Sacramentsdag (2007)

Beste Vrienden,

Vorige week - u hebt dat bij de mededelingen iets van kunnen zien,
was het kinder- en jongerenkorenfestival in Rijsbergen;
daar is op zondagochtend ook altijd een viering van de eucharistie;
dat heb je een kerk vol met bij 1000 - duizend - jonge mensen;
ik heb na afloop een paar jongeren gevraagd: hoe ze het vonden:
en eigenlijk waren ze teleurgesteld:
want zeiden ze: ...het ging nergens over.
Als je jongeren in de kerk wilt aanspreken,
dan moet het wel ergens over gaan,
dan moet er in de viering wel iets gebeuren.

Terecht, denk ik;
het moet ergens over gaan
en er moet iets gebeuren.

Dat precies is de inzet van het evangelie vandaag.
Het moet ergens over gaan :
Jezus spreekt tot de menigte over het koninkrijk van God -
en dat is toch iets waar mensen allemaal op wachten,
de realisering van wat we geloven en hopen en dromen en nauwelijks af kunnen wachten.
Mijn God, komt er nog wat van, dat Rijk van U...hier in ons midden.

Het moet ergens over gaan, over het paradijs van God bij ons;
en er moet iets gebeuren : het moet ons raken!
en wat staat er in het evangelie: en wie genezing nodig hadden maakte hij weer gezond.
Dat is dus boter bij de vis,
dat zijn geen loze woorden, die ergens in het vage blijven hangen,
dat is doen wat je zegt.

En zo moet het ook;
stel je voor,
je hebt het over het rijk Gods,
en je zou geen oog hebben voor de noden van mensen om je heen,
dat is toch een vloek!
stel je voor,
je zou geen hand uitsteken naar mensen die zo'n uitgestoken hand hard nodig hebben;
dat is toch een vloek!
ik hoorde een keer een interview met een pastor
die in een opvanghuis voor zwervers werkzaam is;
hij zei : er zijn een paar dingen die ik hier geleerd heb;
ik moet het maar niet hebben over het heilig brood,
zolang ze nog langs de vuilnisbakken gaan op zoek naar wat hun honger stilt;
laat ze eerst maar een gewone maaltijd hebben.
ik heb het maar niet over geloof als houvast,
ik laat ze eerst maar een beetje tegen mij aanleunen ;
ik praat niet over doopwater,
ik wijs ze liever de weg naar de badkamer; daar lopen ze warm voor.

Dat sluit precies aan bij de start van het evangelie,
want praten over het koninkrijk van God,
betekent natuurlijk dat je dat wat mensen verhindert om dat rijk Gods te ervaren,
dat je dat opruimt,
zoals Jezus in het evangelie,
en wie genezing nodig hadden maakte hij weer gezond,
en wie honger had gaf hij te eten,
en wie een hand nodig had, kreeg een hand om je aan vast te houden,
en wie een bad nodig had, werd de weg naar de badkamer gewezen.

Als ik zo over sacramentsdag spreek,
dan spreek ik over aanbidding van het allerheiligste op een heel andere manier,
maar op een manier die helemaal ligt in de lijn van de prediking van Jezus in het evangelie;
het teken van het breken en delen van brood en wijn
is het teken van de manier waarop Jezus leefde.

En dus, grof gezegd, maar wel to the point,
als je hier zit en je denkt :
ze kunnen me allemaal gestolen worden,
ik zorg voor mezelf en daar heb ik meer dan genoeg aan;
ofmijn brood zal ik niet delen,
en als een ander het niet heeft, dan heeft 'ie pech gehad.
ofmijn stad is vol zat, ons land is vol zat;
vluchtelingen moeten maar een onderkomen zoeken bij wie wel zo gek is;

Als,
als dat onze houding zou zijn,
waar zou het brood dat wij hier delen dan het teken van zijn?
In elk geval niet van het sacrament van het breken en delen van Jezus.

Ook de leerlingen van Jezus in het evangelie moeten het nog helemaal leren.
Zij zitten net zo op de verkeerde weg als waar ik het hier boven over had.
Jezus spreekt over het koninkrijk van God,
en dat is er nog niet, dat zie je ook in de leerlingen;

Er blijven leerlingen die zeggen : ach, stuur ze toch weg ;
laat de mensen toch voor zichzelf zorgen, dat doen wij toch ook.
De correctie komt van Jezus zelf,
we spreken over het Rijk Gods :
geven jullie ze dus maar te eten.

De leerlingen zeggen tegen Jezus :
stuur ze nou weg, want we zijn hier op een eenzame plek,
maar....die plek is pas een eenzame plek als ze de mensen wegsturen;
want daar waar niet gedeeld wordt,
daar voelt een mens zich verlaten, eenzaam, uitgestoten.

Delen wat er is; 5 broden om van te eten,
om je honger te stillen;
zoals er ook 5 boeken van Mozes zijn,
samen genoemd : de Thora, richtingwijzer van God zelf;
ook om je honger te stillen, een mens leeft immers niet van brood alleen.

En 2 vissen, als toespijs,
zoals we in de bijbel naast de Thora de profeten en de geschriften hebben,
die horen er bij als het gaat over dat wat geschreven staat.

Jezus neemt die 5 broden en 2 vissen,
en zoals in de aanhef al staat , wie genezing nodig hadden, die genas hij;
wie het teken van het Rijk Gods wil stellen,
die realiseert daar en dan al iets van dat Rijk,
breken en delen,
en allen aten tot ze verzadigd waren;
dat is het rijk Gods,
en er blijft zelfs over : 12 korven met brokken,
voor iedere stam van Israel, genoeg om eten in overvloed te hebben;
12 korven met brokken,
voor iedere leerling van Jezus, genoeg om te leren zien wat er gebeurt als je niet meer zegt : stuur ze maar weg.

Wij hebben hier brood,
en we zijn er gelukig mee; een mens wil graag iets tastbaars
We vieren het hier, het sacrament van het altaar,
maar niet om het tot hier te beperken,
om het alleen symbool te laten zijn van ons samen vieren in de kerk.

We vieren het hier, het sacrament van het altaar,
om het te laten worden tot een teken van ons leven,
om hieruit kracht mee te nemen naar onze plek buiten de kerk,
om zelf in wat we zijn en wat we doen teken van het rijk van God te zijn,
paradijs door ons gerealiseerd achter Jezus aan.

Sacramentsdag, dag van het teken van het breken en delen van brood en wijn,
dat teken is van wij-allen-samen-en-God-met-ons.

Aanvullende teksten

Slotgebed

Levende God,
wij danken U voor het Woord dat Jezus is,
voor het Brood ten leven dat ons voedt,
en wij vragen U:
maak ons tot