De leider (2009)

Of het nu om een kookclub gaat, een bedrijf, een vereniging, politieke partij , kerkgenootschap of gezin, waar mensen voor een gezamenlijke opgave staan is een goede leiding(leider of leidster) van groot belang voor het welslagen. Niet iedereen heeft daarvoor de noodzakelijke eigenschappen. Een leider moet o..a. overzicht en inzicht hebben, overtuigingskracht, sociale vaardigheid en het vermogen om anderen te motiveren. Er zijn cursussen waar men een en ander daarvan kan leren, maar sommigen menen dat een echte leider nu een maal als zodanig geboren wordt. Dat mag waar zijn. De geschiedenis laat ons leiders zien die deze eigenschappen allemaal hadden, maar die tot weinig heil hebben geleid. Als we het woord leider in het Duits vertaler, dan wordt het "Führer", in het Italiaans "duce" en bij het woord Grote Leider van Noord Korea krijgen we ook al niet zo'n lekker gevoel. Toch zijn er in allerlei soort ook leiders die wel degelijk het bedrijf, of het gezin enzovoorts in goede banen hebben weten te zetten en zelfs als de opperste leider niet deugt dan zijn er nog altijd andere leiders die wel deugen. Daar moeten we het dan wel van hebben. Het is merkwaardig dat in die cursussen voor goed leiderschap nauwelijks of niet aandacht wordt besteed aan het welzijn, het welbevinden, het belang van medewerkers en -werksters, het belang van medemensen. In die opzet zouden we dus een Hitler kunnen aanwijzen als een goede leider, terwijl hij voor het grootste deel niet deugde.
In de eerste lezing van vandaag, uit het boek Jeremia, is het God zelf die ons mensen een heel andere leider wil geven. Ook eertijds waren er mensen die verloren liepen, als verloren schapen. De leiders die dat hadden laten gebeuren werd de wacht aangezegd en zouden op zekere dag vervangen worden door andere die eerlijk en rechtvaardig zouden besturen. In het verlengde hiervan is het Jezus Christus die vaststelde dat er nog steeds zo veel mensen waren en zijn als schapen zonder herder.
We kennen ze maar al te goed de bestuurders van banken en bedrijven en noem maar op, die op de eerste plaats aan zichzelf gedacht hebben en soms ook nog aan het belang van het bedrijf, de organisatie of de kerkgemeenschap, maar niet aan de mensen die er in staan. Aan de hand van Jezus' boodschap zouden we die aan de schandpaal kunnen nagelen, maar wat doen wij zelf?
Van iedere mens wordt vroeg of laat wel enig leiderschap gevraagd, dus ook van ieder van ons. Dat betekent dat we onszelf moeten bevragen of wij zelf wel degene die aan onze zorgen zijn toevertrouwd een thuis geven, ons bekommeren om hun geluk.
Menig maal zal men zich verschuilen achter de opperste leiding. Als die het goed doet, doet de lagere leiding het ook goed, maar als die niet deugt, deugt de lagere leiding ook niet. Zo maar volgen is nooit een verdienste, verbergt het gevaar de verkeerde weg te volgen. We blijven zelf verantwoordelijk, we dienen onszelf steeds te bevragen op onze inzet, onze vaardigheden, maar vooral op onze motieven: of het welzijn van onze medemens gediend wordt.
We zijn misschien geen geboren leider of geboren manager, maar wel geboren medemens. Jezus Christus wijst ons steeds weer daar op en om ons daarom te gedragen als broers en zussen van elkaar, kinderen van een en dezelfde God, ons aller Vader.