2e zondag in de vasten A (2005)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 74 niet laden

Zusters en broeders,

In de loop der jaren hebben we wel wat kinderen gedoopt met de naam Bram.
De eerste lezing vandaag ging over hun patroon Abram of later Abraham. Hij woonde in de stad Haran, tussen de Tigris en de Eufraat, ook wel Tweestromenland genoemd. Eigenlijk de bakermat van onze beschaving: daar ontstonden de eerste steden, daar heeft men ook het schrift uitgevonden.

Maar toch wilde Abram daar weg? Waarom?

Abram moet het moeilijk gehad hebben met die goden en godinnen, die bij hem daar vereerd werden… die men moest proberen gunstig te stemmen en te sussen door allerlei offertjes en beloftes.

Nee, zei Abram, God dat is een mensenvriend. Hij trekt met ons mee door het leven, vanaf het begin tot op het einde. God is als een stem die ons voortdurend oproept om met Hem mee te werken in onze wereld.

Abram weet zichzelf ook zo geroepen: 'Trek weg uit je land, verlaat je familie…' En God voegt bij die roeping nog een belofte van vriendschap: 'Ik zal je tot een groot volk maken… Ik zal je zegenen… een bron van zegen zal je zijn…'

En wat doet Abraham? Hij gaat op tocht zonder te weten waar naartoe. God heeft hem geroepen en dat is hem genoeg. God zal hem wel brengen waar hij moet zijn!

Abraham werd daardoor voor ons en vele anderen een bron van zegen zoals God hem beloofd had. Terecht wordt hij door de gelovige traditie beschouwd als 'Vader van de gelovigen'.

Zusters en broeders,

eeuwen later zal Jezus volledig gaan in het spoor van Abraham. Ook voor Hem is God de vriend van de mensen. Meer nog: Hij is een Vader voor de mensen!

Jezus weet zich door die Vader geroepen en gezonden. 'Ik doe niets anders dan de wil van mijn Vader' zal Hij zeggen.

Maar een roeping volbrengen is niet altijd heel eenvoudig. Zes dagen vóór het visioen van de Gedaanteverandering heeft Jezus tot zijn apostelen gezegd dat Hij naar Jeruzalem zou gaan. Zijn leven zou er op een fiasco zal uitdraaien want men zal hem daar ëxecuteren.

Maar niemand zal Hem tegenhouden zijn roeping te volbrengen. En als Petrus het toch waagt, noemt Jezus hem 'een Satan'.

Het evangelie van vandaag is een blijde boodschap vol licht: Jezus gezicht straalde als de zon en zijn kleren werden wit als het licht.

Jezus wordt bemoedigd nu een zware lijdensweg Hem te wachten staat. 'Zo zal je stralen na je dood' wordt Hem gezegd. 'Doe zo voort:

Jij bent mijn geliefde Zoon. In Jou vind ik vreugde'. Zo is Jezus, net zoals Abraham, voor ons allen geworden een bron van zegen.

Zusters en broeders,

in deze veertigdagentocht naar Pasen moeten wij meer gelovige mensen worden… door los te laten en alleen te vertrouwen op onze menslievende God. Dit hebben Jezus en Abram ons voorgedaan. Wie loslaat kan zijn handen openen voor God. Wie weggeeft krijgt meer terug. Wie zijn leven verliest, vindt het. Amen.