Zozeer heeft God de wereld liefgehad (2009)

Van 29 september 2008 tot 17 jan 2009 hielden de Broeders van Taizé elke dag een middaggebed in de St.-Niklaaskerk aan de Brusselse beurs.  Vier tot acht Broeders, enkele oudere mensen in het koorgestoelte, tientallen jongeren in het koor op de grond of op een kniebankje.  Dinsdag 13 januari kon ik het gebed bijwonen op weg naar de Brusselse Open Deur in de Taborastraat.  Het was met een tikkeltje heimwee omdat dit dagelijks middaggebed er wellicht zou ophouden.  Dit gebed gaat verder.  Sinds 7 maart is daar in diezelfde kerk elke zaterdagmiddag een gebed met liederen van Taizé. 

Het schema van dit gebed is eenvoudig: een intredelied, een alleluja met psalm, een evangelietekst, stilte, een kyriegebed, twee liederen om te besluiten.  De evangelielezing kwam die dag uit het gesprek van Jezus met Nicodemus (Joh. 3,14-17).  Nicodemus kwam in de nacht naar Jezus.  Was het omdat hij overdag niet durfde?  Of was hij als zoekend mens tot in de nacht met het wezenlijke bezig?  De vrome overweegt immers Gods wet dag en nacht.  De zangploeg van Taizé had tijdens de Europese bijeenkomst een Nederlandstalig lied voorgesteld: "Iedere nacht verlang ik naar U, o God, ik hunker naar U met heel mijn ziel."

Een confrater op het seminarie had zijn reserves tegen nachtelijke Nicodemusgesprekken.  Worden de resoluties, in de nacht genomen, overdag gehouden?  "'s Avonds zullen we Vlaanderen redden, en 's morgens..."

Johannes geeft eerst de dialoog tussen Jezus en Nicodemus.  Daarop volgt een lange monoloog van Jezus met daarin de verzen van het Brussels middaggebed.  De reden van die keuze weet ik niet.  Ik luisterde met aandacht.  We horen ze de vierde zondag van de Vasten, waarvoor ik deze homilie wou schrijven.  In Taizé worden weinig homilies gehouden.  Tijdens het middaggebed is er geen commentaar na het evangelie.  De stilte moet de voedingsbodem zijn.

In die verzen is de verwijzing naar Mozes met de bronzen slang een moeilijke passage.  Toch voelen we aan dat opkijken naar wat verheven is heilzaam kan zijn.  Het is goed zo wij bij pijn en smart de ogen opheffen.  Wij moeten aanvaarden dat we onszelf niet helemaal alleen kunnen genezen.  Wat Mozes deed is een voorafbeelding.  Het doet ons opzien naar Jezus, die omhoog werd geheven.  De verzen uit het evangelie van Jezus gaan over Gods liefde, over redding, over eeuwig leven.  Zij reiken een refrein aan om zonder ophouden te "Zo lief heeft God de wereld gehad" (ZJ 548).

Frère Roger voelde sterk aan hoe bepaalde Godsvoorstellingen jongeren de weg naar God belemmeren.  Geen God van angst, maar een God van Liefde.  « Toi tu nous aimes, source de vie.  God, U bent liefde, bron van het leven. »

Wie is God?  Hij is degene die wij met Gij mogen aanspreken?  Ik sta niet tegenover een ding, een muur, ik sta tegenover iemand tot wie ik Gij mag zeggen en aan wie ik alles mag toevertrouwen, mijn vreugde en mijn pijn.  God is Liefde, Deus Caritas.  Hij is de eerste in de liefde.  Liefde als altijd eerst.  Hij heeft zijn zoon gegeven, niet om te sterven maar om lief te hebben.  Doordat zijn liefde miskend en afgewezen werd, kwam Jezus op Calvarie.  Jezus heeft zich niet teruggetrokken.  Zoveel mensen zijn vermoord omdat zij trouw waren.  Bekijk het martelarenboek van de 20° eeuw, denk aan de vermoorde bisschop Romero.  Frère Roger, die zoveel liefde uitstraalde, werd in de kapel van Taizé gedood tijdens het gebed.  Het was op de vooravond van de Wereldjongerendagen van Keulen.  Zijn Broeders hadden onmiddellijk een woord van vergeving voor de jonge vrouw, die hem had gedood.

Opzien naar Jezus om zijn liefde te ontvangen en deze door te geven.  Tijdens het Taizégebed stond in het koor de kruisicoon van Taizé.  Zij gelijkt op het Christusbeeld, voor hetwelk Franciscus in Assisi heeft gebeden.  Een serene Christus, niet verkrampt.  Naast hem de stille aanwezigheid van Maria en Johannes.  Links in het koor stond een icoon van Maria, de Glykophilousa, de moeder vol tederheid voor haar kind.  Rechts stond de icoon van de vriendschap.  Een koptische icoon, waar Jezus zijn hand legt op de schouder van abt Mennas.  De rustige stilte tijdens het gebed en het beschouwend kijken naar de iconen lieten het vertrouwen binnensijpelen dat Jezus schenkt.  Hij blijft aanwezig, hij is de verrezen.  De laatste zang van het Taizégebed die dag was het "Surrexit Dominus vere, alleluia."  Op Laetare, halfweg van de Vasten, laat de liturgie dit licht al schijnen.  Voor Johannes is de omhoog geheven Heer zowel de gekruisigde als de verrezen.

In hun zoektocht naar spiritualiteit hopen mensen op een spiritualiteit van tederheid en medelijden.  Deze is te verbinden met een spiritualiteit van een verantwoordelijk en solidair engagement.

Een aantal mensen hebben niets aan deze boodschap, vooral omdat God niets meer zegt en zij de bron die Jezus is niet ontmoeten.  "In onze tijd zijn er meer mensen dan ooit die deze bron niet kunnen vinden.  Zelfs het woord ‘God' is beladen met misverstanden of gewoonweg vergeten" (Frère Alois in zijn brief uit Kenia).  En toch, de ontmoeting van Nicodemus met Jezus was niet vruchteloos.  Nicodemus keerde terug voor de kruisafname.  Hij had een mengsel mee van mirre en aloë (Joh. 19,39).  Hij spoort ons aan om alleen of met anderen het lijden in onze omgeving te verlichten.