Geloven is ook geen kwestie van berekening, maar is iets van het hart. Geloven is het levend houden van een droom, het is weten dat als de avond valt in je leven, er altijd weer een nieuwe morgen komt. Zo doet God dat vanaf den beginne: het werd avond én morgen, toen en nu, altijd weer: een nieuwe dag!
Wie gelooft is geen berg te hoog en geen zee te wijd of te diep. De zee slaat zelfs op de vlucht en droogvoets haalt men de overkant. Wie als farao op mensen en eigen eer jaagt wordt overspoeld en verdrinkt. Aldus de eeuwenoude verhalen.
En het evangelie vertelt ons: wie gelooft staat op, verrijst en brengt anderen in beweging. Die morgen stonden drie vrouwen op, terwijl de mannen bleven zitten. In zak en as zaten ze en berekenden hun kansen voor de toekomst. De vrouwen niet. Zij volgden hun hart: ze staan op. En zij - als eersten - horen en vertellen verder: ‘Wat zoekt ge de levende bij de doden. Hij is niet hier. Hij is verrezen
Diezelfde hoop heeft ons hier samengebracht, aangestoken door de boodschap dat het door God geschapen leven niet bestemd is voorgoed verloren te gaan. Wie op z'n paasbest leeft, dat wil zeggen: wie het licht maakt in de harten van mensen en mensen helpt opstaan, die zal God niet in het duister van de dood laten. Zulke mensen brengt Hij aan het licht en doet Hij opstaan. Hij zelf is ons voorgegaan; ‘Wat zoekt ge de levende bij de doden. Hij is niet hier. Hij is verrezen.
Wie het durft geloven gaat er blijer van leven. Dat wens ik u van harte toe: Zalig Pasen!...