Bidden (2013)

Wat is dat toch, dat moslims 5 keer per dag, op hun matje en met het gezicht naar Mekka hun gebeden opzeggen en Boeddhisten door het draaien van hun gebedsmolen hun gebeden door wind willen laten mee voeren?

Mensen zoeken allerlei manieren om verbondenheid met God te zoeken.
En ook christenen doen hun best door neer te knielen, door een kaarsje op te steken, een kruisteken te slaan enzovoorts.
Eén van de redenen waarom we hier zo samen zijn is omdat we ons verbonden voelen met elkaar, maar dat is het natuurlijk niet alleen: we voelen ons verbonden met het geheim van ons leven, dat we God of Vader noemen.

Dat drukken we uit door te zingen, door te vieren, maar vooral door te bidden.
Verbondenheid drukken we ook uit als we in de voorbede de namen noemen van allen die gestorven zijn, dan scheppen we verbondenheid met hen die we moeten missen.

Samen bidden schept een band.
Toch geeft Jezus aan zijn leerlingen de goede raad om, als ze willen bidden, zich terug te trekken in hun binnenkamer en daar te bidden tot hun Vader die in het verborgene is en in het verborgene ziet en hoort.

Menigeen doet dat ook: in bed, vlak voor het slapen gaan, in een donker kapelletje ergens door een kaarsje aan te steken.
Soms wil je daartoe alleen zijn, stilte om je heen, zoals Jezus zich vaak terugtrok op een eenzame plaats om alleen te zijn en te bidden.
Wat doe ja dan, hoe doe je dat?
Omdat Jezus vandaag in het evangelie hardop bidt krijgen we daartoe een vingerwijzing.
Hij spreekt, wat Hij ook in stilte had kunnen zeggen, maar zegt nu hardop wat Hem in zijn leven ten diepste heeft bezig gehouden en dat is zijn verbondenheid met God, zijn Vader.

Kunnen wij ook doen.
Hardop of in stilte aan God voorleggen wat ons ten diepste bezig houdt, onze zorgen, ons verdriet, onze vreugde, onze successen en mislukkingen.
Jezus bidt verder dat zijn leerlingen met elkaar verbonden mogen blijven.
Dat is toch ook voor ons vandaag een intens verlangen en dus goed om het God voor te leggen.
Niet alleen onze eigen belangen leggen we voor.
We bidden voor de kerk, voor de bisschop van Rome, maar ook voor de bisschop van Den Bosch, dat mensen weer vóór mogen gaan op structuren, om liefde boven macht.

Op dat moment staan wij als geloofsgemeenschap heel dicht bij de Heer die voor ons bidt in het evangelie dat we lazen.
De biddende mens kan zich eenzaam voelen, maar is dat niet.

Daarom wordt menig gebed besloten met: ". . . door Christus onze Heer".

Hij bidt altijd met ons mee.
We doen er goed aan als kerkgemeenschap een biddende gemeenschap te blijven, waar we bidden voor elkaar en voor al die mensen in de wereld, dichtbij of veraf, die het moeilijk hebben.
Steeds in verbondenheid met onze grote voorbidder, die in liefde met ons verbonden is, Jezus Christus. Amen - - -