Uit ons eigen midden (2012)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden
HET GEHEIM
Een mens is op zoek naar het geheim achter het leven. Dat er een geheim is, staat voor mij vast. Het lijkt me grenzeloos naïef om te denken dat de schepping enkel bestaat uit wat wij kunnen zien en begrijpen; dat er alleen maar dingen zijn binnen onze horizon. We begrijpen in woorden en termen die afgeleid zijn van het zichtbare. We maken abstracties die we als modellen hanteren. Onze berekeningen worden steeds exacter en steeds minder begrijpelijk. Er is een geheim, dat is wel zeker, want mijn denkraam is kleiner dan de hemel. Met eerbied noem ik dat mysterie ‘God’. God openbaart zich in de schepping. En dat is nu sinds er mensen bestaan het grote  probleem: hòe laat God zich aan ons zien? Waar herken ik Hem? Waar ervaar ik iets van het geheim dat ik niet kan kennen maar dat er wel is?

WIND
De mensheid heeft daar altijd mee geworsteld en twee ervaringen hebben daarbij in alle culturen een grote rol gespeeld. Dat is de ervaring van de wind en van het vuur. De wind is een kracht die onzichtbaar is maar sterk als een orkaan en teder als de streling van een zachte bries. Niemand wist waar hij vandaan kwam en waar hij heenging, maar hij leek van boven te komen, bij de wolken vandaan.
De andere uitdrukking van het mysterie was het vuur. Het vuur dat uit de aarde spuit; dat als gloeiende lava uit een wond in de aardkorst stroomt. Vuur moet ook van de sterren vandaan zijn gekomen. Een stukje van de hemel was op aarde gevallen, zoals de god Vulcanus in de klassieke mythologie door zijn moeder van de Olympus was gegooid en hier de kreupele God van het vuur werd; gehuwd overigens met de mooiste godin uit de hemel, Venus!

VUUR
Ook in de bijbel wordt de ontmoeting met God dikwijls beschreven als een confrontatie met vuur. De Eeuwige maakte zich in een brand aan Mozes bekend. De Onnoembare was een vuurzuil die zijn volk de weg wees naar de vrijheid. De Geest kwam als vuur over de leerlingen van Jezus neer. En misschien is de Joodse naam van God, de onuitsprekelijke naam van de Eeuwige, misschien betekent ze ‘aanstichter van vuur’.
Logisch dat in alle culturen vuur een rol speelt in de eredienst. Oosterse monniken maar ook katholieke heiligen danken hun faam aan wandelingen over gloeiende kolen. Er zou een versterkende, zuiverende kracht van uitgaan. De profeet Jesaja krijgt zijn tong met een gloeiende kool gezuiverd bij zijn roeping. Menigeen steekt een kaarsje op als hij de eeuwigheid om aandacht voor zijn zorgen vraagt. Bidden is voor velen nog steeds spelen met vuur!

REDE
Ooit was de overweldigende, soms vernietigende kracht van het vuur de openbaring van de Heilige. Vuur was verzengend en menigmaal dodelijk, maar het kwam van God. Het had iets onberekenbaars, iets grilligs. God en de goden waren duizenden jaren een bron geweest van angst. Misschien waren de voorstellingen van goden en geesten wel een poging van de menselijke verbeelding om er vat op te krijgen, om de geheimen achter de werkelijkheid te temmen en de angst te verminderen.
Vandaag lazen we in bijbel een prachtig moment uit de godsdienstgeschiedenis. God belooft het volk dat Hij voortaan niet meer zo grillig en verterend zal verschijnen als hij deed, toen hij kwam in de gedaante van vuur. Het volk Israël is op een hoger niveau gekomen. De jeugd die met computerspelletjes opgroeit  zou zeggen: het volk heeft een nieuw level bereikt! Nu kan het zonder de primitieve voorstelling van de vuurgod. God maakt bekend dat Hij op een redelijke manier tot de mensen zal spreken. Hij zal gebruik gaan maken van gewone mannen en vrouwen uit het volk. Zij zullen zijn woord verkondigen. Ze hoeven niet meer bevend te gissen naar de betekenis van vulkaanuitbarstingen; ze kunnen de woorden overwegen van profeten, van mensen die namens God het woord doen.

BARMHARTIGHEID

In die fase van de Godsdienst leven wij. We mogen Gods almacht proeven in de sterren, in de elementen, in de overweldigende kracht en schoonheid van de natuur, maar we laten ons leiden door de woorden van broeders en zusters die Gods profeten zijn.
Daarmee ligt een nieuwe vraag op tafel. Wie spreekt dan Gods woord? Wie is een valse en wie is een echte profeet? Het evangelie van Jezus geeft daar een zacht antwoord op. Gods spuwt geen vuur. Zijn woord wordt gesproken waar liefde is, waar genezing is. Het is een zachte stem die rust brengt en kalmte en die een kwade geest van vijandschap, achterdocht en verdeeldheid overwint.

VUURTJE STOKEN
Lieve kinderen. Mag ik helpen?, riep Jordi. De kleinste was zijn oudere broertje Marco altijd voor. ‘Nee, ìk mag helpen’, riep Marco nu ook. De twee broers renden met pappa mee naar de schuur zonder een antwoord af te wachten. Pappa ging de open haard aanmaken en Jordi en Marco vonden het prachtig. Ze hielden van de rode vlammetjes die soms een beetje geel, soms een beetje blauw waren, die knetterden en af en toe een harde knal lieten horen en waar warmte uit straalde; de vlammetjes die steeds aan het dansen waren zonder moe te worden. Marco mocht een dikke korte tak op het vuur leggen. ‘Voorzichtig Jordi, eerst een stap achteruit. Vuur is gevaarlijk. Niet dat dalijk het huis afbrandt!’ Joris deed plechtig een stap achteruit. Toen het deurtje van de kachel weer dicht was, gingen de jongens op hun buik voor de kachel liggen met de kin op de vuisten. Mamma moest erom lachen: ‘Daar kan teen t.v.-programma tegenop!’