11de zondag dh jaar C (2013)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 194 niet laden

Jezus is te gast bij een rijke Farizeeër Simon. Hij heeft Jezus  waarschijnlijk uitgenodigd omdat hij zich afvraagt wie die Jezus  eigenlijk is. Hij heeft Jezus echter niet ontvangen zoals dat hoort.  Blijkbaar heeft hij van afstand al een beeld van Jezus gekregen en dat  beeld zit al vast in zijn denken. Wetten en regels domineren zijn  houding en een sprankelende houding waarin ruimte is voor mensen die  mogen groeien is hem vreemd.

Als  Jezus daar in het huis van Simon aanligt, komt er een vrouw binnen  waarvan men weet dat ze zondig is. Zij komt voor Jezus en niet voor de  gastheer Simon.

Zij kent haar tekorten en hoopt dat Jezus haar niet zal laten vallen,  en dat doet Jezus ook niet. Simon trekt meteen een conclusie : Jezus  kan geen profeet zijn anders had Hij de vrouw terecht gewezen, of zelfs  afgewezen. Simon, de man met de wetskennis, ziet niet wat voor moois en  goeds er gebeurt, hij is er met zijn hart niet bij. Hij ziet niet dat  deze vrouw op een keerpunt staat in haar leven. Jezus  daagt Simon uit,  met het vertellen van een parabel, om zijn blikveld te verruimen, en  niet alleen de wet te laten spreken, maar ook zijn hart. Jezus eindigt  de parabel met de vraag aan Simon: Wie zou meer liefde en geluk tonen:  iemand die een kleine schuld niet hoeft terug te betalen, of degene aan  wie een grote schuld wordt kwijtgescholden?

Jezus wijst hem er op dat de vrouw veel liefdevoller en zorgzamer was  dan Simon zelf.  En Hij zegt tegen Simon: “Daarom zeg ik je, haar  zonden zijn haar vergeven al zijn het er vele, want ze heeft veel liefde  betoond” . En tot de vrouw zegt Jezus;” Uw zonden zijn u vergeven”. En “ uw  vertrouwen is uw redding”. Jezus zegt niet: “Ik vergeef u uw zonden”.  Dat zou niet gepast zijn. Jezus weet dat ze zijn vergeven, hij ziet het  aan haar houding: oprechte nederigheid, liefdevol, dat is geen gedrag  van een zondaar. Een dergelijke houding kun je alleen hebben als je je  fouten hebt ingezien en je leven oprecht wilt veranderen. Haar gedrag is  een kentering, het is een begin van verandering. De vrouw is vol  vertrouwen naar Jezus toegekomen en met het doen van die stap heeft zij  iets in gang gezet.

Jezus probeert aan de Farizeeër Simon aan te geven, dat je de wet van  het hart boven die van het verstand  kan zetten. Niet het verleden is  bepalend, want het nu brengt nieuw perspectief. Dat geldt voor de mens  die we ontmoeten en nog meer voor onszelf. Lucas heeft deze dialoog  tussen Jezus en Simon geschreven om ons bewust te maken hoe wij naar  mensen kijken. Krijgt iemand van ons wel een nieuwe kans, als hij er om  vraagt? Of hanteren wij maar al te vaak en te gemakkelijk het principe:  Eens een dief, altijd een dief? Blijven wij hangen in een oordeel en  blijven we iemand voortdurend veroordelen omdat hij of zij altijd al  egoïstisch was, gierig of jaloers, crimineel enz.enz? Zetten wij op die  manier iemand vast en onszelf erbij?

Natuurlijk is het zo dat bepaald gedrag te veroordelen is, maar  daarmee mogen we niet de hele persoon afschrijven. Niet alleen de  zondige vrouw is daar een voorbeeld van, maar ook David in die eerste  lezing. David heeft  zich onmogelijk gedragen. U moet dat maar eens  nalezen in het tweede boek Samuel. De profeet Natan laat David zien hoe desastreus zijn gedrag is, hij is helemaal aangeslagen. David werd verblind door hebzucht.

God is aanwezig in ons mensen. Maar dat besef kan geblokkeerd zijn,  doordat  we totaal in beslag werden genomen door andere zaken. Door  hebzucht, jaloezie, macht, een andere vrouw zoals David. Zaken die ons  blokkeren naar de mensen om ons heen, en ons aanzetten tot kwaad of nog  erger. Niet omdat we van die slechte mensen zijn, maar gewoon omdat het  zo loopt en we de werkelijkheid vertekend zien, of uit het oog zijn  verloren.

Als wij zelf door zo iemand benadeeld worden, kan het voor ons  moeilijk zijn om nog iets goeds in zo iemand te ontdekken. Zo ontstaan  veel breuken in families. Een kind komt nooit meer thuis, broers en  zussen die elkaar nooit meer willen zien: de totale mens wordt  afgeschreven. Vaak weten beide partijen niet eens meer precies waar de  ruzie over is begonnen. De andere partij is alleen nog maar zwart.

De lezingen van vandaag leren ons dat God barmhartig is, en dat die  barmhartigheid en die liefde ook een bron is die in ons leeft. Wij  worden dan ook uitgedaagd om met een barmhartige houding in het leven te  staan. De stem van ons hart mag die van het verstand begeleiden. Want  liefde is een bron van helen, van beter maken. Want als je voelt, dat er  iemand om je geeft, van je houdt, je kinderen, je kleinkinderen, dan  kom je tot leven. Het geeft kracht en zet je eigen bron van liefde naar  die ander open.

Laten we Gods liefde en zijn aanwezigheid toe in ons leven en delen  we ervan uit. Dan geven we ruimte aan mensen om ons heen en schijnt het  Licht van Christus vanuit ons allen. Het vergeven van Christus zal dan  ook voor ons mogelijk worden. Amen.