Vijftiende zondag door het jaar (2006)

Beste dorpsgenoten,

Nog even terug naar het evangelie van de vorige week: nadat de mensen Jezus hebben horen spreken, en wel zo dat ze zich aangesproken voelden, begonnen ze hem klein te maken met opmerkingen: "Waar haalt hij het vandaan? Hij komt toch ook hier uit het dorp!"

Later vroeg ik me af, denkend vanuit onze tijd, wat ze gezegd zouden hebben als hij nu eens een beroemd voetballer of zo iets geweest zou zijn.

Nu naar de eerste lezing van deze zondag. Uit het stukje dat we gehoord hebben, blijkt duidelijk dat Amos geen profeet van beroep was maar een veehouder en vijgenkweker. Als kleine boer met gemengd bedrijf zou hij er, wijs en voorzichtig, nooit aan gedacht hebben om, zeker in een streek die niet de zijne was, zijn boodschap te richtten tegen mensen die vlug wat geld wilden verdienen ten koste van anderen. Hij doet me denken aan Mgr. Muskens, een boerenzoon, niet bang om te zeggen waar het op staat.

Amos was het type mens die zijn mond niet zou houden nu Israel als een wilde te keer gaat in Palestina en Libanon. Het gaat natuurlijk niet om het terugkrijgen van drie gijzelaars maar om te laten zien wie er in de streek de baas is, daarbij volledig gedekt door de wereldmacht van Amerika, terwijl de rest van de wereld eerbiedig zijn mond houdt. Israel en Amerika lijken wel de kampioenen, waar iedereen stil van wordt.

Amos leefde in de achtste eeuw voor Chr. Van de vele profeten is hij een van de weinigen die zelf iets van zijn woorden op papier heeft gezet.

Hoe kwam hij er toe, zijn boerderij in Juda te laten voor wat het was en als profeet in Israël te gaan optreden waar hij helemaal niet welkom was? Hij geeft zelf het antwoord: "De Heer heeft mij achter de beesten vandaan gehaald en heeft mij gezegd: "Trek als profeet naar mijn volk Israël."

Ze konden hem met goed recht verwijten: "Schoenmaker, blijf bij je leest. Bemoei je niet met ons."

Dat gold ook voor Jezus van Nazareth, een timmerman van huis uit, zo ook voor de apostelen, die vissers waren, en ook voor Abraham die als man van 75 zijn goden en zijn familie achterliet om naar een vreemd land te gaan.

Schoenmaker blijf bij je leest. Anders gezegd: doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg. Met die stem zijn we vertrouwd en we luisteren er al te graag naar. Dan heeft een woord of roeping van God al geen kans meer!

En als in onze kop dan de stem van een ander ik fluistert, smeekt, schreeuwt, de kunstenaar, de dichter, de heilige, de stem van iemand die iets anders wil dan als een schaap vastzitten aan een tui en leven in een heel klein cirkeltje? Een ander ik dat een kans wil krijgen voor het te laat is? De stem van een ander ik dat ons hart in de war brengt als we er niet naar luisteren. Zo'n stem, zo'n onrust heette bij heeft Amos nog "Woord van God." Mensen als Maarten Luther King in Amerika, die een droom had en Nelson Mandela in Zuid Afrika, die 27 jaar heeft vastgezeten omdat hij geluisterd heeft naar die andere stem. Zij vertrouwden die innerlijke onrust als stem van God ten bate van mensen die onderdrukt werden.

Het ging bij zulke mensen, in grote en in kleine maat, om de stem die roept om groots te leven, die roept om meer vreugde, vrede, gerechtigheid. Een stem die kan opklinken in beroemde en in kleine mensen om de wereld anders, beter te maken. Alleen voor dat doel laat God zich horen

Amos: dat is niet alleen een profeet, dat is ook een levenshouding, juist zoals Jezus van Nazareth ook een levenshouding is: er helemaal op vertrouwen dat je geen gekke dingen doet en dat je in goede handen bent. Amen