zien of Zien (1999)

Een echte, feestelijke apotheose, een machtig slotaccoord waarin alle glorierijke hoogtepunten nog even werden aangeraakt, dat had het moeten worden, dat laatste jaar van dit millenium, dat laatste Paasfeest van de twintigste eeuw. Een glorierijk hoogtepunt, met vrede in Noord Ierland, vrede in de Balkan, vrede in Israël, in Iran en Irak, ...... vrede op aarde.

Een feestelijk slotaccoord!? Maar het is een gruwelijke herhaling geworden van de dieptepunten van deze eeuw. Is er een eeuw van meer doden, van massalere slachtingen dan deze eeuw, 1914-1918, 1917 - Russische revolutie, 1940-1945, Naziâs, Gaskamers, Hirosjima, Koude Oorlog, Hongarije, Cuba, Vietnam, Vietkong, Burundi, Azerbeidzjan enzovoort. Alles hebben we overtroffen, ook Inquisitie en Franse revolutie; de kruistochten zijn kinderspel vergeleken met W.O. II, de middeleeuwse heksenprocessen lijken incidenten vergeleken bij deze etnische zuiveringen, eerst onder het Communisme in Rusland nu in ons eigen Europa. We hebben alles overtroffen, in deze eeuw. Het had een Apotheose moeten worden. Een feestelijk slotaccoord. Het werd de spiegel van een macabere werkelijkheid.

Een paar weken geleden heb ik de film Îla vita è bellaâ, gezien. Deze met meerdere Oscars bekroonde film gaat over de komiek Roberto Benigni, die zelf de hoofdrol speelt. Benigni is in de film de flierefluiter van Joodse komaf, Guido die door Toscane trekt, die verliefd wordt en zich vestigt in Arezzo. Daar krijgt hij te maken met de fascisten. De eerste pesterijen grapt hij weg als een echte clown. Maar op de verjaardag van zijn zoontje Giosué (Joshua) wordt het kleine gezin gedeporteerd en op transport gezet naar het concentratiekamp. In de ellende blijft vader Guido grappen maken, en om Giosué (Joshua) mentaal overeind te houden, maakt hij hem wijs dat deze reis een verjaardagscadeau is. In het kamp is dan eigenlijk een groot spel gaande. Wie de meeste punten haalt, wint de hoofdprijs: de grote tank die papa en de andere mannen aan het bouwen zijn.

Een opvallende scène is die over de opkomst van het fascisme, als de kleine Giosué (Joshua), hij kan nog maar net lezen, in een etalage een bordje ziet hangen. 'Verboden voor joden en honden' staat erop. Onmiddellijk vertelt zijn vader hem dat dat toch de normaalste zaak van de wereld is. Verderop is een winkel die geen Chinezen en kangoeroes toelaat. 'Aan welke dieren heb jij een hekel?' vraagt hij zijn zoontje. 'Aan spinnen', antwoordt die. Vader Guido vertelt zelf een hekel te hebben aan Westgoten en hij stelt voor op hun eigen winkel het bordje te hangen 'Verboden voor spinnen en voor Westgoten'.

Maakt hij het nu door zijn grap minder krankzinnig. Bedriegt hij zijn zoontje? Nee, voor wie het aanvoelt wordt het veel sterker. Het maakt juist duidelijk hoe krankzinnig het is. Dat is ook de vraag die eruit oprijst: ÎHoe komt het dat er krankzinnige dingen gebeuren door mensen, tussen mensen, aan mensen?â Krankzinnige dingen zoals: Îverboden voor Joden en hondenâ, Îverboden voor Albanezenâ, Îverboden voor Hutuâsâ, Îverboden voor Tutsiâsâ, Îverboden voor Christenen of Islamieten op Ambonâ, Îverboden voor mensenâ. Hoe komt het?

Wanneer wij aan de dood denken, hebben we meestal een dood lichaam voor ogen, een dode boom die wordt omgehakt, een dier dat sterft, een mens die overlijdt. Maar als Jezus over dood spreekt kijkt Hij veel verder. Dan ziet Hij niet alleen de lichamelijke dood, ook niet alleen de psychologische dood, zoals bij een zware depressie. Jezus kijkt eerst naar de geestelijke dood, in de ziel van de mens. Een mens noemt Hij dood, als die mens de band met de echte diepte van zijn bestaan kwijt is. Zo iemand raakt ook de diepte met het bestaan van de ander kwijt. Dan gebeuren er dingen in Nederland als bij Meindert Tjoelker, als bij de meisjes in Gorinchem, als bij het kleine meisje van 5, mishandeld door een jongetje van 9, als bij ontkiemend en vergrijzend leven, dan gebeuren die dingen in binnen- en buitenland zoals we ze nu dagelijks voorgeschoteld krijgen. Want alleen een mens die zelf dood is, gunt een ander het leven niet. Alleen de doden doden.

Dat deden ze ook bij Jezus. Jezus is de Levende, de eerste Mens die in alles wat Hij zegt, wat Hij doet, wat Hij denkt en voelt, in alles leeft op de echte diepte van ons bestaan, dat is de diepte waarin wij in contact komen met God, met de bron van alle leven. Jezus is de eerste die in alles in contact blijft met God, de Levende. Daarom ontmoet Jezus weerstand bij de doden, dat is niet bij de gestorvenen in de grond, maar bij hen die levend dood zijn, die alleen nog leven om hun lichamelijke leven veilig te stellen en die alles en iedereen wegwerken die dat in de weg staan. En op die manier zijn er in onze wereld veel doden aan het werk. Op die manier zijn ook wijzelf nog niet waarachtig levend.

Zien of Zien! Kunnen wij anders kijken naar het leven? Guido in de film zag in alles, zelfs in het concentratiekamp, een kans om de gebeurtenissen om te keren, om ze te vertalen naar een andere werkelijkheid, de werkelijkheid die voor zijn zoontje nodig was om te leven. Want deze krankzinnige werkelijkheid die wij zien, kan toch niet de echte werkelijkheid zijn? We moeten anders zien. We moeten de Ander zien. Wat in die film een knap geconstrueert verhaal is, heeft Jezus in werkelijkheid voorgedaan. Jezus laat zien dat onze dagelijkse werkelijkheid niet de echte werkelijkheid is. Bij Hem gaan doden leven, gaan blinden zien, gaan doven horen en stommen spreken, worden zieken gezond, komen lammen en kreupelen in beweging, komt Gods Koninkrijk dichtbij.

Leven na de dood; verder zien. Nee, geen reïncarnatie op oosterse wijze, we komen niet terug als kat en hond, ook niet in een ander mensenlichaam. Ja, wel reïncarnatie op de manier van Jezus, door een wedergeboorte in zijn Lichaam, want met Jezus kunnen we wel terugkomen Îals herborenâ, Îals een-ander-mensâ, als een mens die ziet en hoort wat anderen nodig hebben, die goed zegt en goed doet, als een mens die dood was maar weer leeft en op weg gaat in Gods liefde. Reïncarnatie in dit leven, Als Gods Geest mij, met mijn lichaam vervult en nieuw tot leven brengt.

Leven na de dood; dat komt pas in zicht als je eerst hier op aarde van dood naar leven bent overgegaan. Want het zijn de levenden die leven geven en de dood overwinnen.

Zien of Zien. Ze staan bij het graf. Het is leeg. De lijkwade ligt er nog. Maar Jezus is weg. Zou de Levende toch overwonnen zijn door de doden, heeft zijn oervijand nu zelfs zijn Lichaam veroverd. Of ligt het aan ons, zoeken wíj de Levende nog steeds bij de doden en is die lijkwade een stille getuige van iets anders?

Kan er uit Kosovo nog iets goeds komen, uit een stad die gaandeweg wordt als een graf? Kan een Katholiek- of Protestants-, een Russisch- of Grieks- of Servisch-orthodox Christendom nog tot verzoening brengen? Kan eeuwenoud vijandsdenken nog overwonnen worden? Kan een NAVO nog levens redden? Kunnen wij ......., kan deze wereld ....., kan God?

Pasen is de dag van hoop, in het vaste geloof dat het ongelooflijke één keer gebeurd is. Dat één keer die Andere Werkelijkheid aan het licht gekomen is, dat die ene keer - ÎDe Mensâ - Îdè doodâ - heeft overwonnen, dat zijn Geest en zijn Ziel, ja zelfs zijn Lichaam niet in die boeien kon worden vastgehouden. En één keer is genoeg. God Zelf heeft het meest fabelachtige slotaccoord gecomponeerd. Hij heeft het reeds één keer gerealiseerd in een ongekende apotheose. Nu wacht Hij op ons, om het opnieuw uit te voeren in het dagelijks leven. Zou het lukken, nog deze eeuw?
Amen. Zalig Pasen.