Hem kennen en aanvaarden

 

Je krijgt geen tweede maal de kans een eerste goede indruk te maken. Het eerste optreden van Jezus in Kafarnaüm viel bijzonder goed mee. De bezoekers van de synagoge ervaren hem als een man met gezag, die getuigt van innerlijke kracht. Maar al vlug breekt een discussie los.

Man met gezag

Hoe lang houden mensen het vol om iemand krediet te geven? Wanneer keren ze hem de rug toe? Jezus jaagt geen succes na. Hij leidt zijn toehoorders geleidelijk op de weg van de navolging. Wie die dag in Kafarnaüm was, vermoedde niet dat de weg van Jezus een lijdensweg zou worden.

Wanneer we vandaag met Jezus naar Kafarnaüm terugkeren, staan we daar met de kennis van wat er sindsdien met hem is gebeurd, dat hij stierf aan een kruis. Zijn dood was niet het einde. Tot op vandaag oefent Jezus gezag uit en trekt hij aan. Maar ook vandaag wordt hij bespot en afgewezen.

In Kafarnaüm knipperde al een lichtje ter waarschuwing. Terwijl Jezus zijn toehoorders in de synagoog raakt door zijn gezag, klinkt een contesterende stem. De eensgezindheid is weg. Het is als de kreet ‘Leve de republiek’ terwijl elkeen op dat moment de koning toejuicht. Een man binnen de synagoog komt in aanvaring met Jezus. Hij beweert te weten wie Jezus is. Hij stelt zich vijandig op. Hij voelt allicht aan wat Jezus zal teweegbrengen door aan onze zekerheden te schudden en onze machtsposities aan te tasten. Die man is een lucide tegenstander. Hij is de voorloper van de Groot Inquisiteur uit het beroemde verhaal in het boek de Gebroeders Karamazov, die Jezus veroordeelt omwille van de invloed en weerslag van zijn boodschap. Het eerste conflict van Jezus in Kafarnaüm stelt de vraag of wij Jezus in ons leven binnenlaten en ons door hem laten raken.

 

Wie is de man met een onreine geest? Iemand die bezeten is, die verslaafd is, iemand die leeft in een virtuele wereld?  Vanuit hun eigen wereld kunnen deze mensen soms meer zien en weten ze juiste dingen te zeggen.  Er is zoveel dat aan de psycholoog en de psychiater ontsnapt. Veel mensen zijn psychisch kwetsbaar. Vroeg of laat komt bijna iedereen in contact met geestelijke stoornissen, bij zichzelf of anderen.

Marcus ziet het conflict tussen Jezus en de man die hem tegenspreekt als een tegenstelling tussen God en de boze geest. Jezus is pas aan zijn publieke optreden begonnen en hij bindt de strijd aan met de onreine geesten. Jezus schuwt het conflict niet en legt de kwade geest het zwijgen op. Jezus’ Geest is krachtiger dan elke boze geest.  Wat merken we daarvan in onze tijd? Na de aanslag in Noorwegen twitterde een Noorse vrouw, die evenwel niet in God gelooft, deze rake woorden: “Indien één enkel mens in staat is tot zoveel haat, denk aan de liefde die wij alle samen kunnen ontwikkelen.”

Haat en extremisme liggen aan de basis van de terroristische aanslagen, zoals bij deze van de Parijse ‘nine eleven’ op Charlie Hebdo. Opnieuw beseffen wij dat wij ons in een risicosamenleving bevinden (Ulrich Beck), Angst mag echter niet het laatste zijn dat ons verbindt.

Verontrustend evangelie

Het verhaal over de dag in Kafarnaüm geeft zicht op wat het evangelie van Marcus bedoelt. Hij leidt zijn lezer binnen in een wereld van conflicten en spanningen, van raadsels en geheimen, van ironie en verrassing. Jezus verontrust en wekt onzekerheid. Hij verontrust de godsdienstige autoriteiten die zich tegen hem verzetten. Hij verontrust zijn leerlingen die van verwondering overslaan naar onbegrip en hem bij het einde in de steek laten. Jezus verontrust de hem omringende menigte die tenslotte zijn dood wenst.

In het evangelie van Marcus worden voortdurend vragen gesteld naar zin, naar leven en dood, naar goed en kwaad. Marcus schudt met zijn complex verhaal, vol ironie en paradoxen, de lezer door elkaar om hem te veranderen. Het Marcusevangelie is een subtiele uitnodiging om onze aanvankelijke zekerheden te verlaten en in de nieuwe wereld binnen te treden van het Rijk Gods waar de eerste de laatste worden en waar degene die zijn leven wil redden, het verliest (Camille Focant, L’évangile selon Marc, p. 29).

Marcus is de evangelist die in zijn evangelie het grootst aantal vragen stelt. We tellen er 114, waarvan 77 zonder antwoord. De schreeuwende man in Kafarnaüm stelt de eerste vraag over Jezus. “Het zwijg stil”, betekent niet dat Jezus discussie uitsluit. Nadat hij de man heeft genezen, stellen allen in de synagoge de vraag: “Wat betekent dat toch? Een nieuwe leer met gezag!”

 Jezus als geneesheer

Was deze man bereid Jezus bij zich binnen te laten? Jezus kan maar redden wat hij mag aanraken. Ik ben misschien de mens, die niet wil dat Jezus me raakt. Wij vrezen dat ons contact met hem tot verandering en ommekeer oproept. Waar en waarom laten we de Geest van God niet toe? Waarom sluiten we hem uit?

Waar een ‘onreine geest’ huist, kan enkel Gods geest die verdrijven. Laat God in je leven heersen. Daar was het Jezus om doen. Angst grijpt diep in het leven van mensen. Hij verlamt de geest en heeft een fysische weerslag. Jezus komt in zijn evangelie met een bevrijdende boodschap. Hij verdraagt niet dat mensen buiten God om moeten leven. ‘Met gezag’ drijft Hij alles uit wat Gods komst in de weg staat, zowel in het individuele leven als in het gemeenschappelijke. Hij veroordeelt alles wat met machtsmisbruik, uitbuiting, onrecht te maken heeft.

De innerlijke genezing die Jezus brengt is geen psychologische therapie. Zij is een bekering die zich meer en meer op Jezus richt. Hij kan onze gesloten deuren openen. “De geneesheer verzorgt het lichaam; de psychiater verzorgt het psychische; de priester de geest. De enige om helemaal met gans mijn zijn bezig te zijn is Jezus Christus. Hij bewerkt het wonder van de innerlijke genezing” (Een getuigenis uit de Charismatische vernieuwing in N. Astelli Hidalgo-A. Smets, Sauver ce qui était perdu).

Het mag ons niet verwonderen dat Jezus toen en nu weerstand oproept. Het evangelie bevat een boodschap die moeilijk te slikken valt. “Gij zult het leven winnen door het te verliezen. Of nog: gij moet doorheen de dood om het geluk te vinden; aanvaard dat gij moet sterven om te leven. De huidige maatschappij is weinig geneigd dergelijke woorden te beluisteren. Als de Kerk zegt dat er een waarde steekt in de trouw voor anderen, dat gij met uw lichaam niet om het even wat mag doen, dat gij het niet mag verkopen en belasten, dan wordt ze zeker niet beluisterd. Ik vind het niet mis dat die boodschap weerstand oproept. Het bewijst dat ze inhoud heeft” (Paul Valadier, L.M. 23.12.07).