Evangelieprikje 2015

Het gebeurt wel eens dat het na een fikse ruzie moeilijk is om de brokken weer te lijmen. Je hebt al van alles gedaan om het goed te maken, maar de vergifenis blijft uit. En dan zitten we met de handen in het haar en vragen we ons af: wat kunnen we doen om het weer goed te maken? Iets soortgelijks horen we in het evangelie van vandaag. Johannes heeft met zijn preken al heel wat mensen doen inzien dat ze eigenlijk niet goed bezig zijn. Vaststellen dat je fout zit en dat ook willen toegeven, dat is één ding, er iets aan doen een ander. De antwoorden die Johannes geeft op de vraag aan de respectievelijke vraagstellers komt er op neer dat men de ommekeer die men belijdt met de mond ook moet omzetten in concrete daden van naastenliefde die net iets verder gaat dan wat men normaal van mensenliefde verwacht.

Misschien horen wij wel bij die vraagstellers die inzien dat onze levensstijl voor verbetering vatbaar is maar die nog niet goed weten wat we dan moeten doen. Of weten we wel wat we moeten doen en ontbreekt het ons aan lef, moed of weet ik veel om er aan te beginnen? Wat zou Johannes vandaag kunnen antwoorden op onze vraag wat we moeten doen om Kerstmis op een goede manier voor te bereiden en te vieren? Als hij een beeld zou gebruiken zou hij misschien kunnen zeggen dat we meer moeten focussen op de kerststal in onze huiskamer en daarbij aansluitend de mensen die het moeilijk hebben of niet meetellen. En misschien moeten we dus wat minder tijd besteden aan de boom met de cadeautjes.

Gemakkelijk gezegd, maar waar vind je die mensen die het moeilijk hebben of die aan de kant gezet worden door onze samenleving? Ik denk dat we die mensen zowat overal vinden, maar het vereist een andere manier van in het leven te staan. Wie totaal geen raad weet waar die mensen te zoeken, kan beginnen met de actie Welzijnszorg te steunen. Via Welzijnsschakels en andere waardevolle initiatieven die kansarmoede bestrijden te ondersteunen probeert deze organisatie te doen wat Johannes ons opdraagt vandaag: net iets verder gaan in de naastenliefde, specifiek dan voor de mensen in kansarmoede. We kunnen hen steunen door ons gebed, maar ook door de cadeautjes onder de kerstboom wat minder duur te maken en het uitgespaarde geld bijvoorbeeld te schenken aan Welzijnszorg. Nog beter zou zijn dat we tijd maken om een Welzijnsschakel in de buurt wat te helpen, ieder met zijn eigen talenten. Maar dat alles vraagt een ommekeer: minder bezig zijn met het eigen Kerstfeest en meer met andere mensen. Op Kerstmis vieren we de geboorte van de totaal Andere, als we die niet in ons leven binnenlaten, wordt Kerstmis ook voor ons een lege doos. Johannes geeft ons vandaag enkele tips.

Betekent dat dan dat advent alleen een kwestie is van doen? Uiteraard niet, Johannes geeft die tips als voorbeelden, als veruiterlijking als het ware van een innerlijke ommekeer. Als bevestiging van die ommekeer doopt hij de mensen. Het doet me een beetje denken aan het reclamespotje een tijdje geleden voor een zuiverend water waarbij mensen nadat ze wat water over zich gekregen hadden opeens betere mensen werden. Maar de vergelijking loopt mank: in het reclamespotje zit de kracht in het water (of dat wil men ons toch doen geloven), bij Johannes moet de kracht van de ommekeer in je innerlijk zitten.

Door dat doopsel doet hij sommige mensen denken dat Hij wel eens de Messias zou kunnen zijn. Maar Johannes zegt zelf dat hij maar een voorloper is. Zijn opvolger zal niet alleen dopen met water, maar met vuur en heilige Geest. Het doopsel niet alleen als een ommekeer, maar als een start van een vernieuwd leven vanuit de Geest, als we dat toelaten tenminste. Het vuur van het doopsel zijn we in onze Westerse kerk wat verloren, denk ik. Bijzonder jammer, dat het vuur dat oplaait bij onrechtvaardigheid geblust wordt door angst van reacties van anderen, maar dat is een heel ander verhaal. Laten we beginnen met wat te doen om Christus die ergens in armoede probeert mens te worden wat bij te staan. Moet te doen zijn.