Hemelvaart (2008)

Hoe ver is de hemel van ons vandaan?

Wij verbinden de hemel gemakkelijk met iets, dat pas na de dood aan de orde is. En als je moet afgaan op opiniepeilingen, dan zijn er steeds minder mensen die geloven dat er een leven achter de dood is; dat er een hemel is. Maar ook als dat geloof er wel is, hoop je allicht dat de dood nog op zich laat wachten. Er lijkt niet te ontkomen aan de conclusie, dat de hemel voor de mensen van onze eeuw hooguit een werkelijkheid-op-afstand is.

In de Schriften is dat anders. Daar horen hemel en aarde bij elkaar; ze worden telkens in één adem genoemd. Meteen al in de allereerste regel van de Schrift: in het begin schiep God de hemel en de aarde. En dat gaat zo door tot het allerlaatste Bijbelboek, het boek van de Openbaring; daar wordt gesproken over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de Schrift geen enkel probleem heeft met de hemel. De goede orde van Gods schepping, hemel en aarde, wordt vaak genoeg verstoord, de Schrift is daarvan doordrongen.

Er zijn mensen die aan de aarde genoeg hebben; ze geloven alleen in harde feiten; en ze kunnen zichzelf wel redden met hun eigen menselijke kracht; en anders maar niet. Voor hen is God een illusie en de hemel een zoethoudertje. Een aarde die de hemel wil uitschakelen.

Er zijn ook mensen, die zichzelf goddelijke krachten toemeten. Ze beschouwen zich als almachtig, alwetend. Zij maken geen fouten, want ze wanen zich onttrokken aan de zwaartekracht van de aarde. Grootheidswaanzin, omdat ze de werkelijkheid niet erkennen van de aarde die onder de hemel staat.

De Schrift tekent ons Jezus' Hemelvaart; dat betekent dat door Jezus de verstoorde verhouding wordt hersteld; door Jezus worden hemel en aarde verzoend; wordt de scheppingsorde hernomen.

Geloven in die Hemelvaart van Jezus houdt in dat een mens de beperktheid van het aardse bestaan erkent en er in zijn leven rekening mee houdt. Dat hij geen God is, en ook niet als mens zelfgenoegzaam is. Wij zijn mensen die leven onder Gods hoede.

Geloven in de orde van de schepping en verlossing betekent ook dat voorlopig onze aarde de hoofdaandacht krijgt; want op deze aarde leven we nú. Mannen van Galilea, wat staan jullie naar de hemel te kijken, waarschuwen de twee mannen in witte kleren. Niet omdat deze aarde het belangrijkste is, maar omdat God deze aarde aan onze zorgen heeft toevertrouwd.

Verondersteld wordt dat we die taak volbrengen in het geloof dat God ons wil opnemen in zijn geluk, zoals Hij Jezus heeft doen opstijgen naar de hemel; op het uur, waarover de hemel beslist.