2e zondag in de veertigdagentijd A (2008)

We kennen allemaal de uitdrukking: ergens als een berg tegenop zien. We zeggen dat voor de taaie en moeilijke dingen die ons leven verzuren; voor momenten van feest en geluk gebruiken we deze uitdrukking niet. Welnu, een berg staat voor een taaie klus, en als de drie leerlingen vandaag met Jezus de hoge berg beklimmen, dan is dat een symbool voor hoe wij zelf ook met vallen en opstaan door het leven klauteren, Jezus bij ons, maar na verloop van tijd met vermoeide benen, uitgeput soms, alsof er geen eind aan komt. 

De taaie berg.... U zult wel eens mensen hebben horen zeggen: Wat doe je nog in die kerk? Je leven laten verpesten door al die sombere verhalen, van bergen beklimmen, kruisen opnemen en lijden aanvaarden... En inderdaad, christenen hebben de vreugde van Pasen bij zich, en mogen van harte blije mensen zijn, zelfs als ze vasten, maar ze sluiten ook hun ogen niet voor de realiteit van ons mensenbestaan. Als sommige mensen de Kerk wel eens verwijten dat het geloof wat meer bij de tijd moet worden gebracht, dan kan dat op bepaalde punten misschien inderdaad waar zijn, maar ik ben bang dat zij die het christelijk geloof daarom afwijzen heel vaak hun kop in het zand steken voor de taaie kanten van het mensenbestaan, dat vroeg of laat iedereen meemaakt. Het Carpe Diem is leuk zolang vrouwe geluk bij je is, maar realisten hebben waarschijnlijk meer aan Moeder de Kerk als gezellin. 

Wij klauteren dus vol realiteitszin met Jezus de berg op van ons menselijk bestaan, en als we zien wat daar dan vandaag gebeurt: wat een geluk! In het taaie lijden, op de top van de berg is God... juist daar, na alle vermoeidheid... is God. In het lijden laat God zien wie Hij werkelijk is, openbaart Hij Jezus zoals Hij van alle eeuwen is, glanzend in licht, Gods eigen Zoon. "Gij zijt in glans verschenen, ziet ons in glorie aan..." Dit tafereel van de Gedaanteverandering is een fantastische voorafbeelding van Goede Vrijdag, want daar, op die andere berg, Golgotha, na de zware lijdensweg met het kruis op de rug, gebeurt straks het hoogtepunt van de geschiedenis, waar Jezus op een heel andere, maar vergelijkbare manier laat zien dat Hij Gods Zoon is, omhoog geheven als Lam, slachtoffer van liefde voor de Vader. Ook daar is God, is het een echte godontmoeting na de zware strijd van: "God, waarom hebt Gij Mij verlaten", volgt de diepste ontmoeting, vol overgave: "Vader, in uw handen beveel ik mijn geest". Gaan tot het uiterste... om als een berg tegenop te zien. 

De schitterende gedaanteverandering van vandaag is ons gegeven om ons in ons leven van bergbeklimmen een steuntje in de rug te zijn. Ze laat zien dat op het hoogtepunt van de taaie strijd, of liever gezegd: als alles is volbracht, geluk en glorie verborgen liggen. Leven na de dood, glorie na lijden, rust na de zware tocht. Aan Petrus zie je altijd meteen hoe dat menselijk voelt: Hij wil meteen drie tenten bouwen, zo van: laten we het maar zo houden, dat schone geluk. Aan het verloop zie je hoe het werkelijk gaat: er wordt je een blik gegund, maar daarna is het weer over. Terug naar het afdalen, terug naar het leven van alledag, met weer nieuwe bergen.  

In dat alledaagse leven trekken we verder, als mensen van geloof zoals Abraham, die ook wegtrok, op Gods Woord, een taaie tocht tegemoet. Abraham staat ook voor ons allemaal. Ook wij hebben niet méér dan Gods Woord. Ook wij hebben alleen geloof, hoop en liefde in onze woestijn. We hebben net als deze vader der volkeren de belofte van heerlijkheid, als... alles is volbracht. 

Hopelijk dat deze zondag ons met beide benen op de bergachtige grond van ons bestaan zet. Dat we volhouden, ons leven lang. Dat we de schitterende belofte voor ogen houden. Mocht dat ons gelovig op de been houden bij de bergen waar iedere realist soms tegenop moet zien. Amen.