Ons einddoel is de Vader. Jezus is de weg (2005)

ONS EINDDOEL IS DE VADER. JEZUS IS DE WEG.

Wij ervaren allen wel dat wij in het leven onderweg zijn.
Maar velen weten eigenlijk niet goed waarheen de tocht gaat.
Nu is het eigenlijk toch wel belangrijk
enig idee te hebben over ons einddoel.
Want dat bepaalt voor een groot deel
welke middelen wij onderweg gebruiken,
welke prioriteiten wij dagelijks kiezen
en wat wij proberen te vermijden.

Velen menen dat de dood het eindpunt is.
Het is dan ook begrijpelijk dat deze mensen,
die ervan overtuigd zijn
dat zij in de dood totaal vernietigd worden,
eigenlijk heel hun leven nogal verontrust blijven
en in een soort angst verkeren.
Al hun initiatieven worden immers gefnuikt
door hun innerlijke wanhoop.
"Wat heeft het voor zin zich voor iets of iemand in te zetten,
als wij toch zouden verdwijnen in het niets?"

Gelovigen zien de dood niet als een eindpunt,
wel als een doorgang naar verder.
Het christendom biedt ons, als geen andere godsdienst,
een duidelijk beeld van ons einddoel.
Jezus leerde ons namelijk dat Hij en wij
een beminnende Vader hebben die ons opwacht.
Christenen zien het leven dan ook
als een thuiskomen bij de liefdevolle Vader.
Die overtuiging leert ons
wat onze belangrijkste opdracht is voor onderweg:
ons laten leiden door Zijn Liefde die ons trekt en voortdrijft.
Dat zal dus betekenen: belangeloos liefhebben zoals Hij.

De dood wordt daarbij niet verdoezeld.
De dood is echter geen eindpunt, maar een doortocht.
Niet de dood, maar de Vader is het einddoel. Dat is ons geloof.

"Heer, toon ons nu toch eens de Vader!"
Die vraag van Filippus verwoordt
een verlangen dat soms ook in ons hart leeft.
Want eigenlijk zouden wij nu reeds God wel eens willen zien.
Wij zouden graag hebben dat de hemel even open ging,
al was het maar één ogenblik,
zodat wij kunnen zien dat God er werkelijk is, in al Zijn glorie.
Dat zou ons overtuigen, denken wij.

Wat is ons geloof soms nog kinderlijk.
Onze God is geen God die wil bewijzen dat Hij bestaat
door ons Zijn machtige majesteit te tonen,
geen God die ons wil verbluffen,
op de knieën dwingen of tot aanbidding neerslaan.
Onze God, dat is de Vader van Jezus,
dwz. de Liefde die ons van binnenuit uitnodigt,
niet dwingt, maar blijft uitnodigen tot wederliefde.

Om het juiste beeld van God te ontdekken
moeten wij dus niet op de uitkijk gaan staan
om een glinstering van Zijn majesteit te zien,
maar gaan wij best telkens opnieuw kijken naar Jezus.
"Wie Mij ziet, ziet de Vader, Filippus!"
Het is door lang naar Jezus te kijken,
door Zijn manier van leven te overwegen,
door het evangelie te lezen en te herlezen
om te doorgronden welke Zijn prioriteiten zijn
en waar Zijn hart naar uit gaat,
dat wij stilaan zullen ontdekken
hoe ons einddoel God er eigenlijk uit ziet:
belangeloze Liefde,
zoals een vader en een moeder doen voor hun kinderen.
Zulke Liefde - zichzelf-gevende Liefde -
zoals Jezus het ons voordeed,
dat is onze Weg naar het echte Leven.

Waar kunnen wij nú iets merken
van die Vader die Liefde is?
De plaats waar de verrezen Jezus
nu zichtbaar en tastbaar wordt beleefd
is de kleine kring van gelovige broeders en zusters,
de groeiende kerkgemeenschap,
die meer en meer gaan leven vanuit Zijn Geest.
Wijzelf zijn die kleine kring gelovigen
die telkens nieuwe bezieling vinden rond de tafel van de Heer.
Wijzelf zijn dus voor onze wereld van vandaag
het zichtbare beeld van de liefdevolle God.
Onze eensgezindheid, onze mededeelzaamheid en naastenliefde,
onze solidariteit en aandacht voor de uitgestotenen,
dat zijn de tastbare tekens van de Liefde
in onze wereld van vandaag.
God heeft geen andere handen dan onze handen,
geen ander hart dan ons hart
om de wereld vandaag te tonen dat Hij belangeloze Liefde is.

Wat een verantwoordelijkheid voor ons!
Bij die opdracht voelen wij ons zwak, onmachtig, beperkt.
Wij kunnen niet anders dan ons regelmatig bekeren
tot de bron van ons geloof,
om ons inzicht te laten groeien
en onze liefde concreter te maken.

In deze Eucharistie
laten wij de verrezen Jezus in ons hart de liefde worden
die ons voortdrijft naar de open armen van de Vader,
bij Wie ook wij willen thuiskomen.