Ge zult van mij geen beeld maken

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden

God, drie letters, een woord dat spreekt over het diepste mysterie. God, drie letters, een woord dat elke mens bezig houdt. God, drie letters, een naam van Iemand die ons altijd nabij is en ons altijd weer overstijgt.

In de liturgie bidden wij: geef dat wij steeds de vrees en de liefde voor uw naam mogen bezitten. Als wij over God willen spreken, dan moeten wij dat steeds doen met een heilige huiver. God immers woont in een ontoegankelijk licht, geen mens heeft Hem gezien of is in staat Hem te zien. Wij mogen niet over God spreken alsof we samen met Hem in een zandbak gespeeld hebben. Het is niet zonder reden dat de Joden geen beeld van God mochten maken, dat zij de naam van God nooit mochten uitspreken. God is immers veel te groot en veel te diep, veel te hoog om in onze woorden of beelden te vangen. God is een eeuwig mysterie dat zich onttrekt aan al ons denken en spreken. Als wij alle woorden over God gezegd zouden hebben, Hij is liefde, almachtig, barmhartig, rechtvaardig en ga zo maar verder, dan hebben wij nog niets van God gezegd. Want God is niet rechtvaardig, almachtig, zoals mensen dat zijn. Hij is de totaal andere. Hij is een mysterie dat zich onttrekt aan al ons denken en spreken. God is een mysterie dat zo diep in ons en zo ver boven ons is, dat alles wat wij over God zeggen, meer zegt over ons zelf dan over God. De grootste lof die wij God kunnen brengen is eigenlijk: zwijgen.

Anders zetten wij God zo gemakkelijk naar onze hand, wij maken van Hem zo vlug een beeld naar eigen maat. Onbewust maken wij God dienstbaar aan onze eigen plannen. Hoe kunnen wij zeggen: God wil het? of: God kan dat niet toelaten? of: God zal je straffen? God doet dit en God doet dat. Wie kent de gedachten van God en wie is ooit zijn raadsman geweest? Heel veel ongeloof komt voort uit een godsbeeld dat naar mensenmaat gemaakt is. Wij mogen ons met recht verzetten tegen het geloof in een God die wij zouden kunnen begrijpen.

Een heilige huiver voor Gods naam, zou ons christenen zeker goed passen. Ons past niet alleen de huiver, maar ook de liefde voor zijn heilige naam. Want God heeft zijn naam aan ons bekendgemaakt, Hij heeft ons toegestaan Hem bij zijn naam te noemen. Zijn naam en wat voor een naam: Ik zal er zijn voor u! God heeft zijn mysterie prijsgegeven omdat Hij de mensen ontmoeten wil en zich met de mens verbinden wil in leven en dood. In Jezus, zijn Zoon, heeft God zich geopenbaard, Hij is het beeld van God. Die uitstraling van God moet bij Jezus zo duidelijk geweest zijn dat zijn leerlingen vroegen: Heer, laat ons de Vader zien. En dan zegt Jezus: ‘Wie Mij ziet, ziet de Vader'.

God heeft op vele plaatsen en op vele wijzen tot de mensen gesproken, maar in zijn Zoon, heeft Hij zich volledig uitgesproken, zodat niemand nog iets nieuws over God tot ons zeggen kan. Als wij God willen kennen, dan hoeven wij maar op te zien naar Jezus, hoe Hij sprak over de Vader, hoe Hij deed wat Hij de Vader ziet doen. Jezus, de Verrezene, is de toegang tot het geheim van God, Hij is de open deur.

Toen Jezus deze wereld verliet, heeft Hij ons zijn Geest gegeven. Door de Geest van God heeft Hij ons opgenomen in zijn eigen goddelijk leven, zodat wij niet alleen kinderen van God genoemd worden, maar het ook werkelijk zijn. Die Geest die in onze harten is uitgestort, roept in onuitsprekelijke verzuchtingen vanuit ons hart: Abba, Vader. Die Geest is gemeenschap met de Vader in de Zoon en Hij bewerkt gemeenschap. Die Geest zal ons tot de volle waarheid brengen.

Ik zou zo graag op het einde van mijn preek gezegd hebben: zo is God. Maar het kan niet. God is altijd groter dan ons hart. Laat ons maar steeds groeien in de kennis van God, door zowel de huiver als de liefde voor zijn naam steeds te bewaren.