En wie ben ik volgens jullie? (2009)

Verwelkoming

"Wij zoeken U als wij samenkomen, hopen dat Gij aanwezig zijt". Moge deze bijeenkomst bezield worden: In de naam van de vader, de zoon en de heilige geest.
Ook vandaag zullen we "luisteren naar oude woorden, en hopen dat wij Zijn stem verstaan". De centrale lezing van vandaag sluit aan bij deze van vorige zondagen, waarin Marcus verhaalt over de wonderen die Jezus verricht en onderricht gaf. Het verhaal dat we straks horen, wordt een kantelmoment genoemd, omdat het gaat over wie Jezus is en wat het betekent zijn volgeling te zijn. Jezus zegt hierover : wie mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en zo achter mij komen. Bij de lezing van deze tekst viel mij op dat Jezus niet zegt: "neem mijn kruis op". Een leerling neemt zijn (eigen) kruis op.

Dit brengt me opnieuw bij de gedachte dat samenkomen in de naam van Jezus ook betekent dat we stilstaan bij het eigen lijden. Eén van de kinderen liep ooit in het donker pal tegen een prikkeldraad op. De bramen waren dwars door zijn winterkleren gedrongen. Griet heeft dan geduldig één voor één zijn wonden ontsmet. We weten allen dat wanneer je dit niet doet ze gaan etteren. Uit boeken heb ik geleerd dat het waarachtige mede-lijden ("compassie") pas mogelijk wordt door voeling te hebben met het eigen leed en door de eigen kwetsuren onder ogen te zien. In de lezing van vandaag verschijnt God in Jezus als degene die de lijdende mens verheft op een manier die mensen moeilijk bevatten.

Gebed om ontferming (acclamaties lied: "Heer Jezus, koning en gezalfde Gods")

Eerste strofe

Zie in duisternis uw ontelbare mensen
Zie hun goede wil, hun wanhoop, onmacht, schuld.
Zie allen die leven op aarde
Nietig, onzeker,
En zie ons hier, dit huis vol mensen.
Heer ontferm U over ons

Tweede strofe

Zie allen die leven op aarde,hun leven niet zeker,
Arme, verworpene, vluchteling, vreemde
Zieken van lichaam, ontroostbare harten
En zie ons hier dit huis vol mensen.
Heer ontferm U over ons

Derde strofe

Inleiding bij de lezing

Na een hele tijd rond en over het meer van Genesareth te hebben getrokken, gaat Jezus met zijn leerlingen naar het noordelijke grens van Palestina Die ligt heel ver van het religieuze centrum van Israël zowat op ‘heidens' grondgebied. De aandacht gaat nu niet naar het luisteren naar en opbeuren van mensen en naar de lering van de toegelopen massa, maar naar de kleine groep die hem al een hele tijd volgt. Jezus wil hen inwijden in zijn opdracht, en in wat het voor hen betekent, zijn volgeling te willen zijn.

Uit vorige passussen uit het evangelie van Marcus blijkt dat Jezus' optreden al veel reacties had uitgelokt, niet enkel bij de religieuze leiders (na een dispuut over de Sabbath overlegden de Farizeeën met de Herodianen hoe ze hem uit de weg konden ruimen - Mc VI 6), maar ook bij zijn familie (‘Toen zijn verwanten hiervan hoorden, gingen ze op weg om hem, desnoods onder dwang, mee te nemen, want volgens hen had hij zijn verstand verloren' - Mc III 21). De schriftgeleerden uit Jeruzalem dan weer zeiden dat hij bezeten was door de demonen.(Mc III 22). De vraag naar zijn identiteit komt dus niet onverwacht en is geenszins vraag naar bevestiging ("wat zeggen de mensen wel van mij").

Vandaar dat Jezus de tijd rijp acht om aan de leerlingen te openbaren wie Hij is en wat Hem te wachten staat. Hij doet dit t.a.v. zijn vertrouwelingen in grote openheid en niet in parabels.

We luisteren nu naar deze passus in het levensverhaal van Jezus zoals neergeschreven door Marcus.

Evangelie: Marcus VIII 27-35

Wat we gehoord hebben is een erg compacte tekst met heel wezenlijke elementen die behoren tot de kern van ons geloof. Ik beperk mij tot enkele - in mijn ogen - interessante commentaren en enkele persoonlijke beschouwingen.

Op de vraag van Jezus "en wie ben ik volgens jullie?" antwoordt Petrus namens de leerlingen: "U bent de Messias". Petrus en de anderen zetten zich af tegen wat de massa over Jezus zegt (en zeker tegen wat zijn tegenstanders over Hem denken en doen). Jezus is voor de leerlingen niet Johannes de doper, noch Elia die is teruggekeerd uit de dood, noch één van de profeten. Hij is voor hen, de door het Joodse volk lang verwachte gezalfde (messias in het Hebreeuws, Christos in het Grieks).
Deze titel is een verwijzing naar Koning David en drukt de verwachting uit van het herstellen van het koninkrijk. Het benoemen van deze titel ‘messias' is in tijden van de Romeinse bezetting een riskante aangelegenheid omdat dit een uiting is van nationalisme en verzet tegen de bezetter. Daarenboven is dit een provocatie t.a.v. de religieuze en andere leiders van het land. Daarom verbiedt Jezus zijn leerlingen om er met iemand over te spreken.

Dan komt er de openbaring over de aard van zijn uitverkoren zijn. Jezus kondigt aan, waarin zijn lot en roeping bestaat: Hij zal verworpen worden en gedood. I.p.v. in een triomf eindigt zijn leven met een mislukking. Hiermee vallen de hooggestemde verwachtingen over een bevrijding van het Joodse volk en een betere toekomst in duigen. Petrus kan het niet langer aanhoren en spreekt Jezus tegen, die hem dan ook op een heftige manier op zijn plaats zet met een niet mis te verstaan scheldwoord: Satan (de tegenstrever, hij die de mensen tegen elkaar opzet...). Hier komt op scherpe wijze tot uiting dat Gods wegen niet zozeer ondoorgrondelijk zijn, maar haaks staan op menselijke inzichten en ambities. In Jezus verschijnt niet een God als machtige heerser maar als lijdende dienaar. In tegenstelling met Boeddha die een lachende God voorstelt is de God van de christenen een wenende God..."las ik ooit). Met dergelijke Messias hebben de leerlingen het moeilijk zoals ook uit andere bijbelverzen blijkt.

Na de harde confrontatie (de commentatoren hebben het over een misverstand) met Petrus en via hem met de andere leerlingen, roept Jezus de menigte terug en doet uitspraken over wat het betekent zijn volgeling te zijn. "Wie mijn volgeling moet zijn, moet zichzelf verloochenen, zijn kruis op zich nemen en zo achter mij komen". Dit is in mijn ogen geen oproep om het lijden op te zoeken. Jezus wijst erop dat zijn lijden de consequentie is van trouw te blijven aan zijn zending. Zo moeten ook de volgelingen weten dat leven naar Zijn woord spot,verstoting en erger zal meebrengen. In een aantal landen riskeren christenen ook vandaag echt hun leven. Waar ook wie bij ons opkomt voor wie uitgestoten wordt kan op weinig bijval rekenen. En hoeveel jongeren worden niet gekleineerd omdat ze ‘nog naar de mis gaan'?

In tegenstelling met Griekse drama's wordt er in het evangelie geen commentaar geleverd door een koor, dat de gevoelens van het publiek vertolkt (en eigenlijk stuurt). De bijbel onderstelt een persoonlijke actieve deelname van de lezer of toehoorder. Een manier om dit te doen is zich af te vragen in welke persoon en uitspraak ik mij op dit ogenblik herken.

In de massa die zegt dat Jezus één van de vele profeten in de geschiedenis van mensen is?

In Petrus wanneer hij zegt dat Jezus de langverwachte verlosser is, die de wereld zal veranderen?

Of herken ik me in Petrus' verontwaardiging en teleurstelling, wanneer Jezus het over lijden, dood en mislukking heeft? Alle hoop op Hem gesteld en geconfronteerd worden met mislukking, tegenslag, geweld en uitstoting in eigen leven, in de gemeenschap, in de kerk, in de samenleving

Wat betekent mezelf verloochenen in tijden waarin zelfontplooiing het hoogste goed lijkt? "mijn kruis opnemen ?" Geen leven meer hebben omwille van Hem?

Niet alleen een compacte lezing vandaag, maar één die ook uitdagende vragen oproept waarvan de meest ingrijpende is: " wie ben ik volgens jullie?"

Gebed

Bid dat je niet aan de bekoring toegeeft,
Dat niet de duisternis je overmeestert,
Sprak Hij ons toe. Hij ging een steenworp verder
En dacht: ik wil die ene zijn, ik zelf

Die zondebok, die knecht, dat lam van God-
Als dan maar eens voorgoed verzoening daagt.

Als dan maar eens voorgoed verzoening heerst
Van mens tot mens, en alle schuld gedelgd is,
Het lijden uitgewoed, het leed geleden,
De dood gedood.

Toen wist Hij dat dat niet -
Dat alles blijven zou zoals het was;
Dat Hij niet was de redder van de wereld

Huub OOSTERHUIS Levende die mij ziet