antwoordt. Natuurlijk Petrus. Petrus is een geboren antwoordgever, een geboren belijder, een geboren supporter. Hij aarzelt geen fractie van een seconde. Hij geeft ook het goede antwoord: ‘Gij zijt de gezalfde van God.' In beschaafd Grieks: Gij zijt de Christus. Dat antwoord is perfect waar. Niemand kan het beter formuleren. En toch... En toch is het niet goed. En toch is deze juiste belijdenis van Petrus niet terzake. Het eigenlijke punt ligt nog elders: wie liefheeft, moet ook nog lijden voor zijn liefde. Alleen dat is betrouwbaar. De rest is je reinste bluf.

Het christendom heeft met het kruis te maken.