5e zondag in de veertigdagentijd (2009)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 622 niet laden

Beste medeparochianen,

Gisteren was vicaris Storcken in onze parochie om aan een honderdtal kinderen van groep 8 uit parochies van ons cluster het heilig Vormsel toe te dienen. Hij sprak tijdens zijn preek over de levensweg die de kinderen voor zich hadden en de belangrijke keus die zij gemaakt hadden door te besluiten zich te laten vormen. Na een imponerende viering, niet in de laatste plaats te danken aan de prachtige muziek, gingen kinderen en ouders weer naar huis. Al aan het eind van de viering werd gezegd: ‘We hopen jullie nog eens hier terug te zien in de kerk. En, zoals vicaris Storcken zei: ‘Ik ben er zeker van dat de wereld door jullie inbreng er anders kan gaan uit zien.' Die woorden komen niet uit het niets, maar uit de ervaring dat goede voornemens steeds weer opnieuw gemaakt dienen te worden. Want als dat niet gebeurt, blijven het vaak voornemens die na een tijdje verdwenen lijken te zijn.
In het evangelie van vandaag staat Jezus niet aan het begin van zijn levensweg, zoals onze vormselkinderen, maar bijna aan het einde. Hij is met zijn leerlingen de lange weg gegaan op naar de gouden tempel van de stad op de berg, de tempel van Jeruzalem. Het komt mij voor dat Jezus in Jeruzalem, vlak voor het einde van zijn leven aan zijn leerlingen belangrijke dingen te vertellen heeft. Woorden die zij zich nog lang zullen herinneren. Net zoals wij dat doen met sommige uitspraken van onze overleden ouders vlak voor hun dood.

Vlak voor zijn overlijden, nu vijf jaren geleden, zei mijn vader tegen zijn vier kinderen: ‘Blijf steeds samen met elkaar een weg zoeken.' In die vijf jaren hebben wij kinderen geen knallende ruzies met elkaar gehad, al waren we er soms vlak bij. Vaders woord weerhield ons om onderlinge meningsverschillen op de spits te drijven.

Iets dergelijks zie ik vandaag in de woorden van Jezus.'Als de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen, maar als hij sterft brengt hij veel vrucht voort.' In een zin vertelt Jezus ons de diepere betekenis van zijn leven. Direct realiseren wij ons, zijn volgelingen, dat wij onszelf geroepen voelen dat aspect van zijn leven na te volgen. Maar ook, tenminste dat doe ik, beseffen we dat onze eigen manier van leven ver van dat ideaal verwijderd blijft. Overgave aan de wil van zijn Vader, dat was de constante factor in Jezus leven. Wij mensen zijn eerder overgeleverd aan onze eigen vaak egoïstische wil. We willen onze eigen behoeften en verlangens wel eens een tijdje aan de kant zetten en die van onze gezinsgenoten voorop, maar daarna zijn wij weer aan de beurt. Ja toch? Want we zijn bang als ‘sufferd' gezien te worden, als een persoon die over zich laat lopen. We horen tegenwoordig assertief te zijn, op te komen voor onze rechten, we willen meetellen, niet ons de kaas van het brood te laten eten. Zeker onze maatschappij is verre van vreedzaam. Hoe prachtig en idealistisch we ook kunnen denken, steeds toch blijven wij ook mensen met onze eigen driften als bezitsdrang, angst voor het onbekende, voor verandering. Jezus' woorden kunnen ons helpen die driften te beteugelen. Laat die ander maar, ik hoef niet altijd vooraan te staan, het meeste te hebben. Laat mij maar als die graankorrel in de aarde vallen, laat mijn leven maar opgegeten worden door de anderen.

Dat is tenminste een leven dat zin heeft, wie zo leeft zal pas echt leven zegt Jezus. Moeilijk, heel moeilijk om dat te aanvaarden, om daarin te blijven geloven. Volledig in dienst van de ander en van God te leven. Dat valt echt niet mee. In onze tijd is dat verre van gewoon.

Ook Jezus heeft het er kennelijk heel lastig mee. Ook bij hem de twijfel: ‘Wat moet ik zeggen? Vader red mij uit dit uur?' Nee, die gedachte verwerpt hij vlak voor zijn dood. Want ik ben juist tot het einde van mijn leven gekomen om jouw wil te doen.
Volgende week vieren we de plechtige intocht van Jezus in Jeruzalem. Nederig gezeten op een ezel zal hij de stad binnenkomen toegejuicht door mensen die hem enkele dagen later weer laten vallen. Vandaag hoorden we wat aan die Palmzondag bij Jezus voorafging: onrust, twijfel en uiteindelijk toch weer die overgave.

‘Maar als hij sterft brengt hij vrucht voort' Ja, bij Jezus is dat duidelijk: zijn sterven was de opmaat voor een beweging die nu al 2000 jaar doorgaat. Een beweging die steeds weer nieuwe mensen inspireert om hun leven te geven voor anderen, om als de graankorrel te sterven. Een beweging die steeds weer mensen zoals U en ik, eigenlijk maar kleine volhoudertjes, weer opricht en aanzet om het opnieuw te proberen. De vruchten die wij met ons leven voortbrengen zijn niet altijd te zien en slechts klein in aantal. Maar dat mag ons er niet van weerhouden ook in deze laatste weken van de Veertigdagentijd ons eigen kruis op te nemen en op te gaan naar Jeruzalem, Jezus achter na. Want eens hebben wij die weg, net als de vormelingen van afgelopen week gekozen als onze weg door het leven. Dan mogen wij er ook op vertrouwen dat Jezus ons na het oordeel tot zich zal trekken.