Christus Koning (2008)

Wie ooit een moskee of een synagoge bezocht heeft zal nergens een voorafbeelding vinden van God. God voorstellen onder een of andere vorm is totaal onmogelijk. Het is voor hen zelfs verboden een beeld van God te willen maken. De Joden spreken zelfs nooit zijn naam uit. En ik begrijp ze heel goed. Wij kunnen hem onmogelijk beschrijven. Wij kunnen immers God niet zien. In de christelijke kerken en tempels heeft het ook enkele eeuwen geduurd voor men een beeld of een tekening of een fresco, of schilderwerk maakte die iets van God wilde voorafbeelden. Ik vind nochtans dat dit tastend zoeken naar ‘een beeld van God' toch wel bijbels is.

Het is waar: de bijbel vertelt dat men God niet kan of mag zien van aangezicht tot aangezicht. Vaak echter lezen en horen we iets of iemand die aan God doet denken: het vuur van het brandend braambos, het geruis van de zachte wind, een profeet die zegt te spreken in naam van God... of een herder die zorg draagt voor zijn schapen...

Dit laatste is een beeld dat Jezus Christus meerdere malen gebruikt. Dat beeld is echter niet nieuw. In het Oude Testament leest men ook teksten over de goede herder.

Jezus gebruikt een taal die goed begrepen kan worden door de mensen: schapen en herders kwam men op vele plaatsen tegen in Palestina. Mensen weten hoe zorgzaam een herder omgaat met zijn schapen. Maar door beelden uit het Oude Testament op te roepen, wil Jezus aantonen dat zijn leer wortels heeft in het verleden: Hij verwijst naar een traditie.

Ik vind dat heel belangrijk. Wil men iets duurzaams opbouwen dan doet men er goed aan de traditie te respecteren, te bouwen op waardevolle fundamenten die ons gegeven zijn. Jezus weet dat. Hij is een echte Jood die zijn rijkdom ook put in het verleden van zijn volk. Traditietrouw wijst er vaak op dat men eerbied heeft voor het waardevolle in het verleden. En dat is een garantie voor authenticiteit.

Aan de mensen uit zijn tijd wil Jezus uitleggen wie God is. In het evangelie vertelt Hij op een bepaald moment dat God een rechter is. Daarover gaat evangelie van vandaag. Niet een scrupuleuze lettervreter zoals sommige Farizeeën en Schriftgeleerden die mensen oordelen en veroordelen op basis van ondraaglijke wetten. Hij gaat naar de kern en gaat om met mensen.

En hoe gaat God om met de mensen? Dat vertelt ons de profeet Ezechiël. God is als een herder die heel zorgzaam omgaat met zijn schapen, die omziet als er schapen hun weg verliezen. En als het duister wordt in ons leven, als de stormen losbarsten in ons leven losbarsten - als wij het niet meer zien zitten - dan is God als die herder die zijn schapen veilig thuis brengt. Hij zal ons ook de kans geven om tot rust te komen. En als we in ons leven gekwetst worden door ellende en miseries, dan zal God doen wat een herder doet: Hij zal de wonden verbinden en de zieke weer gezond maken. Deze gelijkenis vinden we ook terug in het evangelie. God zal met ieder van ons omgaan zoals het hoort.

"U, mijn volk," zegt Jahwe de Heer,
"zal Ik in bescherming nemen.
Ik zal u behoeden tegen hen
die u naar het leven staan.
En dezen zal ik oordelen."

Wat een mooie tekst is dat toch. Zo is God voor ons.

Het zijn deze twee teksten - het laatste oordeel uit Matteüs en het herdersverhaal uit de profeet Ezechiël: 34 ste hoofdstuk - die ons vandaag spreken over God.

Men heeft aan Jezus Christus de titel gegeven van Koning van het heelal. Ons zegt die titel niet veel meer. Hij is ook ontstaan in een tijd dat koningen inderdaad iets te zeggen hadden, machtig waren, en oordelen velden over volkeren en naties.

Het oordeel dat Jezus Christus over ons velt is niet het oordeel van een werelds rechter. Hij is als de herder die zorg draagt over de zijnen.

Vermits wij zeggen dat we zijn volgelingen willen zijn, moeten we het ook werkelijk zijn. Door zorgzaam om te gaan met onze medemensen, zoals een herder omgaat met zijn schapen. Zo zijn wij geroepen om aan God gelijk te zijn, om te leven volgens zijn manier van doen. Zo zijn wij de koningen van zijn schepping.