Vertrouwen op Gods voorzienigheid (2009)

In kerken, in Joodse synagogen, in moskeeën en tempels, in alle gebedshuizen staan offerblokken. We kunnen ons de vraag stellen waarom die materiële gaven aangeboden worden aan God. Natuurlijk zijn er mensen die met God handel willen drijven, die met God een koopje willen sluiten. Men geeft dan geld en van God verwacht men dan de vervulling van zijn wensen. Hoe meer je doet, hoe meer je krijgt, denken zij. Dit is een nogal primitieve opvatting.

Maar eigenlijk ligt de beweegreden van het offeren aan God veel dieper. Immers, de mensen voelen aan dat in feite niets van hen is. Alles behoort toe aan de Schepper. En offeren is niets anders dan het gekregene weer teruggeven als teken van dank en aanbidding.

In het evangelie wordt de weduwe geprezen omdat ze "alles" gaf, heel haar bezit. Zolang je geeft van je overvloed, kun je nog vele richtingen uit. En het spreekwoord zegt: "Geld maakt niet gelukkig, maar het maakt rustig." Wanneer nochtans deze vrouw heel haar eigendom geeft, betekent het dat ze zonder enig voorbehoud zichzelf aan God toevertrouwt. Die weduwe, die geen inkomen meer had, die slechts het nodigste had om te kunnen leven, zij offerde alles. Als die weduwe alles geeft wat ze bezit, betekent dit dat zij overtuigd is van Gods trouwe Voorzienigheid. Het is voor haar voldoende zich in Gods zorgende handen te weten.

Als wij daarover nadenken, voelen we aan dat deze daad van godsvertrouwen overweldigend is. Hoe is die vrouw naar buiten gegaan? Alle zekerheden heeft zij durven prijsgeven om enkel te steunen op de zekerheid, God. God God laten zijn in je leven; daar is veel geloof voor nodig.

Jezus heeft zijn leerlingen dikwijls aangespoord tot deze mentaliteit van vertrouwen. "Zie de lelies op het veld, zie de vogels in de lucht..." Die weduwe had het begrepen. Franciscus en Clara van Assisi hebben het begrepen en zoveel gelovige mensen hebben het begrepen.

Jezus zet ons niet aan tot zorgeloosheid of tot laksheid, maar Hij vraagt dat wij eerlijk nadenken. Waar ligt de nadruk van ons vertrouwen: bij onszelf of bij de Voorzienigheid van God? Misschien moeten wij de klemtoon even verleggen?

Laten wij in de geest van de weduwe van Sarefat en van de arme weduwe in de tempel meer bidden tot de goddelijke Voorzienigheid en ons godsvertrouwen zo versterken en verdiepen.

Maar deze lezingen van vandaag reiken verder dan alleen ons oproepen tot een groter vertrouwen op de goddelijke Voorzienigheid. Er worden ons voorbeelden getoond die ons doen kritisch nadenken over onze manier van delen van ons materieel bezit. De uitnodiging in het evangelie vraagt ons zelfs nog veel verder te delen dan ons materieel bezit. Ons wordt gevraagd onszelf weg te schenken uit liefde. Dit moet ons hele christen-zijn tekenen, bijvoorbeeld

  • door je tijd te delen, ook al denk je er tekort te hebben,
  • door nieuwe kansen te geven aan iemand, ook als je denkt dat ze niet verdiend zijn,
  • door je eigen mening los te laten om je in te leven in die van anderen.

Dit is een heel andere levensstijl dan die welke we dagelijks rondom ons zien. Maar juist die overgave aan Gods zorgende voorzienigheid en dit zichzelf wegschenken geeft vreugde, geluk en die diepe vrede in je hart.