Vrijmoedig leven vanuit het Paasgeloof (2008)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 538 niet laden
In onze opleiding hadden wij een docent die er enigszins schande van sprak dat wij in de hele Paastijd geen letter Oude Testament lezen. Hebben we dan niet naar Jezus geluisterd, bijvoorbeeld naar het verhaal van de Emmaüsgangers? Daar staat toch heel duidelijk dat Jezus ze uitlegt wie hij is "vanuit heel de Schrift, te beginnen met Mozes en alle Profeten." (Lucas 24, 27) En wat doet onze kerk? Juist in de Paastijd lezen we alleen maar Nieuwe Testament!

Misschien dat ik daarom tot dit jaar een zekere weerstand moest overwinnen, als we in de Paastijd in de eerste lezing uit de Handelingen van de apostelen lezen. Pas dit jaar, een paar weken geleden gaf iemand bij de gemeenschap van Sant'Egidio ons de tip: "Je moet Handelingen eens gaan lezen." De afgelopen weken heb ik daarom voor mezelf eens gewoon hele stukken daaruit gelezen. Ik kan alleen maar zeggen: het is zeer de moeite waard.

Het beeld dat ik uit (de eerste hoofdstukken van) de Handelingen van de apostelen krijg van die groep eerste leerlingen van Jezus na zijn verrijzenis, is:
Het is echt een gemeenschap van mensen van na Pasen en Pinksteren, die nergens meer bang voor zijn maar heel eensgezind het leven delen, gedragen door de kracht van de verrijzenis van Jezus en de komst van de Geest. Ze leren in een geheel nieuwe situatie de Schrift (als) nieuw verstaan en toepassen. Er gaat een enorme kracht uit van hun geloof en hun enthousiasme. Ze weten dat ze het niet zelf doen, maar dat het de kracht van God is, dezelfde kracht die ze eerder in Jezus aan het werk hebben gezien, die hem uit de dood heeft doen opstaan, die nu in hen aan het werk is, in zijn Naam.
Hij is weggegaan om plaats te maken voor hen. Zij doen nog grotere dingen dan Jezus, omdat hij bij de Vader is.

Daarmee vergeleken zijn wij - als ik aan mezelf denk - een ingedut en ingezakt zootje. We doen wat we nu eenmaal zo gewend geraakt zijn. Het geloof en de kerk zijn een apart onderdeel van ons leven. Natuurlijk weet ik ook wel dat deze vergelijking ook oneerlijk is, want zij hadden nog het enthousiasme van het begin, verschillende van hen hadden Jezus zelf nog meegemaakt, én zij leefden nog in de verwachting dat ze in het einde van de tijden leefden.

Maar misschien zijn dat dan ook wel de twee dingen die wij van hen zouden kunnen leren om weer net zo'n sprankelende enthousiaste kerk te zijn, waar mensen van alle leeftijden en culturen zich door aangesproken weten:
1. leven alsof we nog maar een korte tijd te gaan hebben: kortom, dat we het nu moeten waarmaken, nu moeten doen wat we met ons leven willen
2. leven in enthousiasme en vitaliteit, gevoed door een directe band met Jezus: wij zijn met hem tot leven gewekt, en hij is met ons al de dagen van ons leven. Wij leven in ons leven zíjn leven, hij leeft in ons.

Die idealen van het begin van het christendom zijn uiteindelijk ook onze idealen, niet alsof het nog steeds de eerste eeuw is, maar aan ons de schone taak om ze actief samen vorm te geven in onze 21e eeuw.

Laten we het maar eens proberen.
Hoe zou Jezus omgaan met de grote vraagstukken van onze tijd, van onze maatschappij, als hij nu bij ons was, als we serieus nemen dat hij ook voor ons de weg, de waarheid en het leven is? Niet krampachtig, niet door elkaar de maat te nemen of onszelf en elkaar onmogelijke eisen op te leggen, maar net als de eerste leerlingen, vrijmoedig, een prachtig woord, als we die twee delen verstaan: vrij-moedig, in grote vrijheid en met lef. We verstoppen onszelf niet meer, maar laten zien wie we zijn, en waar we voor staan. Zo kunnen we samen met Jezus kijken naar onze samenleving en met hem nadenken over integratie, eenzaamheid, armoede, onverschilligheid, én hoe Gods bevrijdende boodschap van liefde en gerechtigheid steeds minder gekend en verstaan wordt.

Om er maar één als voorbeeld te nemen: wij kennen allemaal eenzame mensen, en misschien zijn we het zelf wel. Daar kunnen we naar kijken als een maatschappelijk verschijnsel, dat er in onze tijd nu eenmaal bij hoort, dat wel heel vervelend is, maar dat ik ook niet op kan lossen. Óf we kunnen het er samen over hebben wat wij wél kunnen doen, hoe wij onze bijdrage kunnen leveren. Het wordt al minder massief, als we niet op de eerste plaats spreken over dé eenzaamheid, maar concreet over eenzame mensen die wij zelf kennen. Dan kunnen we met onszelf of onder elkaar afspraken over maken. Als ik bijvoorbeeld één uur per week vrij maak, kan ik een paar keer in de week een kwartier bij iemand in de buurt op bezoek. Daarmee is het probleem van de eenzaamheid de wereld niet uit, maar voor die ene mens maakt dat ene kwartier wel een wereld van verschil. Je leert elkaar beter kennen en sluit vriendschap, en waar dat gebeurt ontstaan allerlei nieuwe mogelijkheden om weer met anderen in contact te komen. Overigens is dit geen willekeurig voorbeeld, maar het werkt zo in de praktijk van Sant'Egidio.

De eerste christenen leven vanuit het enthousiasme van hun Paasgeloof. Dat is voor hen én hun omgeving echt een bevrijdende boodschap. Zij maken geen onderscheid tussen hun geloof aan de ene kant en het dagelijks leven aan de andere kant. Vanuit hun geloof helpen zij de armen, geven geld en eten, vanuit de gemeenschap. Dat wil niet zeggen dat alles altijd goed gaat, dat er nooit geklaagd wordt. We horen vandaag bijvoorbeeld dat er in de gemeenschap wordt geklaagd dat de Aramees sprekende Joodse arme mensen worden voorgetrokken boven de Grieks sprekende armen. Dat probleem wordt serieus genomen, omdat die arme mensen geholpen moeten worden; omdat ze geen twee groepen binnen hun ene gemeente tegenover elkaar willen hebben staan; omdat het gebrek aan aandacht anders een belemmering wordt voor het verstaan van de blijde boodschap. Het probleem wordt dus serieus genomen en opgelost, door er mensen voor aan te stellen, diakens, zonder dat het gezamenlijke leven vanuit het gebed en het Woord van God hieronder lijdt. Het gaat om de combinatie.

Toegepast op onze kerk en onze parochie vandaag: als kerk leven wij vanuit het gebed en het Woord van God. Wij hebben dus mensen nodig die zich toeleggen op de liturgie en zich daarvoor verantwoordelijk weten. Op dezelfde manier hebben we mensen nodig voor de diaconie, die er voor zorgen dat niemand in onze kring en buurt iets tekort komt. Dat is bij ons de PCI, en dat zijn de werkgroepen, zoals bijvoorbeeld de mensen van de Zonnebloem, die door hun bezoeken aan zieken de diaconie met grote trouw in praktijk brengen. In onze parochie mogen deze activiteiten best wat zichtbaarder worden. Kerk zijn is meer dan de viering op zaterdagavond en zondagmorgen.

Zoals Jezus vorige week zei: IK BEN de deur, zo horen we deze week uit de mond van Jezus: IK BEN de weg, de waarheid en het leven. Zeven van die Messiaanse IK BEN-teksten zijn er bij Johannes. Zoals de zevende dag de schepping voltooit, zo wijst zeven hier op de vervulling in de Messiaanse tijd. Voor Joodse oren en hopelijk ook voor ons klinkt dan elke keer weer IK BEN ... de heilige Naam, IK BEN, de bevrijdende God van Israël, die zich aan Mozes heeft bekendgemaakt: Ik zal er zijn, IK BEN. Dus als Jezus zegt: IK BEN de weg, zegt hij eigenlijk: GOD is de weg, en de waarheid en het leven. Maar het is en blijft tegelijkertijd ook Jezus die dit zegt, en we horen daarin hoe Jezus spreekt vanuit de eenheid met zijn Vader. Na Pasen en Pinksteren beluisteren wij daarin het diepe, mystieke mysterie van ons christelijk paasgeloof. In de stilte van dit geheim proeven en leren we verstaan dat het hier gaat over God én over Jezus Messias, voor óns de weg, de waarheid en het leven, omdat wij daarin worden opgenomen met ons leven, met onze vreugde en onze zorgen, onze tekorten, zoals we zijn, jong en oud, met onze talenten en onze onzekerheid, onze teleurstellingen en verdriet, opgenomen in de ene weg van Jezus en de Vader, trouw en waarachtig, van het echte, volle leven.