De vrijdag van de Pesachweek,14 Nissan 7 april in het jaar 30, stonden drie kruisen op Golgotha. Aan een van deze drie hing Jezus van Nazareth. Zijn kruisdood was voor zijn moeder, voor zijn apostelen en voor een aantal mannen en vrouwen die hem vanuit Galilea gevolgd waren, de zwaarste ontgoocheling en de grootste beproeving van hun leven. Zij hadden zoveel van hem verwacht. Zij hadden gehoopt dat hij Israël zou bevrijden, maar de hogepriesters en de leiders van het volk hadden hem ter dood laten veroordelen en hem laten kruisigen (vgl. Lc.24,19-21).
Ja, die vrijdag was voor hen de meest sombere vrijdag uit hun leven. Enkel dagen voordien hadden velen met enthousiasme Jezus begroet en hem begeleid wanneer hij, gezeten op een ezel, de stad Jerusalem binnenreed.
In die week had hij met zijn leerlingen het paasmaal gehouden en het paaslam gegeten. Het was een bedrukte stemming. Hij had toen laten horen dat een van zijn leerlingen, ja een disgenoot, hem zou verraden.
Jezus had tijdens dit paasmaal een teken gegeven en een gebaar gesteld dat hen aan hem zou blijven herinneren. Zij zouden brood breken en uit de beker drinken en hem telkens gedenken.
Veroordeeld en gekruisigd
Dan is hij met drie van zijn leerlingen de nacht ingegaan, zijn laatste nacht hier op aarde. Hij heeft gebeden in de hof van Olijven en hoopte dat de kelk van het lijden voorbij zou gaan. Een gewapende bende nam hem daar gevangen. Hij wordt bespot, geslagen, hij wordt bij de hogepriesters geleid en bij de landvoogd Pilatus. Hij werd ter dood veroordeeld en weggeleid om gekruisigd te worden. Jezus heeft het kruis niet gezocht. Hij werd het slachtoffer van religieus fanatisme en politiek gekonkel. Elke evangelist brengt het passieverhaal. Elk van hen legt eigen accenten en haalt woorden aan, die Jezus van op het kruis gezegd heeft. Er zijn zeven kruiswoorden, daaronder zowel een woord van verlatenheid als een van overgave.
“Mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?” (vgl. Mt. 27,46). Een vraag die velen herhalen bij de beproeving van het lijden. Waar is God in de oorlog in Ukraine? Waar is Hij bij de duizenden slachtoffers van aardbevingen?
Die vrijdagavond is het dode lichaam van Jezus van het kruis afgehaald. Het lijkt erop dat Michelangelo er bij was. Hij maakte het wonderschone beeld van de piëta, de moeder met het dode lichaam van haar zoon. We leven met haar mee wanneer wij het Stabat Mater horen zingen.
Maar zijn leerlingen waren gevlucht en ze sluiten zich op uit vrees. Was dit nu het einde van hun contact met Jezus en zouden ze naar hun stad en dorp terugkeren, sterk ontgoocheld.
Dit is een groot wonder dat vanuit die pijn, dit verlies een beweging is ontstaan, die tot op vandaag mensen raakt. Hoe kon het optreden van een man in Israël aan de rand van het Romeinse rijk, een man van wie het leven eindigde op een kruis, uitgroeien tot een wereldgodsdienst?
Hoe is die meest pijnlijke dag voor hen en voor ons Goede Vrijdag geworden? Wat is er in de daaropvolgende dagen en weken gebeurd? Er volgde een Stille Zaterdag en verrassende berichten op de paasmorgen dat hij niet meer in het graf was. Op het Joodse Pinksterfeest zijn ze in Jeruzalem bijeen: de apostelen, de moeder van Jezus, mannen en vrouwen, vrienden van Jezus. De vurigheid van de Geest bezielt hen. Petrus gaat naar buiten, spreekt de menigte toe en verklaart: “Laat het hele volk van Israël er zeker van zijn dat Jezus, die gekruisigd werd, door God tot Heer en Messias is aangesteld” (vgl. Hand. 2,36).
Kruisen op onze weg
Wij vergeten de Goede Vrijdag niet. Op zoveel plaatsen hangen en staan kruisen, meestal met de afbeelding van Jezus. Her en der wordt tijdens de vastentijd het passieverhaal uitgebeeld en als ‘passiespel’ opgevoerd. De kruiswegstaties in de kerk verbinden ons met de via dolorosa in Jerusalem. Op Goede Vrijdag horen we in de liturgie het passieverhaal en vereren wij het kruis. Op Goede Vrijdag volgen wij Jezus op zijn kruisweg. Wij aanbidden en loven U Christus, omdat gij door uw heilig kruis de wereld verlost hebt.
Wanneer het lijden ons treft, dit van vrienden en kennissen, dit in eigen kring en in eigen leven, en ook dit van zoveel ongekende, kunnen in die omstandigheden beelden van een kruisweg een troost en hulp zijn om het verdriet te dragen. We prevelen dan: “Gegroet o Kruis, onze enige hoop!”
Het kruis blijft aanwezig in het denken en leven van een christen. Een man komt regelmatig in de psychiatrie. Hij draagt zichtbaar een kruisje. Hij wijst ernaar en zegt: ik kus het elke dag. Maar een andere man in opname voelt zich ongelukkig omdat een beeld van een gekwetste Jezus op een kruis hangt.
Wij moeten het kruis niet zoeken, maar aanwezig zijn bij mensen die lijden. Simon van Cyrene hielp Jezus bij het dragen van zijn kruis en Veronica verlichtte zijn lijden.
Goede Vrijdag is een dag, waarop de kerk de gelovigen aanmoedigt te vasten.
Misschien nemen we tijdens de Goede Week en zeker op Goede Vrijdag even tijd om te luisteren naar de Mattheuspassie van Bach, die ons meeneemt om bij Jezus te zijn op zijn lijdensweg.
Doorheen gans de Goede Week klinken de woorden van een vroegchristelijke hymne, die Paulus overneemt in zijn brief aan de christenen van Filippi. “Hij, die bestond in goddelijke majesteit heeft de gestalte aangenomen van een dienstknecht. Als mens verschenen heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot de dood aan het kruis. Daarom heeft God hem hoogverheven en hem een naam geschonken die elke naam te boven gaat. Jezus Christus is de Heer” (vgl. Fil. 2,6-11).
De vernedering en de ontlediging op Goede Vrijdag is het begin van de verheerlijking en de verheffing van Christus. In het passieverhaal van het vierde evangelie ligt al een glimp van Pasen op het kruis. Wij worden uitgenodigd om op te zien naar hem die doorstoken werd (vgl. Joh. 20,37).
Goede vrijdag is een belangrijke dag in het Triduüm op weg naar Pasen. Het kruis leidt naar het licht. Per crucem ad lucem.