Geen magie

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

In vergelijking met andere evangelisten heeft Lucas veel aandacht voor Jezus' menselijke gevoelens. Zo is Hij diep ontroerd wanneer Hij de trieste stoet uit de stad Naïn ziet komen. Een weduwe draagt haar enige zoon ten grave. Ongevraagd gaat Jezus naar haar toe, troost haar en wekt haar zoon weer tot leven.

Dit is misschien wel het ergste wat een mens kan overkomen: een eigen kind moeten begraven. Dat grijpt iedereen aan. Ook Jezus. Hij is de verpersoonlijking van God, die de ellende van zijn volk gezien heeft en nabijkomt om te helpen. Hier gebeurt dat op een opzienbarende manier: de dode wordt weer tot leven gewekt. Jezus kan zelfs de zwaarste ellende aan. De ‘laatste vijand', de dood, is overwonnen, zegt Paulus. Die opwekking is daarvan het teken: onze God is Heer over leven en dood. Zo is Hij bron van hoop, over alle grenzen heen. Toch is dat maar één kant van de medaille.

Het zou niet mogen gebeuren, maar het gebeurt ook vandaag: dat ouders hun kind moeten begraven. Zelfs als zij de Heer van alle leven smeken om hulp, krijgen zij hun kind niet terug. Dan kan dit verhaal van de dodenopwekking zelfs meer kwaad dan goed doen: in plaats van een mens te sterken in zijn vertrouwen, maakt het hem opstandig. Waarom moet het mij overkomen? Waar blijft nu die God, die sterker is dan de dood? En die Jezus, die doden kan opwekken? Jezus zelf heeft die aanstoot ook verwoord. Er waren in de tijd van Elia veel weduwen in Israël, maar de profeet werd alleen naar de weduwe van Sarepta gezonden, dat is nota bene buiten Israël, in het land van de heidenen (zie Lc. 4,25-28)! En Jezus doet niets om dat te vergoelijken of aannemelijk te maken. Zelf heeft Hij ook niet alle zieken in Israël genezen.

Wat moeten we dan aan met een dergelijk wonderverhaal? Het houdt geen belofte in dat al onze ziekten en kwalen genezen zullen worden, hoe diep we ook geloven en hoe oprecht we ook bidden. Geloof is immers geen magie en gebed geen toverformule. Nooit kunnen we God naar onze hand zetten. Jezus kon dat trouwens ook niet. Ook Hij heeft gesmeekt dat de beker aan Hem voorbij zou gaan, die beker die Hij zeker niet verdiend had. Toch heeft Hij die moeten drinken.

De gebeurtenis bij de stadspoort van Naïn kan verkeerde verwachtingen wekken. Het wonder biedt geen garantie dat God ons voor groot lijden zal behoeden of onze noodsituaties zal rechttrekken. Het is een teken, meer niet. Zo vatten de omstanders het ook op. Ze lopen Jezus niet achterna als de grote genezer. Wel zien ze in dat gebeuren dat Hij ‘een groot profeet' is. Geloof is geen techniek om alle onheil en tegenslag te weren en te keren. Het is een houding tegenover God. Af en toe een teken moet volstaan om te beseffen dat God Heer is over leven en dood. Meer hebben we niet ter beschikking. Het kan hard zijn dat te moeten aanvaarden, zeker als je zelf in grote nood bent.