Een heel bijzondere ontwenningskuur!

Beste vrienden,

Om een ontwenningskuur vol te houden heb je veel kracht en uithoudingsvermogen nodig. Wie in zijn vriendenkring iemand kent die het al heeft meegemaakt, of wie het zelf al een heeft doorstaan, die kent de extreme belasting waaraan een mens daarbij is blootgesteld. Ontwenningsverschijnselen kunnen voor een mens een dusdanige belasting zijn dat hij eraan bezwijkt. Veel ontwenningskuren worden dan ook voortijdig beëindigd omdat het voor de patiënt uiteindelijk echt te zwaar wordt. Sommigen laten die kuur ook gewoon over zich heen gaan, om daarna zo snel mogelijk terug te hervallen. Niet alleen bij ontwenningskuren voor alcohol of drugsverslaving is dat zo, er zijn ook ontwenningsverschijnselen bij het bereiken van je pensioen. Velen komen dan plots in een zwart gat terecht omdat het vertrouwde werk er niet meer is. Je hebt het ook wanneer een bepaalde vertrouwde taak of opgave wegvalt. En vooral ook wanneer je een geliefd iemand moet afgeven. Hoe snel verliezen we dan niet ons houvast, worden we terug helemaal op onszelf teruggeworpen en weten niet meer hoe het verder moet.   

Het feest dat we vandaag vieren gaat ook over ontwenning. Een ontwenning waar de leerlingen van Jezus erg onder te lijden hebben: “Hij werd door een wolk aan hun blikken onttrokken,” staat er in de handelingen van de Apostelen. Jezus is aan zijn leerlingen “onttrokken” – en nu staan ze daar en zijn plots weer helemaal op zichzelf aangewezen

Het is een scene die door vele schilders altijd heel plastisch en naïef werd voorgesteld. Je ziet de leerlingen in een kring staan, ze kijken verbijsterd omhoog naar een wolk, en uit die wolk komen meestal onderaan nog twee voeten tevoorschijn. Maar die schijnbaar toch zo naïeve voorstellingen treffen toch zeer goed de toestand waarin wij ons ook nu nog bevinden.

Ook wij kunnen Jezus niet zien. Al wat ons van Hem blijft zijn de “voetsporen” van toen, die Hij in de schrift heeft nagelaten. Hij zelf onttrekt zich echter aan onze blikken. Ja, God onttrekt zich aan ons, daarom komen we altijd weer in problemen wanneer we de vraag krijgen: waar is Hij dan, jullie God?“  

Maar deze ontwenningsverschijnselen tonen ons ook nog een ander aspect. Het aspect dat ons door de boodschap van vandaag wordt voorgehouden! “Het is goed voor jullie dat ik weg ga“ zegt Jezus in het Johannesevangelie, „ want indien ik niet weg ga, zal de bijstand, de Heilige Geest, niet tot jullie komen.” Maar hoe moeten we dat nu begrijpen?    Wat Jezus daarmee bedoelt kunnen we misschien vermoeden wanneer we ons, misschien heel naief, even voorstellen wat er gebeurd zou zijn wanneer Jezus in zijn aardse gestalte bij ons zou zijn gebleven:

 

-          Men zou Hem als wereldwonder en als grote Guru komen bewonderen.

-          De reisbureaus zouden overrompeld worden voor bedevaarten naar zijn plaats van oponthoud.

-          Duizenden mensen zouden naar Palestina trekken om Hem raad te vragen.

-          Iedereen zou met Hem wille telefoneren of communiceren via internet enz.…

 

Maar Jezus verkondigde niet zichzelf maar het Rijk Gods. Zijn doel was niet om zoveel mogelijk fans te rekruteren, maar om de mensen te begeesteren voor dat grote project van het rijk Gods. Daarom spreekt Hij ook over de Geest die Hij wil sturen om al diegenen te sterken en bij te staan, die zijn werk voort willen zetten. Jezus onttrekt zich door zijn hemelvaart aan onze beschikking, om er dan op een heel andere en heel nieuwe manier voor ons te zijn: in en door de Heilige Geest. 

Met andere woorden: Zo lang Jezus op aarde vertoefde waren de ogen van de leerlingen voortdurend op Hem gericht. Pas na zijn verrijzenis en Hemelvaart wordt hun blik vrij en kunnen ze erkennen waar die Geest van Jezus allemaal aanwezig is en werkt. Dat zien wordt echter pas mogelijk nadat Hij zich aan hun ogen heeft onttrokken. En in die ontwenning ontdekken Jezus‘ leerlingen hun roeping en hun opdracht: „Jullie zullen mijn getuigen zijn.“   

Daarom stopt onze geloofsbelijdenis ook niet bij de Vader en de Zoon. Zonder dat derde artikel van het geloof, het geloof in de Heilige Geest, zou het belijden van de Schepper en van Jezus pure archeologie zijn. Het is Gods Geest die het woord en het leven van Jezus voor ons ontsluit en tot werking brengt: In de verkondiging, in de vieringen, in het dagelijkse leven van ons mensen. Waarom hebben de eerste christenen nooit naar relkwieen van Jezus gezocht? Omdat de boodschap van het lege graf luidt: “Hij is niet hier.” Hij is niet beschikbaar als een archeologisch museumstuk, maar „Hij gaat u voor!“  Je moet dus geen historicus zijn en je moet ook niet naar Jeruzalem op bedevaart gaan om zijn spoor op te nemen. We kunnen Hem hier en nu ontmoeten door naar zijn woorden te luisteren en ze naar ons leven en naar onze tijd te hertalen. Daartoe krijgen we hulp van de Heilige Geest.

 

Hoe zegde de Heilige Johannes XXIII het ook weer: “De Kerk is geen Antiquariaat en ook geen museum; ze is een bloeiende tuin vol leven!”

Het is nu eenmaal zo: weh ebben God niet ter beschikking – noch als talisman, noch als geheim wapen en zeker niet als oplosser van onze problemen. Daar onttrekt Hij zich aan, vandaag net zoals toen. Maar het zijn juist die ontwenningsverschijnselen waarmee wij worstelen die ons de ogen willen openen en oins voorbereiden op het werk dat Gods Geest vandaag met ons wil uitvoeren. En dat werk gebeurt overal daar waar mensen leven en werken. Theresia van Avila zegde ooit: “Christus vind je ook in de keuken, midden tussen de potten en de pannen. Hij spreekt me aan doorheen al de mensen die vandaag mijn pad kruisen. Hij roept me in datgene wat men me vandaag heeft opgedragen. Hij zoekt geen museumwachters en ook geen fans, maar mensen die getuigenis afleggen over datgene wat Hij, Jezus Christus, voor de mensen wil zijn.

Al die getuigen, mannen en vrouwen, hebben zijn onverbreekbare belofte: “Ik ben bij u, alle dagen, tot aan de voleinding van de wereld.” Amen.