God is groter dan ons hart (2012)

In voorbereiding op roepingenzondag had in de Gentse St.-Baafskathedraal een gebedswake plaats met een getuigenis door Broeder Aloïs (Taizé) en een vormingsvoormiddag met enkele broeders van Taizé.  Deze eindigde op zaterdagmiddag met dit gebed: “Opgestane Christus, vredig klinkt uw stem in het evangelie.  Gij zegt ons: ‘Waarom maakt je je bezorgd?  Slechts één ding is nodig: een hart dat luistert naar mijn Woord en de heilige Geest.’”  Het vertrouwen van het hart kan ons heel ver leiden.  Daarvan was Frère Roger, de stichter van de gemeenschap van Taizé, sterk overtuigd:

Si la confiance du cœur était au commencement de tout…
Si elle précédait toute démarche, petite ou grande…
Tu irais loin, très loin. 
 Tu percevrais personnes et événements non pas avec
cette inquiétude qui t’isole et ne vient pas de Dieu,
Mais à partir d’un regard intérieur de paix. 

God groter dan ons hart (1 Joh. 3,20). Deze zin staat in de Schrift, maar je heb medemensen nodig om de rijkdom ervan te ontdekken.  “God is groter dan ons hart.”  Het was bisschop Paul Schreurs die er in een conferentie de aandacht op trok.  Hij zelf was trouwens een hartelijke man, die vertrouwen wekte.  Die zin is mij sindsdien bijgebleven.  God is groter dan ons hart.  Die bemoedigende boodschap is doorgedrongen door het meezingen van het gedreven lied: “Omdat Gij het zijt, groter dan mijn hart, die mij hebt gezien, eer ik werd geboren” (Tekst Huub Oosterhuis).

Alleen je eigen hart kent je diepste verdriet, in je vreugde kan een ander niet delen” (Spr. 14,10).  Nochtans God kent ons beter dan wij onszelf kennen.  “Heer, u  kent mij, u doorgrondt mij, u weet of ik zit of sta, u doorziet van verre mijn gedachten” (ps. 139).  Deze psalm eindigt met de bede: “Doorgrond mij, God, en ken mijn hart, peil mij, weet wat mij kwelt, zie of ik geen verkeerde weg ga, en leid mij  over de weg die eeuwig is”(ps. 139).

God is de hartenkenner (Hnd. 1,24).  Hij weet wat er in de mensen omgaat (Hnd. 15,8).  In zijn uitval tegen de Farizeeën, die voldaan over zichzelf als rechtvaardig wilden doorgaan, zei Jezus: “God kent uw hart” (Lc. 16,15).

Met hart is meer bedoeld dan een vitale spier, die het bloed doet stromen.  Bij de Semieten is de mens als een geheel gezien.  Hij is niet opgedeeld in ziel en lichaam.  Dit laatste is kenmerkend voor de Griekse antropologie.  In de Bijbelse visie op de mens is het  hart zetel van beslissing.  Wij verbinden het met gemoed en gezindheid.  Psychologen zeggen niet veel over het hart en gebruiken andere woorden.  Bij verliefden is het hart een veel voorkomend symbool.  Er worden veel hartjes uitgedeeld, niet alleen op Sint Valentijn.

In de eerste brief van Johannes staat het hart voor het geweten, waar we aanvoelen wat goed en kwaad is.  Het heeft een speurzin voor het goede.  Het hart is dan ook een bondgenoot van God.  Hij vindt er zijn plaats.  Het hart is ons heilig.  Het is figuurlijk ons heiligdom.  “Het is de waarheid waarvoor Jezus sterft en eeuwig leeft: er is slechts één plaats die voor God heilig is: het hart van de mensen, die onvoorwaardelijk in zijn goedheid geloven” (Eugen Drewermann).

Het hart kan verstokt zijn en zich afsluiten voor God.  Wij kunnen lijden aan cardiosclerose.  De bijbel noemt dit de verstoktheid van het hart.  De uitspraak over God die groter is dan ons hart staat in de brief van sint Jan in een context, waar enige onzekerheid en twijfel is of het geloof zal standhouden.  Er is enige angst voor Gods gericht.  Slagen we erin Gods geboden te vervullen?  Bij Johannes is deze zin geen vrijgeleide om in te dommelen.  Zijn uitspraak  ontslaat zeker niet om te handelen.  Johannes herhaalt alweer dat wij moeten liefhebben en ervan getuigen in concrete daden.  Wanneer wij die weg opgaan volgen wij Gods geliefde zoon in wat hij ons voorgedaan heeft.  Op deze weg hoeven we niet te vrezen. 

Johannes vat kort samen wat christen zijn betekent.  Wij mogen hem nazeggen: “Van harte geloven in Jezus Christus Gods Zoon en elkaar beminnen, zoals hij ons bevolen heeft.”  In welke mate beantwoorden wij aan deze definitie van christen zijn?  Onze belijdenis over Jezus de Zoon kan niet losgemaakt worden van de verplichting tot broeder- en zusterliefde.  En deze onderlinge liefde heeft haar fundament in de zelfgave van de Zoon, in wie de liefde van God zich openbaart en openbreekt.  Het wezen van het christendom steekt in dit éne gebod van het Christusgeloof en van de onderlinge liefde (F. Mussner).
God is groter dan…”  Hij is groter dan onze redeneringen.  Hij is groter dan de paus, groter dan Obama.  Hij is groter dan zijn georganiseerde kerk.  Hij is groter dan mijn verstand en mijn inzichten.  Hij is groter dan mijn hart.  God is zo groot dat hij zelfs in het hart van elke mens een plaats kan vinden.

Marc was heel klein van gestalte.  Hij had rechten gestudeerd aleer aan de theologie te beginnen.  Joris Baers en Ernest Henau hadden in die tijd een geloofsboek uitgegeven met de titel God is groter.  Marc had het boek gekocht en met zijn dwerggestalte en met veel humor hield hij het bij zich en konden zijn medestudenten lezen: God is groter.

Over het hart, dat God liefheeft, is zoveel te zeggen.  Wij hebben ons hart, ons hoofd en onze handen nodig.  Houd je hart warm en je hoofd koel. Menigeen vindt zijn hart pas als hij zijn hoofd verloren heeft.  Geniet van dit gedicht van Bertus Aafjes.


Lieveling, ik moet je haastig schrijven,
Want straks wordt weer heel mijn leven zwart,
En dan voel ik niets meer aan den lijve.
Lieveling, hoe is het met je hart?

Kan het nog van pure vreugde springen
Als een jong lam in de voorjaarswei?
Wordt het bij het zien van mooie dingen
Warm, en licht het op en wordt het blij?

Hangt het in je als een schone kroon,
Die vol kaarsen is en schone luister,
Vol muziek van licht. Zo stil. zo schoon?
Klopt het als het mijne soms zo snel?
Ach, ik groet je uit het vallend duister,
Wees voorzichtig met je hart. Vaarwel.