In hen breekt Gods heerschappij door.

 

Met welke gevoelens is Jezus de ochtend van de zaligsprekingen opgestaan? Had hij zijn tekst van buiten geleerd? Jezus was geen kamergeleerde. Hij leefde in nauw contact met de mensen. Hij bewoog zich tussen hen in hun dorp en stad. Hij zag hoe ze leefden en wat hen daarbij dreef. Hij wist hoe de ene met de ellebogen werkt en hoe de andere opzij wordt geduwd.

Jezus kende de machtsverhoudingen in het bezette land en de touwtrekkerij in Jeruzalem en rondom de tempel. Hij doorzag tevens het hart van de mens en hij wist wat schuil ging onder diens huid. De zaligsprekingen zijn niet in het luchtledige ontstaan. Ze zijn gerijpt vanuit zijn biddend omgaan met zijn Vader en het geloof dat Gods heerschappij zich manifesteert en onrecht opheft.

De kern van de zaligsprekingen - de macarismes - is kort en zou volgens de oudste bron (Quelle) slechts drie zaligsprekingen omvatten. Bij Matteüs richt Jezus zich op de Berg tot de menigte; bij Lukas spreekt hij in de vlakte zijn leerlingen aan. Wil hij elkeen bereiken? Ja en neen. Hij spreekt tot ieder die het schoentje past en wil aantrekken. Hij spreekt tot de armen van geest, tot wie hongert en dorst. Nu kan je zeggen dat dit elkeen betreft. En dat zij die het goed hadden en sterk waren, die genoeg te eten hadden, die de lakens uitdeelden, die oorlog voerden en het land onder de knoet hielden er niet waren. Bij Lucas is er geen discussie. Jezus spreekt tot iedereen, zowel tot hen die arm zijn en tot hen die rijk zijn, maar hij zegt niet aan iedereen het zelfde.

Portret van Jezus

De Bergrede is geen improvisatie. Zij tekent het portret van Jezus. Hij die sprak tot de armen had zelf geen huis of vaste woonst. De Mensenzoon had geen steen om zijn hoofd op te leggen. Hij koos voor zachte moed. Hij wou vrede brengen. Hij ondervond aan den lijve wat lijden om de gerechtigheid betekende.

Omdat Jezus zelf beleefde wat hij in de zaligsprekingen proclameerde, kon hij tot de armen spreken en kon hij hongerige en dorstige begrijpen. Jezus is niet een brave, zoeterige of zwak figuur. Hij heeft zich zelf moeten modelleren naar het beeld van de zaligsprekingen.

Hij die opkwam voor zachte moed reageerde kwaad en driftig tegen de kooplui in de tempel (Mt. 21,12).

Hij die de barmhartige loofde en prees, was hard en scherp tegenover het inconsequent optreden van wetgeleerden (Mt. 15,78).

Hij die hongerige en dorstige verstond, werd ervan beschuldigd wijndrinker en gulzigaard te zijn, een vriend van zondaars (Mt. 11,19).

Hij die vredebrengers gelukwensten, zei van zichzelf: “Denk niet dat ik vrede ben komen brengen op aarde, ik ben geen vrede komen brengen maar het zwaard. Tweedracht ben ik komen brengen tussen een man en zijn vader, tussen dochter en moeder” (Mt. 10,34)

Hij die werd vervolgd om de gerechtigheid, vroeg toch tijdens zijn verhoor bij de hogepriester verantwoording aan de dienaar die hem geslagen had. “Indien ik iets verkeerd gezegd heb, verklaar dan wat er verkeerd in was, maar indien het goed was, waarom slaat gij mij” (Joh. 18,24).

Wie de Bergrede beleeft, maakt Jezus zichtbaar. Alle heiligen hebben dit gedaan. Dit is ook nodig. Hoe meer de jaren opschuiven, hoe verder we van Jezus kunnen wegraken. Wie leeft in zijn stijl, actualiseert hem. Franciscus was een Christus redivivus. Don Bosco, Mother Teresa, pater Kolbe, de zalige trappist Rafael Arnaiz Baron (1911-1934). Deze jonge zieke broeder schreef: “God vraagt enkel eenvoud naar buiten en liefde van binnenuit. Dit is zo gemakkelijk. Onze moeilijkheden ontstaan omdat wij niet met vol vertrouwen naar God gaan.” Johannes Paulus verklaarde deze broeder zalig op 22 september1992. Paus Benedictus had veel sympathie voor de zalige Bakhita.

Het proces tot zaligspreking van Marthe Robin is aanhangig gemaakt. Ze was een Franse mystica met grote invloed op enkele nieuwe bewegingen (Les Foyers de Charité, Gemeenschapsretraites).

In zijn boek Portrait de Marthe Robin schreef Jean Guitton: “Wat onze tijd mist is niet de vooruitgang. Deze gaat immers reuzensnel. Wat wij missen is een methode om te beletten dat deze vooruitgang zichzelf vernietigt.

Wat wij missen, is niet het bezit van een land, maar het is de zachtheid waarmee wij het bezitten.

Wat wij missen is niet de ontucht, maar de zuiverheid van hart.

Wat wij missen, is niet het rijk van gerechtigheid, maar het is vervolging kunnen verdragen omwille van de gerechtigheid.

Wat wij missen, is de energie door het evangelie verkondigd in de Bergrede.

Het ogenblik breekt aan waarop onze beschaving slechts zal kunnen gered worden door het tegenovergestelde van wat zij luidop verkondigde. Dat wil zeggen niet door ontucht, maar door zuiverheid: niet door rijkdom, maar door de geest van armoede.”

Dat is al duizenden keren gezegd. Maar bij mensen als Marthe Robin werd dit evident. Wat vang ik op van de zaligsprekingen als ik de vele maandbladen bekijk en het inlegmagazine die elke krant wekelijks aanbiedt. Op eerste zicht tonen de weliswaar prachtige foto’s niet het volk van de zaligsprekingen.

De zaligsprekingen verkondigen - vooral ze beleven -, dit brengt een wending in de wereld. De verandering door de ietwat brutale arts die zich op een bepaald realiseert op welke brute wijze hij de rekruten bij het medisch onderzoek aanspreekt. En van toen af hen met eerbied soldaten aansprak; al was het maar door te vragen: “wil je alsjeblieft..”

Wat heeft Jezus gedacht de avond van de zaligsprekingen? Misschien heeft hij zich afgevraagd wat zijn toehoorders er zouden van terecht brengen. Misschien zag hij al een rij inquisiteurs opstaan, klaar met hun verwijten aan zijn adres omwille van zijn keuze voor de kleinen en om zijn aanklacht tegen macht en geweld (Dostojevski, de Gebroeders Karamazov). Had hij de lat te hoog gelegd?

Hoogstwaarschijnlijk is Jezus die avond toch rustig gaan slapen nadat hij zijn Vader gedankt had. Hij had immers Gods komen bij armen, wenende en hongerige aangezegd. Hij had woorden gesproken die nooit meer zouden verdwijnen. Hij had een vonk geslagen die niet meer zou doven.