Het Rijk der hemelen is nabij (Mt. 4,17)

Het Rijk der hemelen is nabij (Mt. 4,17)

De woorden van Jezus klinken in zijn tijd ongetwijfeld nieuw, fris en bevrijdend. Hoe kan je anders verklaren dat mensen in de streek van Kafarnaüm en daarbuiten zo geïnteresseerd naar hem hebben geluisterd. Ons daarentegen komen ze zo vertrouwd voor, dat wij er geen acht meer opslaan. Nieuwkomers in het geloof, die meestal geen christelijke achtergrond meer hebben, geraken er wel door geboeid. Wij vinden dit in de levensloop van Edith Stein. Zij was van Joodse huize. Dit kon een basis zijn om aandacht te besteden aan een van de rabbijnen uit Nazareth, die zich gevoed had aan het bijbels geloof. Maar bij Edith Stein verdween na een tijd de belangstelling voor elke godsdienst.  Zij was zelfs een tijd lang atheïst. Maar haar zoektocht naar waarheid hield niet op. Zo heeft ze zich naderhand doorheen haar wijsgerige vorming laten grijpen door God en door het leven van Jezus.

Mensen , die op hun weg Jezus ontdekt hebben, kunnen ons helpen zelf opnieuw met een frisse blik naar Jezus te kijken. Esther is een Taiwanese verpleegkundige. Ze verraste mij met de vraag of mijn ouders katholiek waren. Zij was toen zesentwintig en pas één jaar christen geworden.  Haar ouders zijn boeddhisten. Ze hadden het moeilijk met deze beslissing van hun dochter. De moeder van Edith Sten kon evenmin begrijpen waarom haar dochter op 1 januari 1922 zich had laten dopen.

‘Bekeer je’, Luchtverontreiniging, bodemverontreiniging, saneren. Bekeer je, die roep van Jezus klinkt niet zo goed in de oren? Wij houden liefst vast aan wat we kennen en wagen ons niet op onbekend terrein. En toch in de stilte van ons hart beseffen we dat bekering en ommekeer ons op een betere weg kan zetten. Een trainer van een voetbalclub zei in een interview dat zijn ploeg wat meer nederigheid aan de dag zou moeten leggen. Zijn ploeg zou vanuit zulk inzicht beter kunnen spelen. Is dit niet een oproep tot bekering? Wat wordt onze wereld zo we geen verantwoordelijkheid opnemen voor de generaties na ons? Wanneer we achteloos blijven omspringen met de schatten van de natuur.

Bekering betekent bij Jezus meer dan het vorige. Met zijn oproep wou hij de weg vrijmaken voor het Rijk der hemelen dat nabij kwam. “Het Rijk Gods is midden onder u.” Hoe komt het toch dat we het niet zien? Blijkbaar stonden de mensen in het Galilea der heidenen er meer voor open. Zij beseften dat het de tijden aan het kantelen waren. De bevolking van Kafarnaüm had al veel handelskaravanen zien voorbijtrekken. Zij was daardoor misschien meer ontvankelijk voor andere gedachten dan de bevolking in gesloten dorpsgemeenschappen, zoals het verder afgelegen Nazareth? Bij de keuze van Jezus voor Kafarnaüm kunnen tactische redenen meegespeeld hebben, zoals de gunstige ligging van dit dorp, dichtbij het meer en in een grensgebied met meer contacten.

Jezus roept mensen tot gemeenschap.

De radicale oproep van Jezus tot bekering blijft toch mensen aanzetten om naar hem te luisteren en hem te volgen. Deze radicaliteit kan storen en vlug als sektarisch afgedaan worden. Gerhard Lohfink, een Duits exegeet, maakt in München deel uit van de Katholische Integrierte Gemeinde. De keuze van deze gemeenschap is bijbels gefundeerd. Op zijn beurt helpt het leven in gemeenschap de leden van de groep om de bijbel beter te verstaan. In zijn boek Braucht Gott die Kirche? (Heeft God de Kerk nodig?) vindt hij het verkeerd dat wij de Bijbelse teksten zo menselijk willen uitleggen, zodat tenslotte niemand er zich nog aan stuurt en bezeert.

De komst van het rijk der hemelen is bij Jezus verbonden met de groei van een gemeenschap. Zo was het al in het boek Exodus. God koos zich een volk. Daar begon wat de Kerk belijdt in het derde eucharistische gebed dat God niet ophoudt zijn volk te vergaderen van de einden der aarde. Zo heeft Jezus mensen geroepen, Petrus en Andreas, Jakobus en Johannes. Hij begon klein en altijd met mensen. Hij vroeg hun de uittocht te wagen, wat inhield om hun netten  en hun familie te verlaten. Zij begonnen aan dit avontuur omdat zij de liefde van Jezus mochten ervaren en omdat ze hem op hun beurt gaarne zagen. Incipit exire, qui incipit amare (Sint Augustinus). Wie aan de liefde begint, waagt zich op weg. De verhalen over de uitocht halen hun kracht uit hun concreetheid. De Uittocht schildert geen reis van de ziel. Het is geen emigratie naar loutere innerlijkheid.  Het is een gevecht binnen een concrete werkelijke gemeenschap. Het wonderbare woord van Augustinus : “Wie met de liefde aanvangt, begint aan de uittocht” toont de geestelijke dimensie van de Uittocht. Waar de werkelijke liefde, die slechts van God uit mogelijk is, aanvangt, daar verlaat de liefhebbende zijn eigen boven alles geliefde ik. Hij treedt uit zichzelf en keert zich naar God toe en de naaste. Ook dit is steeds concreet. Maar steeds dreigt dit te vergeestelijken of te verengen naar het private toe. De Bijbelse uitocht is altijd  een concreet wegtrekken uit de oude maatschappij en een binnentreden in een nieuw land. De uittocht sluit steeds een valse verinnerlijking uit” (G. Lohfink, Braucht Gott die Kirche, p. 98; Heeft God de Kerk nodig, p. 105).

De zorg van Jezus voor het gekwetste

Jezus verbond de daad aan het woord. Jezus riep mensen om samen met hen het goede nieuws van Gods nabijheid te verkondigen en het evens handen en voeten te geven. Zijn nabijheid bij gekwetste mensen is een vast gegeven in het leven van Jezus. Dit blijft een waarmerk voor zijn volgelingen. Een missionaris in Taiwan gaf drie mogelijke motieven waarom mensen daar christen worden. Hun aantal is klein. Slechts twee procent van de bevolking. Mensen worden christen omdat zij binnen de kerk de zin voor gemeenschap waarderen. Zij vinden het gebed binnen deze gemeenschap belangrijk en zij merken dat christenen wat meer dan andere begaan zijn met het welzijn van medemensen, vooral de zwakkeren.

De verdeeldheid van de christenen brengt echter schade aan de boodschap van Jezus.