God is liefde

Beste mensen,

Ik heb een beetje te doen met die vrouw. Vrouwen in die tijd die konden voor hun huwelijk niet kiezen; zij werden uitgehuwd. Of die man haar ooit graag gezien heeft weten we niet; misschien was het een workaholic en had hij geen tijd voor zijn vrouw, misschien zat hij meer op café dan dat hij thuis was – we weten het niet. Hij is precies wel veel te vroeg gestorven want het is niets geworden tussen hen, althans ze hadden geen kinderen en daar was het in die tijd toch om te doen. Misschien was ze wel beter af zonder hem. Maar het stopt niet; haar man is nog maar dood of er staat ongevraagd al een tweede man klaar en ze heeft die ook niet mogen kiezen; ze moet trouwen met zijn broer. Of die haar graag gezien heeft weten we niet, maar hij is ook te vroeg gestorven en dan staat er een derde klaar en een vierde en zo gaat dat maar door. Zeven mannen heeft ze gehad. Of ze haar graag gezien hebben weten we niet; eigenlijk was er maar één ding belangrijk: ze moest en ze zou kinderen krijgen. Je zou van minder van uw regels geraken. En ze heeft het dan ook niet lang overleefd. Misschien dacht ze wel: nu is het genoeg geweest. Maar als ze in de hemel komt herbegint het weer van voren af aan, want alle die zeven mannen staan daar te drummen om haar te “hebben”. Zal dat dan nooit stoppen.

Alle gekheid daar gelaten want dat is wat de Sadduceeën doen: ze steken er de draak mee. De Sadduceeën geloven niet in een leven na de dood en proberen met een onzinnig verhaal hun gelijk te halen. Ze spiegelen een hemel voor waar het eigenlijk niet anders is dan op aarde.

Wat hebben wij van het leven na de dood gemaakt in het verleden?
We vertelden over de hel; want er moest gerechtigheid zijn. O wee als je wat mispeuterd had in je leven, dan zou je branden in het eeuwig vuur. Jeroen Bosch, de Nederlandse schilder, en nog vele anderen hebben dat gruwelijk in beeld gebracht met monsterlijke figuren en eeuwig brandend vuur.
Je kon maar beter je best doen. Maar zelfs dan nog kwam je terecht in het vagevuur. En daar was het nauwelijks beter. Je kon er zelfs op eigen kracht niet uit; je had hulp nodig van hier beneden om Gods hart te vermurwen en dan moest men bidden om aflaten om een zieltje uit het vagevuur te redden .
Als we het over de hemel hadden dan werden we stil. Voor arme mensen die nooit veel te eten hadden, was dat dan rijstpap met zilveren lepeltjes. Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik daar niet veel goesting in had, want dat zilveren bestek op de feestdagen bij mijn grootmoeder dat smaakte echt niet lekker.

Wat is Jezus antwoord?
Mensen hou op met zo over de hemel te praten. Als je helemaal ten einde toe geleefd hebt dan kom je bij God en God is helemaal liefde; je wordt dan ondergedompeld in Gods liefde.

Ik bekijk dat als pottenbakker. Tijdens ons leven zijn wij een hoopje klei en onze taak is aan dat klompje klei vorm te geven. Je leven lang kan je en mag je boetseren; als het een beetje fout is, dan is dat niet erg, je kunt er altijd weer aan werken. Als de klei maar nat blijft, nat van je tranen; zolang je kunt lachen dat de tranen over je wangen rollen en zolang je kunt schreien van echt verdriet, heb je nog een hart en voel je mee met mensen. Als het klompje klei helemaal vorm heeft gekregen – en bij de ene is dat al na een paar maanden en bij de andere duurt dat een heel leven lang – dan moet dat stukje klei in de oven.
Als je sterft dan moet je door de oven van Gods liefde.

In de oven wordt eerst al het water verdampt; al het water dat je bij je wijn moest doen mag er weer uit, alles wat het leven verwatert en flets maakt gaat eruit.
In de oven wordt ook alles wat onzuiver is in de klei voorzichtig weggebrand; alles wat je in je leven fout gemaakt hebt, alles wat in je leven niet zo netjes was wordt heel voorzichtig weggebrand. Dan blijft er alleen pure zuivere klei over, de mens zoals God ons gedroomd heeft. En dan gebeurt er iets met die klei. De klei wordt keramiek. Waar klei nog altijd broos is en kwetsbaar, wordt keramiek stevig en sterk.

Het is ook maar een beeld en we moeten beseffen dat alle beelden ergens kwetsbaar blijven.
Als je iets wil voelen van wat de hemel en Gods liefde zijn dan moet je die momenten koesteren waar je zelf lief hebt gehad of waar iemand jou heel echt lief heeft gehad.
Voel dan maar hoe je bij vader of moeder op de schoot gekoesterd en getroost werd, als dat er was. Voel dan maar hoe je helemaal warm werd als je verliefd was, als dat er al geweest is. Voel dan maar hoe alles warm wordt als je een oude vader of moeder of grootouder zachtjes knuffelt en omhelst in het bejaardentehuis, als je dat al hebt meegemaakt …
Voel die momenten in jou leven waar je helemaal warm werd door de liefde van mensen.
Sla dan een deken om je heen en koester die momenten.
En weet dan dat God dit voor jou doet en nog oneindig veel meer, want God is helemaal liefde.

Maar Jezus zegt nog meer. God is een God van levenden. Als je wil weten of er leven na de dood is, als je wil weten hoe het leven na de dood is, zorg dan dat er leven is voor de dood.
En dat kun je maar door zelf heel hartstochtelijk lief te hebben.
want liefde dat is zottekontent verliefd zijn en nog zo veel meer
liefde is zorg dragen voor mekaar een leven lang en nog veel meer
liefde is elkaar vergiffenis schenken en nog veel meer
liefde is elkaar dragen en bemoedigen als het moeilijk is en nog veel meer
liefde doet mensen leven vandaag en morgen, een leven lang, en nog veel langer,
want liefde is sterker dan de dood.
Wie lief heeft zal leven, zijn leven lang en ook daarna;
wie lief heeft doet leven, zijn leven lang en ook daarna.
God is één en al liefde en daardoor leven wij – voor altijd.