De dubbele stoet

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 459 niet laden

In het evangelie van vandaag zien we een dubbele stoet.

 

1. Een rouwstoet. Een weduwe troosteloos van verdriet achter het lijk van haar enig kind, haar zoon. Het gaat over een weduwe: iemand die aan de rand staat van het maatschappelijk leven toen. Iemand die onbeschermd in het leven staat. Gelukkig heeft ze nog een kind en wel een jongen. Een lichtpunt voor de toekomst. Er zal toch iemand zijn die voor haar zal zorgen. Nu die wegvalt, valt de laatste hoop weg. Zij bevindt zich in een nulpunt situatie. Het is dus een stoet vol droefheid, een stoet in het teken van de dood. Er is geen leven en levensuitzicht meer.

 

2. De tweede stoet is een vreugdevolle stoet. Mensen die opgetogen zijn want ze hebben Jezus in hun midden: de Messias, de wonderdoener van het land. De man van het leven. De man die toekomst biedt.

 

Deze twee stoeten ontmoeten elkaar bij de stadspoort.

De stadspoort is de scheiding tussen leven en dood. Tussen vreugde en eenzaamheid. Binnen de stad is er leven. Buiten de stad wacht de vergetelheid. De stadspoort is een scharnierplaats. Zij zal ook een scharniermoment worden in het verhaal.

Bij de stadspoort ontmoeten de twee stoeten elkaar.

Jezus wordt genoemd de Heer, een titel die aan de Verrezen Christus wordt toegekend. Een Paastittel. In Jezus is Pasen aanwezig, het feest waarop de dood een halt wordt toegeroepen. Jezus wordt hier gepresenteerd als de Heer over leven en dood. Nu verstaan we de ontmoeting al beter. Het is de ontmoeting tussen de dood en het leven.

De ontmoeting van Jezus, de man van het leven, met de stoet van de dood wordt door de Lucas nauwkeurig beschreven.

Jezus zag haar. Hij zei:" Schrei maar niet. Hij trad op de lijkbaar toe. Hij raakte haar aan. Hij deed de stoet stoppen. Hij sprak:" Sta op". Hij gaf hem aan de moeder terug.

Jezus zet vele kleine stapjes om iemand weer het leven binnen te leiden. Jezus medelijden is geen medelijden op afstand of uit de hoogte. Het is een geëngageerd medelijden. Warme, delende gebaren, die goed doen, die hoop wekken en wie weet de duivelskring van de dood doorbreken. Jezus doet de stoet stoppen: een protest tegen de dood. Dit protest wordt een beweging die uitloopt op de woorden: "Jongeman, ik zeg u: sta op".

 

De hoop die Jezus heeft opgewekt gaat in vervulling. De hoop die in de woorden steekt wordt werkelijkheid.

De dode kwam overeind en begon te spreken. Hij kon weer staan. Hij gaf hem aan zijn moeder terug. De zoon krijgt nieuw leven. De moeder krijgt nieuwe toekomst.

Het hele verhaal zegt dat Jezus nieuw leven schenkt en dat Jezus mensen doet opstaan uit de dood. Hij haalt ze uit de kring van de wanhoop.

 

Elke zondag maken wij dit verhaal mee, telkens wij eucharistie vieren. Elke zondag stromen mensen samen in de kerk: zij vormen een stoet. En in elke mis komt de stoet van de priester en zijn dienaars, hen met het Woord en het brood van de Heer tegemoet.

Laten we even die twee stoeten bekijken.. de stoet van mensen die naar de kerk komen. Er zijn erbij die zoals in het evangelie een kind verloren hebben. Een vrouw vertelde mij deze week: op minder dan een jaar hebben wij drie naaste familieleden verloren. Dat valt niet mee.

Heel wat mensen komen naar de mis om een dierbare te gedenken. We zien het aan de misintenties. En de stoet die zondags naar de kerk trekt is wel op zijn zondags gekleed, maar de meesten dragen het doordeweekse leven mee; met zijn pijn, zijn ontgoochelingen, zijn ontmoediging; dingen die gestorven zijn of levenloos neerliggen.

 

In elke eucharistie is er ook die andere stoet die op ons toekomt. De stoet met de Heer zelf. We staan ervoor recht. We zingen Hem toe. De Heer van het leven komt in ons midden. Zoals toen treedt Jezus ons ook nu met vele kleine stapje tegemoet. Jezus zag haar. Jezus ziet ons leed nu Hij ons tegemoet treedt.

Hij zegt: "Schrei maar niet". Schreien is soms hopeloos wenen. Jezus treedt op de lijkbaar toe en houdt de stoet tegen. Misschien zijn wij ook op een doodlopende weg in ons leven en houdt Hij ons tegen. Wil Hij ons tot stilstand brengen.

Jezus raakte ze aan. Jezus is niet vies van het dode, van wat opweg is naar de ondergang.

 

Iemand vertelde mij hoe hij van de drank was afgeraakt dank zij AA. Ik was opweg naar de ondergang. Zij waren niet vies van mij. Ze zijn op mij toegetreden en hebben me aangeraakt. Ik werd door hen geraakt en zo van mijn drankprobleem verlost.

Jezus spreekt ook tot ons: Mens sta op.

Opstaan doet denken aan de Verrijzenis: het opstaan voorgoed. Opstaan doet denken aan het beginnen van een nieuw leven. Niet langer blijven liggen in de sleur en slenter van het leven. Sta op. Blijf niet zitten. Blijf niet liggen. Herleef.

Elke eucharistie is een ontmoeting van de stoet van het menselijk leven met de stoet van Gods heil.

 

Mochten wij ook, zoals de mensen toen, door ontzag bevangen worden.

Mochten wij komen tot die prachtige geloofsbelijdenis. God heeft genadig neergezien op zijn volk.

En mochten wij ook komen tot het getuigenis geven van wat God voor ons doet.