Geloven is een Godsgeschenk

Beste vrienden,

Vandaag is er goed nieuws, goed nieuws voor iedereen die kinderen heeft die niet kunnen geloven. Er zijn veel ouders - en nog meer grootouders – die daar vandaag onder lijden: ze lijden eronder dat, wat hen zo na aan het hart ligt, wat voor hen zo belangrijk is, voor hun kinderen eerder om het even lijkt te zijn.

Ze hebben heel hun leven geprobeerd om een goed voorbeeld te geven – ook wat de kerk en het religieuze leven betreft – en dan merken ze dat daar bij de kinderen maar zeer weinig van is aangekomen.  In de kerk zie je ze bijna nooit en van al de geloofspunten, die we hen mee op hun weg hebben proberen te geven, is niet veel meer overgebleven dan dat we moeten proberen om een goede mens te zijn.

Vandaag is er goed nieuws voor alle ouders en grootouders die onder die situatie lijden. En ook goed nieuws voor al die mensen die het graag anders zouden willen, en die daar ook moeite voor doen: die vragen stellen, lezen, zoeken, die graag zouden geloven, maar het gewoon niet kunnen.

Het evangelie van vandaag zegt ons ondubbelzinnig dat er niets verloren is.

En wie al echt niet meer weet wat hij nog allemaal zou kunnen proberen, die krijgt het duidelijke antwoord dat hij helemaal niets meer hoeft te doen.  

Geen angst, God bekommert zich daar zelf om. Wij hoeven het geloof niet te maken. Wij moeten de relatie met God niet afdwingen. Dat kunnen we zelfs helemaal niet.

Wij kunnen alleen behulpzaam zijn waar men het ons vraagt. Wij kunnen over onszelf, over onze eigen moeilijkheden en ook over onze mogelijkheden praten. We kunnen het voorbeeld geven. Maar hen doen geloven dat kunnen we niet, en dat moeten we ook niet proberen.

Daar bekommert God zich zelf wel om. Want wij mensen zijn tenslotte zijn kinderen. En God houdt van zijn kinderen, om het even waar ze zijn en om het even hun leeftijd. En Hij blijft hen altijd volgen – een leven lang. Hij wacht rustig zijn tijd af, en dat kan duren! Thomas uit het evangelie van vandaag moest ook wachten, al was het maar acht dagen. Maar toch: volle acht dagen!

De andere leerlingen schenen helemaal geen moeilijkheden te hebben gehad. Zij geloofden! Maar alles wat ze hem vertelden, al hun argumenten en hun aandringen brachten voor Thomas geen aarde aan de dijk. Geloven, echt geloven, kon Thomas pas toen Jezus zelf het initiatief nam. Daarna was er geen probleem meer.

Goed nieuws voor al die mensen die op zoek zijn: ze hoeven zelf niets te doen, ze kunnen niets forceren. Onze openheid tegenover God behouden, en Hem niet uit het oog verliezen, dat is alles wat er van onze kant gevraagd wordt. Hij zelf zal naar ons toekomen, want Hij laat zijn kinderen nooit in de steek. Hij zoekt de weg naar hun harten, en Hij vindt die ook. Hij weet al wie, en Hij weet ook wanneer.

Soms duurt het een week, zoals bij Thomas, een jaar, tien jaar, soms een heel leven lang.

Maar God vindt de weg. Hij vindt altijd de weg naar het hart van zijn mensen. Meestal heel anders dan wij het ons voorstellen. Hij zoekt en vindt die weg immers op zijn manier en vooral ook te zijner tijd. Amen