Het kan simplistisch klinken, maar mocht elkeen de tien geboden - deze richtlijnen ten leven - onderhouden, er zou meer echte vreugde zijn.
Wie aan zichzelf en aan anderen het goede toewenst, zal de zonde vermijden. De schrijver van de eerste brief hoopt dat de christenen in de gemeenten, tot wie hij zich richt, zonder zonde zouden zijn. Hij wil voor hen een wegwijzer zijn en hun aanduidingen geven voor een christelijk levensprogramma.
“Ik zou wensen dat je niet zondigt.” Hij weet nochtans dat wij niet volmaakt zijn en dat wij tekort schieten en zondigen. Wie beweert zonder zonde te zijn is een leugenaar. Johannes schrijft in zijn brief dat wie in God is, niet zondigt. Hoe meer wij ons door God laten doordringen, hoe minder de zonde voorkomt. In God zijn, dat is zijn liefde ontvangen en deze doorgeven.
Johannes stelt geen lijstje op over welke zonden het gaat. Hij behoort niet tot hen die in alles zonde zien. Er zijn tijden geweest dat het erop leek dat alles wat mensen deden zondig was en dat er hoegenaamd geen vreugde aan het leven was. De zonde waarvoor hij vreest en waarvoor hij ons wil behoeden is het tekort aan liefde. De geboden zijn voor hem samengevat in het éne gebod van liefde tot God en liefde tot de medemens. Doorheen de liefde maken wij het geloof zichtbaar.
De zichtbare, daadkrachtige liefde is het centrum van zijn brief. “De hele brief van Johannes is feitelijk niets anders dan één lange aanbeveling van de liefde. Wij zijn niet bang dat de liefde vervelend wordt, al komen wij er nog zo dikwijls op terug. Hoe zou immers nog sprake kunnen zijn van liefde, als zij gaat tegenstaan? Wanneer het precies door de liefde is dat wij op de juiste wijze van al het overige houden, dan moet zijzelf toch echt beminnenswaard zijn. Indien de liefde nooit uit ons hart mag verdwijnen, mogen wij evenmin ooit ophouden over haar te spreken” (Sint Augustinus, Over de eerste brief van Johannes, VII,1).
Johannes ontmoedigt zijn lezers niet als hij hen waarschuwt voor zonde. Hij hanteert een belangrijke regel van een christelijke levensvisie: “Spreek nooit over zonde zonder tevens te verwijzen naar Gods vergeving en naar Gods liefde voor de mens.” Jezus Christus, hij is pleitbezorger, voorspreker. Hij is de rechtvaardige, die zelf zonder zonde was. Hij is Parakleet, onze Bijstand. In de vierde evangelie gaat deze rol over naar een andere, naar de heilige Geest.
Margrit bericht mij over een Zwitserse vriendin, die in een kerkboek een mailadres vond en op een site terecht kwam die allerhande onrust teweeg bracht. Zij meent dat zij, volgens de private openbaringen en boodschappen die ze daar las, nu alle mensen moet waarschuwen. Dit alles berokkent haar veel angst.
Het is onzin
zegt het verstand
Het is wat het is
zegt de liefde
Het is ongeluk
zegt de berekening
Het is alleen maar verdriet
zegt de angst
Het is uitzichtloos
zegt het inzicht
Het is wat het is
zegt de liefde
Het is belachelijk
zegt de trots
Het is lichtzinnigheid
zegt de voorzichtigheid
Het is onmogelijk
zegt de ervaring
Het is wat het is
zegt de liefde
Erich Fried (1921-1988)
Vertaling Remco Campert