Het eerste gebod (2012)

Het is ontroerend om te zien hoe behoedzaam zo'n gevaarlijk dier als een ijsbeer omgaat met de welpjes.
Dat schijnt noodzakelijk te zijn, want zonder dat overleven ze het niet.
Moeder natuur heeft ervoor gezorgd dat jonge diertjes met zorg en tederheid worden omgeven en als het ouderpaar gezond is gaat dat goed.
Sommigen beweren dat zelfs planten het beter doen als je er vriendelijk tegen praat.
Onder mensen is het niet anders: de baby moet geknuffeld worden om zich goed te kunnen ontwikkelen en als dat niet gebeurt is er iets mis met de ouders.
Dat zorgzaam met elkaar omgaan moet eigenlijk een heel leven lang gebeuren, want wij mensen kunnen zonder elkaar niet overleven.
Om zorg en liefde te kunnen geven moet je wel gezond zijn.

Daar rekenen we wel op.

Je ligt in een ziekenhuis klaar om een operatie-tje te ondergaan, dan hoop je dat de chirurg goed fit is en niet aan het herstellen is van een kater van de avond tevoren.

We houden het erop dat de tandarts zelf niet vergaat van de tandpijn en dat de loodgieter goed geslapen heeft vooraleer hij aan het karwei begint.

Bemin je naaste zoals je jezelf bemint, zo houdt Jezus in het evangelie voor, als een oer-wet.
Die zelfzorg hoeft niet overdreven te zijn, maar zonder die zelfzorg wordt het helemaal niets.
Daar begint het en het vervolg gaat naar de naaste.
We worden overvloedig aangespoord om ons om elkaar te bekommeren en dat is terecht, want overdreven zelfzorg wordt egoïsme.
Er zijn inderdaad heel wat mensen waarbij dat totaal is scheefgegroeid.
Het lijkt erop dat zelfs de economische crisis een gevolg is van die scheefgroei: een weliswaar betrekkelijk kleine groep die over de rug van anderen alles naar zich toe schraapt.
Het tegendeel komt ook voor.
Er zijn zelfs heiligen die zich zo zeer hebben ingezet voor de medemens dat ze er zelf volledig onderdoor zijn gegaan.
Dat lijkt prachtig, maar daar had tenslotte ook niemand meer wat aan; ze hebben het loodje gelegd en degene die aan hun zorgen waren toevertrouwd bleven hulpeloos achter en legden dus vervolgens ook het loodje.

Jezus herhaalt het eerste gebod van de tien geboden: Bemin de Heer uw God en uw naaste zoals uzelf.
Dat is één en hetzelfde gebod.
God beminnen is hetzelfde als je naaste beminnen of andersom, je naaste beminnen is hetzelfde als God beminnen.
Terwijl ik dit op papier zet bedenk ik dat het een afgezaagd thema is, behalve dan dat die zelf-liefde nog al eens wordt overgeslagen.

We weten het allemaal allang.
Vooral gelovige mensen dienen het allang te weten.
Maar geloven heeft zo weinig met weten te maken.
We kennen de tien geboden, we spreken de geloofsbelijdenis uit, we bidden het onze Vader en bidden dat God ons mag vergeven zoals wij dat ook aan anderen doen.
We kennen het van buiten, we spreken het uit en zingen het.
Maar we zouden er ook het zwijgen toe kunnen doen en gewoon overgaan tot de daad.
Heel eenvoudig vandaag: zorg dat je fit bent, dat je kundig bent, dat je je vrij kunt maken, dat je goed in je vel zit en aarzel dan niet om je naar de medemens te keren, naar degene die niet zo fit is, die onwetend is, die niet vrij is, die niet goed in z'n vel zit.
Het is niet verkeerd om ons geloven, onze goede voornemens uit te spreken en zelfs te zingen, maar het gaat 'm om het doen.

Er zijn heel wat mensen die niet geloven en het toch doen. Dat kunnen we toch niet op ons laten zitten. Amen.