Feiten

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 233 niet laden
Pasen is het voornaamste feest van het kerkelijk jaar. Wij ge­denken de grootste gebeurtenis uit ons geloof: Jezus Christus is verrezen. Hij leeft. Heel de betrouwbaarheid van ons geloof staat of valt met die gebeurtenis. Wat is er dan wel gebeurd? Dat moeten we heel precies trachten te weten. Wij stellen die vraag uiteraard als mensen van onze tijd: wij willen feiten op tafel, liefst harde, koppige en onweerlegbare feiten. Haast on­gewild noemen we dan het lege graf: de doodgemartelde Jezus lag niet meer op de plaats waar ze Hem hadden neergelegd, al vertellen onze bronnen niet hoe Hij daaruit geraakt is.

Wat bewijst dat feit eigenlijk? Dat Jezus leeft? De ontdek­kers van het graf hadden daar zelf al hun bedenkingen bij: misschien hebben ‘ze' zijn lijk weggehaald en elders neerge­legd. Er zijn ook sterke verhalen over zijn verschijningen. Voor hedendaagse mensen is dat ook al niet erg overtuigend. We beschikken over een arsenaal van verdachtmakingen om dergelijke ‘feiten' te ontkrachten. Zijn dat lege graf en die ver­schijningen dan de feiten waarop ons paasgeloof steunt? Ja, ook die maken er deel van uit, maar lang niet die alleen.

Wat vertellen de paasverhalen eigenlijk? Dat diegenen die Hem voor zijn dood gekend hadden, Hem kort na de gruwel van Golgota ontmoetten als de Levende. Na aanvankelijke twijfels en aarzelingen konden ze er ten slotte niet omheen te erkennen: Hij is het wel degelijk, Hij, de gekruisigde Jezus van Nazaret. De betrouwbaarheid van ons geloof hangt hele­maal af van de betrouwbaarheid van die eerste getuigen. Nu zijn wij geneigd Fasen te reduceren tot de ‘feiten' die zij mel­den. Die feiten willen we dan aan controle onderwerpen. Maar dat doet ons over alvast één heel belangrijk feit heen kijken. Wij gaan direct in op wat die getuigen zeggen, zonder eerst stil te staan bij het feit dat zij dat zeggen - dat zij dat zeggen!

Neem nu Petrus. Kort voordien was hij de laffe verlooche­naar. De andere leerlingen waren er allemaal vandoor gegaan. Na het fameuze debacle is met henzelf iets gebeurd. En dat was veel meer dan een leeg graf ontdekken en verschijningen hebben. Zelf werden zij binnenstebuiten gekeerd: de ontgoo­chelde sukkelaars boordevol schuldgevoel veranderden in on­verschrokken getuigen. Ze trokken met een totaal onwaar­schijnlijke boodschap de wereld in. Ze zeiden dat God in dat dwaze kruis redding voor allen bracht. Ze vergaven zonden in naam van die gekruisigde. En ze hadden nog succes ook! Ve­len bekeerden zich en lieten zich dopen in zijn Naam.

Met Pasen stelden ze vast dat zijn graf leeg was. Ze wisten niet wat ervan te denken. Pas toen ze zelf tot leven gewekt werden, besef ten ze dat Hij de dood had overwonnen - de zij­ne en dus ook de onze. Ieder die voortaan in zijn Naam ge­looft, zal leven. Voorgoed...