14e zondag door het jaar (2009)

Beste dorpsgenoten,

De laatste woorden uit de eerste lezing: "Het is een nukkig en weerbarstig volk. Tot hen zend ik u en u zult tot hen zeggen: Zo spreekt God de Heer. En of zij nu luisteren of niet - het is een opstandig volk - Zij zullen weten dat er een profeet in hun midden is. "

Waar is zo'n profeet dan nog goed voor? Of met de woorden van Mennen Sjaak: "Het is de kal neet waerd."

Een zinnetje uit de tweede brief van Paulus aan de Korintiers, voor deze zondag voorgeschreven: "Want anders zouden die buitengewone openbaringen mij verwaand kunnen maken." Wat stelt die man zich wel voor?" mag men zich afvragen?

Uit het evangelie: "Jezus sprak: ‘Een profeet wordt overal geëerd behalve in zijn eigen stad, bij zijn verwanten en in zijn eigen kring.' Hij kon geen enkel wonder doen, behalve dat hij een aantal zieken genas die Hij de handen oplegde. Hij stond verwonderd over hun ongeloof. Jezus ging rond door de dorpen in de omtrek, waar hij onderricht gaf."

En tenslotte uit de laatste aflevering van Speling, een tijdschrift voor bezinning: "Misschien is de moderne tijd, in tegenstelling tot wat iedereen denkt, eerder door een verlangen naar onzichtbare diepzinnigheid gekenmerkt dan door de neiging tot het oppervlakkige waarvan zij door neerslachtige prelaten zo verdacht wordt." (blz.92).

En dat brengt mij op een aantal punten die we gemakkelijk over het hoofd zien.

Eerstens: in die tijd van Ezechiël en van Jezus was het leven heel onbarmhartig, onveilig, onzeker en kort. Toen hadden mensen heel andere dingen aan hun hoofd dan zo'n profeet over wie de Geest gekomen was en die zich geraakt en aangesproken voelde door God. Ik moet nu opeens denken aan mijn kinderjaren: 's Zondags gingen we trouw naar de kerk, er werd gebeden voor het eten, en de dag werd besloten met de rozenkrans, en verder de hele week hard werken en zorgen en geen woord over God of enige vorm van bezinning. Missiepreken, het werk van een soort profeten, hielden niet veel anders in dan wat we in de eerste lezing gehoord hebben. Het blijft natuurlijk staan dat ik die tijd een zekere mooie romantiek niet wil onthouden!

Vervolgens: Nu hebben we werkweken van vijf dagen en vakantie, ja zelfs meer dan een. Dat geeft ons gelegenheid tot ontspanning. Dat kan van alles zijn en daaronder ook: lichamelijk en geestelijk tot rust komen: en openstaan voor ervaringen die buiten de gewone orde vallen: geraakt worden door mooie dingen, aangesproken worden door stilte, nieuwe contacten maken en inzichten krijgen die verwondering en blijdschap achterlaten. Dat zijn ervaringen waarin iets van openbaring inzit: een visie over onszelf, die ons doet uitgroeien en ontroert. Wat Paulus overkwam, kan ons ook overkomen: "buitengewone openbaringen." Wij zullen er niet zo gemakkelijk op pochen als Paulus.

Mensen hebben mij verteld over hun ervaringen tijdens evenementen als de Vierdaagse waar ze aan meededen, of een Marathon en dergelijke, dat ze door vreugde overvallen werden, alsof ze high waren.

Dat is vakantie: vacare Deo: vrij zijn voor.....God? Dan ook: God die tijd vrij maakt voor mij!

Dezer dagen luisterde ik naar een Franse jezuïet, die zich afvroeg of verliefd worden, trouwen, en als man en vrouw gehuwd verder leven, niet evenzeer roeping mag heten als roeping tot het priesterschap of het kloosterleven.

Het heilige komt dichterbij. Het is te vinden in de keuken en in de stal, in de woorden van de Meister Eckhart (1260-1328).

Het is een dynamiek die sluimert in ieder van ons. Het heilige berust niet langer op openbaring vastgehouden in heilige boeken.

"Als de ziele luistert spreekt het al een taal dat leeft." Aldus Guido Gezelle.

Als we stil en aandachtig zijn, wordt onze ervaring vroeg of laat tot Openbaring.