4e zondag van de veertigdagentijd B - 2021

Zusters en broeders,

In de eerste lezing wordt iets heel merkwaardigs verteld. Na de verwoesting van Jeruzalem worden de Israëlieten in ballingschap weggevoerd naar Babel, waar ze als slaven behandeld worden. Pas wanneer de Perzen zeventig jaar later het Babylonische rijk veroveren, worden ze op bevel van de Perzische koning Cyrus weer vrijgelaten, waarbij hij zegt dat God de Heer hem niet alleen die vrijlating, maar ook het bouwen van een tempel in Juda heeft opgedragen. Inderdaad een heel merkwaardig verhaal, want de Perzen zijn geen joden, maar een heel ander volk dat zijn eigen goden aanbidt. Vandaag heten ze Iraniërs, en het zou zeker heel merkwaardig zijn als die een bevel van God de Heer zouden uitvoeren.

Maar niet alleen de eerste lezing, ook het evangelie vertelt een merkwaardig verhaal, namelijk het verhaal van Nikodemus die Jezus in het geheim bezoekt en echt naar Hem luistert. Ook dat is echt merkwaardig, want Nikodemus is niet alleen een farizeeër, hij behoort ook tot het sanhedrin, het hooggerechtshof dat Jezus later ter dood veroordeelt. Het is dus niet verwonderlijk dat Hij Jezus ’s nachts en in het geheim bezoekt. Het zou hem immers niet in dank worden afgenomen als andere farizeeërs en leden van het sanhedrin wisten dat hij eigenlijk een volgeling is van Jezus. Maar hij was later wel dapper genoeg om zich tegen Jezus’ veroordeling te verzetten, en hij was ook aanwezig op de begrafenis van Jezus.

Het verhaal van de Perzische koning en het verhaal van Nikodemus heeft in wezen dezelfde inhoud, namelijk dat God de Heer overal aanwezig is, ook op de meest onverwachte plaatsen en bij de meest ondenkbare personen. Maar dat is niet verwonderlijk, want ‘zozeer heeft God de wereld liefgehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven opdat de wereld door Hem zou worden gered.’ Jezus is dus niet gekomen om alleen de Israëlieten te redden, maar alle volkeren, waar ook ter wereld. Dus is Hij ook overal aanwezig.

Zoals altijd moeten wij ons afvragen waar wij staan in die verhalen. Kan God ook op ons een beroep doen zoals Hij dat deed op de heidense koning van de Perzen? Komen ook wij als het erop aankomt uit voor ons geloof zoals Nikodemus dat deed toen Jezus door het sanhedrin ter dood werd veroordeeld? En uitkomen voor ons geloof, dat  is Jezus volgen, dat is dus een licht zijn in deze wereld. Licht van liefde en vrede in deze vaak duistere wereld van oorlog en burgeroorlog, van miljoenen vluchtelingen, van leugen en bedrog, uitbuiting en haat, armoede en honger. Een wereld die vandaag extra geteisterd wordt door een verlammende pandemie die niet alleen ziekte en dood, maar ook zoveel meer armoede en zoveel meer eenzaamheid veroorzaakt dan er sowieso al was en is.

Ook zoals altijd worden we in deze veertigdagentijd uitdrukkelijk opgeroepen om niet blind te zijn voor die harde werkelijkheid. Broederlijk Delen trekt daarvoor onze aandacht. ‘Delen doet goed’ is hun slogan. Zijn we ons daarvan bewust? Willen we ons echt goed voelen omdat we kunnen en willen delen, zodat we af zijn van die drang naar meer en nog meer en nog meer voor onszelf? ‘Gun jezelf het goede gevoel dat delen tot leven brengt’, zegt Broederlijk Delen, en ze hebben gelijk, want delen doet veel meer goed dan bezitten. Alleen al mee voelen en mee genieten met anderen komt er immers bij. Dit jaar delen we met en in Congo, Bolivia en Palestina, in projecten die het leven echt leven maken voor iedereen, ook voor de armsten onder armen. Het is vandaag de vierde zondag van de veertigdagentijd, en dat is normaal de dag van de eerste omhaling van Broederlijk Delen. Maar dit jaar is niet normaal, dus kan er ook zo goed als nergens een omhaling plaatsvinden. Maar niets belet ons om toch te delen. We kunnen immers altijd een gift doen via de bank of via het internet. Een gift die ook voor onszelf in een gift uitmondt, want vanaf veertig euro houden we er via onze belastingaangifte een mooi fiscaal voordeel aan over.

Zusters en broeders, op het einde van het evangelie zegt Jezus: ‘Wie oprecht handelt, zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.’ Wat zou het goed zijn als dat van ons zou kunnen gezegd worden: dat God zichtbaar wordt in alles wat we doen. Laten we ons daar echt voor inspannen. Amen.